Honderdvijfenzeventig jaar Zusters van Liefde in Tilburg (3)

  • Datering van het verhaal: 19-03-2007

In 2007 zijn de Zusters van Liefde honderdvijfenzeventig jaar in Tilburg gevestigd. In deel één en twee heeft u kennis kunnen maken met de zusters en hun oprichter, Mgr. Zwijsen. We gaan in dit deel de huisvesting van de eerste zusters de revue laten passeren.

De huisvesting in Tilburg
De al eerder aangehaalde kroniek van de congregatie begint in 1832 met de mededeling dat op 23 november van dat jaar drie zusters een woning betrekken in de wijk het Heike in Tilburg. Dit komt niet overeen met andere gegevens, die een melding maken van “de eerste zes zusters”; als verklaring van dit feit kan dienen de stelling dat het aannemelijk te maken is dat de kroniek over de eerste dertig jaren van de congregatie (1832-1862) door Mgr. Zwijsen in één ruk lijkt geschreven te zijn. Hij noemt in het verslag meerdere malen gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden in andere jaren dan de data vermeld in de kroniek. In zijn samenvatting over de eerste dertig jaren kan Zwijsen daardoor gemakkelijk de drie pioniers uit Hoogstraten als de stichteressen aanwijzen. Omtrent de huisvesting hebben we meer ankerpunten. Het huis in de wijk het Heike wordt in 1832 gehuurd voor ‘n half jaar en er moet voor die periode fl. 36,-- huur betaald worden. Het adres is: “het Oerle 19”. Via het kadaster is door de zusters zelf achterhaald dat dit huis op de plaats heeft gestaan waar zich nu een huis bevindt met twee verdiepingen, Piusstraat 375. Een kamer van dit huis heeft gefungeerd als de eerste school. In diverse gedenkschriften van de congregatie wordt gesproken van een “bescheiden wevershuisje”. Volgens de ambtenaren van het kadaster in Tilburg, geraadpleegd door de zusters, moet het echter een heel behoorlijke woning zijn geweest. De school heet officieel: “School voor arme en minvermogende meisjes”. Er wordt onderricht gegeven in ”vrouwelijke handwerken, bidden, christelijke lering en gemanierdheid”. Zr. Felicitas Zohlandt is de eerste onderwijzeres van de congregatie. Zij is begonnen op 25 november 1832 met het geven van onderwijs (twee dagen nadat de zusters vanuit Engelen in Tilburg zijn gearriveerd). Het is niet geheel duidelijk of zij heeft behoord tot “de zwarte zusters” of rechtstreeks vanuit haar Limburgse geboortedorp Well naar Tilburg is gekomen. Het bevolkingsregister van (de sinds 1809 stad) Tilburg wordt in 1832 nog niet dagelijks bijgehouden. In het Regionaal Archief Tilburg vinden we een lijst van “ingekomen personen tussen 1811 en 1838 in de stad Tilburg”. Daaruit vernemen we: “Oerle 19, mej. Maria Leijsen, van beroep particulier, oud 53 jaar, geboren te Herenthals en Anna Janssens, Maria Zohlandt en Cornelia Verstijnen, laatst gewoond hebbende te Engelen, hebben verklaard sedert 11 april dezes jaars 1833 hun woning alhier te hebben gevestigd”. De genoemde dames zijn resp. Moeder Michaël Leijsen, Zr. Catharina Janssens, Zr. Felicitas Zohlandt en Zr. Jozefa Verstijnen. Waarbij aangetekend, dat Zr. Catharina één der nichtjes is van Mej. Leijsen; laatstgenoemde is inmiddels aangesteld als eerste algemeen overste van de congregatie “Zusters van Liefde te Tilburg” met de religieuze naam Moeder Michaël. De andere nicht, Zr. Theresia Smits, ontbreekt op bovenstaande lijst van ingekomen personen.
Hierbij opgemerkt, dat het nog steeds verboden is kloosterordes te stichten. De inschrijving “particulier” komen we in meerdere plaatsen tegen.

Met dank aan:
Zuster Lilian en Mevrouw Lianne van het Generaal Archief van de zusters te Tilburg,
Jos de Kousemaeker

Literatuur: o.a.: “Drie begijnen zijn begonnen”, zuster Alix van de Molengraft 1992 (Tilburg)

Foto’s:
1-2) De monumentale panden aan de"Oude Dijk".
3) Ingang van het "moederhuis"
4) Interieurdetail in de "oud bouw" de sfeer van de jaren dertig

Bron en maker van de foto's de auteur

 

Tilburg Wiki:

Media