Beheerder Bob Caarels is vanaf het allereerste begin betrokken bij Hall of Fame. De cultuurfabriek nam in 2011 als een van de eerste partijen zijn intrek in de Spoorzone.
Interview en tekst door Freke Sens
“We doen er af en toe wel makkelijk over, maar het viereneenhalfduizend vierkante meter vlakbij het centrum is ideaal”, zegt Hall of Fame-beheerder Bob Caarels. Sinds 2011 is de Tilburgse cultuurfabriek in de Spoorzone gevestigd. In de voormalige wagenwerkplaats uit 1868 worden nu culturele workshops gegeven zoals beatbox en Afrikaanse dans. Onder de sheddaken bevinden zich niet alleen een podiumzaal en oefen- en expositieruimtes, maar ook Ladybird, het skatepark met internationale reputatie dat op sommige dagen ruim honderd bezoekers trekt.
Hall of Fame ontstond in 2002 toen diverse groepen dansers, muzikanten, theatermensen, skaters en graffitiartiesten uit Tilburg de handen ineensloegen. Kort daarvoor hadden de jongeren een grote show in 013 georganiseerd vanwege het bezoek van Willem-Alexander en Maxima. Niet alleen beviel die samenwerking goed, ook ontdekten de groepen tegen hetzelfde probleem aan te lopen: de zoektocht naar een permanente locatie. “In korte tijd groeiden al die subgroepen uit tot één hechte club”, aldus djembéspeler Caarels.
Na tijdelijke verblijven aan de Ringbaan-West en in de Hasseltse kerk, streek Hall of Fame in 2003 neer aan de St. Ceciliastraat, waar ze met minimale middelen een concertzaal en skatepark bouwden. Caarels: “We zijn niet eindeloos gaan plannen, maar hebben gewoon laten zien wat er kon.”
Tijdens de jaren in de St. Ceciliastraat heeft Hall of Fame zijn bestaansrecht wel bewezen, vermoedt Caarels. Vandaar dat ze in 2011 als één van de eersten hun intrek mochten nemen in de Spoorzone. Ook daar richtten ze hun gebouw met beperkt budget in. Zo werd Skatepark Ladybird binnen een half jaar eigenhandig opgebouwd door een groep skateboarders uit eigen gelederen. Voor het skatepark kochten ze een grote partij hout in Letland die ongesorteerd voor de deur werd afgeleverd. “Toen hebben we een NS-medewerker gevraagd of hij vijftig euro wilde verdienen. Die heeft met een heftruck al dat hout naar binnen gereden.”
“Dat pionieren is heerlijk”, aldus Caarels die vindt dat zij daarin verder gaan dan anderen binnen de Spoorzone. “Wij blijven de vreemde eend in de bijt. Andere clubjes zijn meer van de gevestigde orde.” Desondanks ziet hij de samenwerking met de rest steeds meer op gang komen. Zo presenteert Hall of Fame tijdens Festival Mundial een muziekprogramma in het kader van het festival.
Het steeds dichter bevolkt raken van de Spoorzone heeft ook zijn nadelen. “In het begin hoefden we met niemand rekening te houden en organiseerden we feestjes met enorme speakers. Inmiddels zit de gemeente veel meer op onze huid qua regels en geluidsniveau.”
Caarels is nog steeds trots op de huidige locatie. “Ik woon tegenover de Koepelhal. Toen we dertien jaar geleden begonnen met Hall of Fame dacht ik al: dat zou een vette locatie zijn. Nu zitten we drie deuren verderop. Wat ik vaak zie is dat de jongere generatie Hall of Fame heel erg for granted neemt. Maar ik weet hoeveel het gekost heeft om dit op te bouwen. We hebben vanuit niets iets gemaakt. Ik probeer dan ook heel erg mee te geven: deze toko is ook van jou.”