Dagboek Mandos (18)

Een V-1,

Tussen de bevrijding van Tilburg en het einde van W.O. II  (2)  

Ondanks dat Tilburg al maanden is bevrijd, gaat de oorlog begin 1945 feitelijk nog gewoon door. Grote delen van Nederland, met name de Randstad en het noorden, lijden nog onder de Duitse bezetting.  

De schrijfster van het dagboek, Maria Mandos-Knegtel van de kledingzaak op de hoek van de Nieuwlandstraat/Tuinstraat, verhaalt in februari/maart 1945 over de dagelijks terugkerende V-1’s die over Tilburg komen, op weg naar Londen en de haven van Antwerpen.  

Het zijn ‘dingen’ die ik me ook uit mijn eigen jeugdjaren in Tilburg herinner; ik was toen 6½ jaar oud.  

Maar niet allemaal gingen ze alleen maar ‘over’ Tilburg. Er vielen er ook neer en dat leidde vaak tot grote materiële schaden aan huizen en andere gebouwen, om niet te spreken over de talloze slachtoffers, doden en gewonden, zoals ik in de vorige bijdrage (no. 17) melding maakte van de ramp op Pension Mariëngaarde.  

Wat waren dan die V-1’s?  ‘Vliegende bommen’ noemden de Tilburgers ze. Eigenlijk een beetje vergelijkbaar met onbemande vliegtuigjes met alleen maar explosieven aan boord. Een soort raket met vliegtuigvleugels. Bijna acht meter lang met een spanwijdte van ca. vijf meter, goed voor 850 kg explosieven.  

De ‘V’ stond voor 'Vergeltungswaffe’ (Vergeldingswapen). Er zijn er tijdens de oorlog meer dan 30.000 van geproduceerd. En een heleboel daarvan zijn over Tilburg gekomen!  

Ongeveer de helft daarvan (iets meer) bereikten hun doel. De andere ‘vliegende bommen’ stortten ‘onderweg’ neer of explodeerden al bij de start.  

In dit bestek gaat het te ver om (technisch gezien) een en ander verder te beschrijven. Maar het heeft alle Tilburgers in die jaren enorm veel angst bezorgd, ook bij ons thuis!

Hier vandaan komt het bekende schietgebedje uit die tijd bij elke V-1 die overkwam:   

“Ons lief vrouwke, gif ‘m nog 'n douwke !”  

 

Louis Sparidans