Tien jaar geleden kwam ze vanuit het verre Indonesië naar Nederland. Daar, op het eiland Lombok, maakte ze kennis met de vele handweefmachines. Dorpsbewoners maakten hierop, zittend op de grond, traditionele kledingstukken voor de toeristen. Zoiets als het TextielMuseum, daar had ze nog nooit van gehoord. Eenmaal in Tilburg gaat er dan ook een wereld voor haar open.
Af en voert Lily eenvoudig naaiwerk uit, zoals het inkorten van een broek. Tijdens de eerste coronacrisis maakte ze zelf mondkapjes. ‘Die waren toen moeilijk verkrijgbaar en bovendien duur. Ik dacht: hoe zit zoiets in elkaar en hoe kan ik dat zelf maken? Vervolgens heb ik van restanten van oude kleding mondkapjes genaaid. Het elastiek haalde ik van oude oogmaskers die ik bewaard had van de vliegreizen naar Indonesië!’
Van die creativiteit is ze zich nog niet zo bewust als ze aanhaakt bij het project Bindweefsel. Wel staat ze enorm open voor het project, ze wil graag nieuwe dingen leren. ‘Ik hoopte ook mijn Nederlands te kunnen verbeteren, want dat maakt mijn leven makkelijker. Thuis spreken we vaak nog onze moedertaal, vandaar. Een gevolg van het feit dat mijn man ook Indonesisch is.’ Vooral de weefgetouwen in het TextielMuseum hebben haar aandacht: ‘Ik herken daarin de oude technieken van mijn moederland. Dat zit nu eenmaal in mijn hoofd en in mijn hart.’
Tijdens die eerste sessies gaat Lily aan de slag met ‘een stukje touw’ zoals ze het zelf noemt. Paniek maakt zich van haar meester. ‘Wat moest ik daar nou mee? Ik had werkelijk geen idee. Waar was ik aan begonnen? Maar ik moest iets en wilde graag doorgaan. En ja, toen viel het kwartje dan toch.’ Ze laat een foto zien van haar creatie, die ze vervolgens deelt via Facebook. ‘Dit is enorm belangrijk voor mij. Zo laat ik mijn vriendinnen in de hele wereld zien dat het goed met mij gaat. In Nederland heb ik verder geen familie hè.’
Als bijdrage aan de de levensboom kiest Lily voor een tak met palmbladeren en dat is een zeer bewuste keuze. ‘Een palmboom geeft ontzettend veel. Dat is voor mij een mooi symbool: mensen moeten goed zijn voor elkaar. Geven is belangrijker dan nemen. De bladeren van de palmboom geven schaduw. Maar je kunt er ook rijstgerechtjes mee maken (Lontong), manden mee vlechten of daken mee bedekken. De vruchten (kokosnoten) kun je eten. Uit de stam kun je zetmeel halen en je kunt er bouwhout van maken. Zelfs de wortels komen terug in mooie accessoires.’
Lily gebruikt de passement-techniek om haar palmtak vorm te geven. Op de foto zien we de franjes die de bladeren symboliseren. Daarnaast maakt ze een perzik van pompom. Ook die vrucht heeft voor haar een betekenis. 'Perzik’ betekent: lang leven. In China heb ik ooit een echte perzik gegeten. Daarom zit ook die vrucht in mijn hart en in mijn hoofd.’
Het project is nu bijna afgerond en dat geeft Lily een dubbel gevoel. ‘Ik keek elke week weer uit naar de woensdag in het TextielLab. Kon soms de avond ervoor niet slapen. Het project heeft mij zelfvertrouwen gegeven. De bevestiging dat ik tóch iets moois kon maken. Eigenlijk ben ik best ongeduldig, maar hier heb ik geleerd dat geduld uiteindelijk wordt beloond.’
Foto door Kevita Junior i.o.v. TextielMuseum. Interview en tekst Theo van Etten. ‘Bindweefsel’ wordt mede mogelijk gemaakt door Fonds voor Cultuurparticipatie, Prins Bernhard Cultuurfonds en Provincie Noord-Brabant, Fonds Erfgoed Tilburg.