In aanloop naar de bevrijding van Tilburg op vrijdag 27 oktober 1944, beschrijft het dagboek de gebeurtenissen op donderdag 26 oktober 1944, de dag daarvoor, als volgt.
‘De nacht was vrij rustig. Zoo nu en dan een paar flinke knallen. Vanaf 5 uur wordt het rumoeriger. Ik krijg verzoeking om naar beneden te gaan. Het warme bed verleidt mij echter en gelukkig wordt het rustig ook.
Het is zelfs zoo rustig dat ik besluit naar de kerk te gaan. Het beviel mij echter niet dat ik de gewone kerkbezoekers niet tegenkwam. De kerk werd toch matig bezocht. Maar goed en wel begint het artillerie vuurgeweld. Dit was zeker de oorzaak dat in de mis van 9 uur bijna niemand aanwezig was. Het was een uitvaart voor de getrouwe gedienstige van de fam. Goyart, ons allen welbekend. De begrafenis had niet plaats, het was te gevaarlijk.
Bij het naar huis gaan van de kerk knalde het zoo hard dat ik het op een loopen zette, alsook de anderen die op straat waren. Het werd nu doodstil op de straten. Niet één man durft zich te vertonen. Allen worden opgepikt. Om half 3 is het weer een geknal en hier zoo dicht in de buurt. Bij Mallens een granaat en een bij de Geneeskundige dienst.
Jan en Hein hebben de kelder netjes in orde gemaakt. In de bontkamer liggen de matrassen voor de dames. Op Broekhoven zijn verschillende gewonden en dooden. Ook Ring Oost en Nieuwe Bosscheweg zijn al flink beschadigd. Daar zitten de bewoners allemaal in de kelders.
Wat zal de nacht brengen en zal morgen ons bevrijdingsuur slaan? Mevrouw Poldervaart en Mej. Kaag en Leontientje zijn ook onze logées.Zij hebben zich op het kantoor genesteld. Zij durven niet op het bovenhuis te blijven, dat is goed te begrijpen.’
In de volgende aflevering de belevenissen op bevrijdingsdag, vrijdag 27 oktober 1944.
Louis Sparidans