Nana en Mozhgan zijn hartsvriendinnen. Ze wonen al meer dan twintig jaar in de Tilburgse Textielbuurt en zoeken elkaar vrijwel dagelijks op. Ze praten en wandelen. Op woensdag bezoeken zij de Besterdmarkt, waar ze mooie stoffen uitzoeken om kleding van te kunnen maken. Om de zoveel jaar neemt Nana de stoffen mee naar haar thuisland Ghana, wanneer ze op familiebezoek gaat. Daar kent ze iemand die wel raad weet met de Tilburgse stoffen en voor haar de prachtigste feestjurken maakt. Met veel glitter en pajetten, want daar houdt ze van.
Mozhgan naait zelf. Ze maakt onder andere gordijnen, maar houdt ook van chique gewaden die onder andere bij henna-, suiker- en bruidsfeesten worden gedragen. Volgens de stijl zoals ze dat alleen in Afghanistan kunnen. Het land dat ze ruim twintig jaar geleden vanwege de oorlog verliet om een nieuwe toekomst in Nederland op te bouwen.
Als vaste bezoekers van Wijkcentrum De Poorten komen ze in contact met Shirley van den Broek die hen uitnodigt om mee te doen aan het project Bindweefsel. Beiden zijn direct enthousiast. Nana: ‘Ik was lang niet zo goed in haken en breien als Mozhgan, maar ik mocht toch meedoen. Daar was ik zó blij mee. Want ik wilde dat heel graag leren. Dan zou ik zelf ook mooie dingen kunnen maken.’ Ook Mozhgan is blij verrast, zij had zelfs nog nooit van het TextielMuseum gehoord. ‘Er ging een wereld voor mij open. Ik kon wel haken, breien en een beetje naaien, maar hier weefden ze de prachtigste tapijten en maken ze zelfs geborduurde gordijnen voor koningin Maxima.’
Tijdens het project Bindweefsel maakte Mozhgan een gehaakte bloem van glanskoord. Zij koos voor de kleuren groen en rood, als symbool voor de lente. ‘Dat vind ik het mooiste seizoen, vooral de bloesem die je overal ziet. Daarom staat de bloem ook open.’ Nana koos voor een vrucht, de avocado en voerde deze uit als pompoms. ‘Ik houd van avocado, dat is goed voor je lichaam en het helpt tegen diabetes. Dat doet me aan mijn moeder denken.’
Beiden steken hun respect voor de mensen van het TextielMuseum niet onder stoelen of banken: ‘Larissa en Eline stimuleerden ons om nieuwe technieken te leren. ‘Jij kunt dat wel, zeiden ze dan.’ Koordknopen, tuften, pompoms maken. Allemaal technieken die wij niet kenden. Echt alles was mooi. We waren zo blij om die dingen samen te kunnen delen en met elkaar te praten.’ Hoewel beiden prima Nederlands spreken willen zij de grammatica graag nóg beter onder de knie krijgen. ‘De mensen in het TextielMuseum zijn zo aardig tegen ons, dat is weleens anders. Bovendien praten ze praten zó netjes, dat willen wij ook leren.’
Tijdens de presentatie van het kunstwerk zal de familie van Nana en Mozhgan zeker aanwezig zijn. Daarmee loopt het project op een einde en denken Nana en Mozhgan na over wat ze hierna gaan doen. En hoe ze aan alles wat ze geleerd hebben een vervolg kunnen geven. Mozhgan hoopt dat ze andere vrouwen kan helpen met het leren van textiele ambachten. ‘Misschien kunnen we in het wijkcentrum aan de slag met haken en breien.’ Nana zal er dan zeker bij zijn. ‘Ik wil hier ook mee doorgaan. Thuis zitten en tv kijken, daar vind ik niets aan. Liever zoek ik andere mensen op. Het liefste zou ik mijn (klein)kinderen hier iets over willen doorgeven.’
Foto's door Kevita Junior i.o.v. TextielMuseum. Interview en tekst Theo van Etten. ‘Bindweefsel’ wordt mede mogelijk gemaakt door Fonds voor Cultuurparticipatie, Prins Bernhard Cultuurfonds en Provincie Noord-Brabant, Fonds Erfgoed Tilburg.