Van huis uit krijgt Basema een aantal textiele ambachten met de paplepel ingegoten: haken, breien en naaien onder andere. Ze is er goed in, zo blijkt uit een aantal foto’s van werkstukken die ze via haar smartphone laat zien. Gehaakte kleedjes en kleurrijke sokken. ‘Ik leerde het van mijn moeder en mijn grootmoeder. In Syrië werkte zowat mijn hele familie in de textiel. Mijn moeder, mijn broer, mijn zus en een tante. De een in de fabriek, de ander vanuit huis, waar hun machines stonden. Ook voerden ze projecten in eigen beheer uit. In die omgeving leerde ik al op jonge leeftijd hoe ik kleding kon maken. Sjaals en jurken bijvoorbeeld. Ik werk graag met mijn handen, textiel is echt een hobby van mij.’
Zeven jaar geleden kwam ze naar Nederland. Weg van het land dat door de burgeroorlog volledig in puin was geschoten. ‘Dat doet wat met je,’ zegt ze. ‘Het maakt veel meer kapot dan je denkt. Niet alleen de gebouwen, maar de hele mensheid gaat eraan. Naast huizen en fabrieken geldt dat ook voor je gevoelens, je thuis en zijn tradities.’ De bijeenkomsten in het TextielLab zijn dan ook een welkom moment waar Basema wekelijks naar uitkijkt. Daar ontmoet ze mensen uit verschillende landen. Ze praten samen over dagelijkse dingen: wat eet je vandaag, wat gebeurt er allemaal in de wereld. En natuurlijk gaan ze met textiel aan de slag.
Bij de start van het project had ze nog niet exact door wat het project zou gaan opleveren. ‘Ik wist wel wat er ongeveer ging gebeuren, dat had Larissa Scheepens, de kunstenaar, immers verteld tijdens de presentatie. We zouden met een groep aan de slag gaan en ook de machine waarop we gingen werken kwam me bekend voor. Maar dat het uiteindelijk zo’n groot project zou worden, dat had ik niet zien aankomen. Ik denk dat dat voor de meeste deelnemers geldt.’
Terugblikkend is Basema ontzettend trots op wat ze heeft gepresteerd. Ze kijkt met gemengde gevoelens naar de oplevering van het project. Haar familie en kinderen zullen aanwezig zijn bij de presentatie van het kunstwerk. ‘Het zal heel fijn zijn om iedereen dan weer te zien. Maar tegelijk ben ik verdrietig omdat het project dan klaar is. Gelukkig kijk ik terug op een fantastische periode waarin we met mooie mensen hebben mogen samenwerken. Waarin de minder leuke dingen van mijn leven zijn omgezet in iets positiefs. Daar ben ik hen bijzonder dankbaar voor.’
Foto's door Kevita Junior i.o.v. TextielMuseum. Interview en tekst Theo van Etten. ‘Bindweefsel’ wordt mede mogelijk gemaakt door Fonds voor Cultuurparticipatie, Prins Bernhard Cultuurfonds en Provincie Noord-Brabant, Fonds Erfgoed Tilburg.