Zr. Marianne in de eregalerij

100 jaar is ze geworden, onlangs op 11 december. Zuster Marianne Hoefnagels sluit daarmee aan in de eregalerij van 100-jarigen. “Je staat er niet bij stil hoe oud je wordt, je werkt en gaat gewoon door. Alleen de laatste jaren denk ik ‘waar gaat dit naar toe’. Ik vraag wel eens aan Onze Lieve Heer of hij al een plaatsje voor me heeft, maar hij wil me blijkbaar nog niet”, lacht ze. Zuster Marianne heeft er naar eigen zeggen ook geen recept voor, om de 100 te bereiken. Toch klinken er al pratend wel wat adviezen voor een lang en dankbaar leven.

Foto zr Marianne 100.JPG

 

Eten wat de pot schaft

Daar begint het mee, gewoon eten wat de pot schaft. “Daar ben ik oud mee geworden,“ zegt ze overtuigd. En dat eten is in het geval van zr. Marianne echt niet altijd Hollandse kost geweest. Van 1963 tot 2002 heeft ze immers in Brazilië gewoond en gewerkt, 40 jaar lang. “Op m’n 40ste mocht ik naar Brazilië. Toen ik mijn moeder om toestemming ging vragen – dat moest toen nog – verbaasde haar dat niet. ‘Dat heb je altijd gewild’ zei ze, ze wist het langer dan ikzelf. In Brazilië kwam ik in een andere wereld. Geen kloostermuren meer, alles lag open. Het was echt pionieren. De meisjes en jongens aan wie ik in het ziekenhuis leidinggaf in het huishouden, hadden nog nooit vloertegels of ramen gezien. Alles moest je ze leren. En de mensen daar hebben mij ook veel geleerd, ja het was in veel opzichten een verrijking.” Gelukkig hadden de tropen geen vat op de gezondheid van zr. Marianne, ze is er nooit een dag ziek geweest.

Loslaten

“Ik heb geleerd om los te laten. Wat we hier in Nederland gewend waren, werkte daar natuurlijk niet. Alles ging op z’n Braziliaans en daar kon je je beter aan aanpassen dan tegenin gaan. Toen ik na 11 jaar ziekenhuis in de arme wijken ging werken en naailessen ging geven, lachten de vrouwen me eerst uit. Ik wilde hen patroon leren tekenen. Maar dat vonden ze onnodig ingewikkeld; ze legden de jurk gewoon op de stof om na te knippen. Dat heb ik dan weer van hen geleerd,” vertelt zr. Marianne. “Ik ben dankbaar dat ik de allerarmste vrouwen daar tot steun heb kunnen zijn. Dat we ze door die naailessen bijvoorbeeld een kans boden om even zichzelf te zijn. Hen voor even uit hun armoedige hutje met een hele schare aan kinderen en meestal dronken man konden halen. We konden ze eigenwaarde en zelfvertrouwen geven. Het leven in Brazilië was niet altijd makkelijk hoor, maar ik heb problemen altijd met God besproken en Hij heeft me steeds geholpen. Je moet niet met problemen rond blijven lopen.”

Zingen

“Ik had een goede stem en heb m’n hele leven graag en veel gezongen, onder andere in het zusterkoor in Nederland. In Brazilië zingen de mensen ook graag en ik heb er ontzettend veel zanglessen gegeven. Met mijn medezusters zongen we liederen thuis in op een cassettebandje en met dat bandje en een bandrecorder onder de arm liep ik dan naar de kerk boven op de berg. Zo leerden we het anderen, allemaal in het Portugees.” Nu zingt ze zelf niet meer, maar luistert ze nog wel graag naar bijvoorbeeld Nederland Zingt op televisie. Is veel zingen misschien een van de ingrediënten in het recept om 100 te worden? “Het zal er wel aan bijgedragen hebben,” vermoedt zr. Marianne.

Altijd gelukkig

Na 40 jaar Brazilië viel het afscheid zwaar, maar was het tijd om terug te keren naar Nederland. “Dat was een enorm verschil, ik moest echt wennen hoor. Men was hier toen veel afstandelijker dan in Brazilië, maar dat is gelukkig veranderd. Ik ben al die tijd wel vanuit Moergestel, waar ik nog lang gewoond heb, actief gebleven voor Brazilië met loterijen houden en handwerkjes maken voor daar.”   Zr. Marianne kwam uiteindelijk in 2014 in Tilburg wonen, waar ze 79 jaar geleden zuster werd. “Ik ben altijd gelukkig geweest. Ik heb vroeg mijn roeping gevonden, heb het heel fijn gevonden om missionaris te zijn en heb altijd veel met Hem gewerkt. Ik vraag nog steeds Zijn hulp bij alles en dat werkt altijd.” 

 

Onlangs verscheen ook in de Volkskrant een artikel over zr. Marianne. U kunt het hier lezen: Zuster Marianne (100): ‘Op mijn vijftiende wist ik dat ik het klooster in wilde’ | De Volkskrant

Alle rechten voorbehouden