Met een vervolg op donderdag 5 oktober 1944:
‘Wij slapen in en worden wakker met het gerommel van het schieten. In de stad is het weer veel drukker dan het geweest is. Toen ik uit het Lof op den Heuvel kwam stond den Heuvel vol met Duitschers, vanaf Modern tot de Spoorlaan. Allen zagen er doodmoe uit. Zo’n vermoeide troep heb ik nog niet gezien.’
Op vrijdag 6 oktober 1944 gevolgd met:
Dezelfde sfeer in de stad als gisteren. Veel vliegmachines zijn hier wel over gekomen, daarbij natuurlijk weer mitrailleeren in de lucht. Wat wordt ons geduld toch op de proef gesteld. Wanneer zal die bevrijding toch komen?’
En op zaterdag 7 oktober 1944:
‘Een zeer onrustige nacht. Een kanongebulder zonder ophouden. Het is om 1 uur begonnen en heeft zonder ophouden geduurd tot ‘s morgens half negen. Vanaf 3 uur hebben Vader en ik niet meer geslapen. Eindelijk zal de bevrijding dan komen. “Als Anny zooiets heeft moeten aanhoren, wat zal zij toch bang geweest zijn”, aldus Vader. Het was half vijf ‘s morgens toen hij me dit vertelde. Hij kon het in bed niet meer uithouden. Ik bewoog hem om toch maar rustig te blijven liggen. Het is zoo koud om naar beneden te gaan.
Om 6 uur stond Vader toch op. Wij hoorden ook menschen op straat. Ik keek eens uit het raam. Dhr. en Mevr. Fortgens waren ook op. Ze waren aan het afspreken met twee houthakkers. Mr. Fortgens laat z’n bosch omhakken met het oog op de kolenschaarschte.
Wat zal er vandaag gebeuren? Mijn eerste order was: “Toos (hulp voor dag en nacht, LS) water koken en in flesschen doen.” In den loop van den morgen heb ik evacuatiekoffers klaar gemaakt. Vader ging al vroeg de melk halen. Miep en Hein brood in huis halen. Het leven in de stad gaat toch gewoon z’n gang. Het kanongebulder is iets minder. Zoo nu en dan horen wij het nog, maar niet zoo erg als vannacht, toen daverden de huizen.’
Wordt vervolgd.
Louis Sparidans