Als we het over een echt spoorweggezin hebben, ben je bij de familie Van Horssen in Tilburg aan het goede adres. Ga maar na. Uitgaande van Rien van Horssen (1949) werkten zijn beide opa’s op de Werkplaats, zijn vader, hijzelf en twee broers. Afwisselend met zijn moeder Annie van Horssen (1924) vertelt Rien het verhaal. Moeder Annie: ‘Bij ons aan tafel ging het op zondag bij het koffiedrinken altijd over het werk en het spoor. Het leek wel werkoverleg.’
In de familie is het verhaal van werken bij de spoorwegen en de ontwikkeling van de Werkplaats terug te vinden. Overplaatsingen waren bij de spoorwegen aan de orde van de dag. Dat ging soms om individuen, maar er werden ook hele afdelingen overgeheveld. Zo zijn er werkzaamheden vanuit Haarlem, Utrecht of Zwolle naar Tilburg verplaatst (en overigens ook wel andersom). Belangrijkste daarbij was de concentratie van alle locomotiefherstellingen naar Tilburg. Dat werd in de jaren omstreeks 1930 DE locomotiefherstelplaats van Nederland.
‘Opa Jan van Horssen was oorspronkelijk remmer. Hij werkte op de werkplaats in Zwolle en kwam vandaar naar Tilburg waar hij op de wieldraaierij werkte. Zijn functie was Wielendraaier 1e klas. Dat deel van de werkplaats is nu helemaal verdwenen. Mijn andere opa Herman Rijnders kwam van de werkplaats in Haarlem. Hij werkte als locomotief-bankwerker en was in Tilburg ploegbaas. Vader Marinus (1923) was onderhoudsmonteur en elektricien. Hij heeft bij de onderhoudsdienst gewerkt. Mijn broer Jan is in 1963 bij het spoor begonnen, mijn broer Joop en ik zijn in 1965 via de Vakschool van Jef Reijns bij de Werkplaats begonnen. In 2005 zijn we daar gestopt.’
Moeder Van Horssen vertelt hoe moeilijk het in de beginjaren was om in Tilburg te wennen. Rien vult aan: ‘Wij gingen naar de Jan Lighthartschool aan de Ringbaan Oost. We werden onderweg altijd gepest door de kinderen die op de katholieke scholen zaten.’ Het is een bekend verhaal dat veel te horen is bij gezinnen die van ‘boven de Moerdijk’ in Tilburg kwamen wonen.
Moeder van Horssen over de jaren vijftig: ‘We hadden het niet breed in die jaren. Vast werk, maar ook vaste armoede werd er gezegd. Bij ons in de straat waren het in de jaren vijftig en begin zestig eerst de mensen uit de textiel die al TV of een autootje hadden. Met ploegendiensten en werken op tarief hadden ze in de Gouden Tijdvan de textiel toch wel meer dan de spoorjongens. Omdat ik handig was met spullen maken kon ik het wat kleding betreft wel recht trekken. Mijn man kwam in die jaren nog thuis eten tussen de middag. Ze werkten toen van 7.00 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 18.00 uur. Pas later is de lange schaft tussen de middag verdwenen.’ Toen het vanaf medio jaren zestig slechter ging met de textiel bleek dat de vaste banen bij de Werkplaats toch wel waardevol waren. Vervolgens werd ook het salaris beter en zeker de pensioenregelingen.
Tilburg Wiki
Ontdek de Spoorzone
Tekst en interview Henk van Doremalen