Devi heeft een roerig leven achter de rug. Vier jaar geleden emigreert ze met haar kersverse echtgenoot naar Nederland. Haar twintigjarige dochter uit een eerste huwelijk laat ze achter, haar zoontje uit haar tweede huwelijk gaat met haar mee. Na enkele jaren strandt ook dit tweede huwelijk.
Devi staat er helemaal alleen voor. Ze wordt opgevangen door ‘tante Shirley’ en haar familie. Het familiebedrijf van Shirley’s ouders (restaurant Selamat aan de Stationsstraat) is een verzamelpunt van Indonesische mensen. Maar Devi wil niet afhankelijk zijn. Ze leert Nederlands, zodat ze haar zoon kan helpen met zijn huiswerk. Ze wil zo snel mogelijk werk zoeken, maar krijgt het advies de dingen stap voor stap op te pakken. In haar vrije tijd helpt ze in de keuken van Broodje Aap & Linke Soep, een proeflokaal en ontmoetingsplek voor nieuwkomers en vrijwilligers.
Via ContourdeTwern komt Devi in contact met het project Bindweefsel. Aanvankelijk ziet ze er tegenop, maar met de nodige begeleiding raakt ze steeds enthousiaster. Ze maakt kennis met nieuwe technieken zoals passement en twernen en verwondert zich over het feit dat dit allemaal mogelijk is: “Indonesië kent helemaal niet zoiets als een TextielMuseum. De verschillen zijn daar zó groot. Heb je geld, dan heb je het goed. Heb je geen geld, dan heb je niets.”
Haar bijdrage aan de ‘coat of many colours’ weerspiegelt Devi’s gezin. “Ik heb de maan, een vlinder en een bij gemaakt. De maan staat voor mijn dochter: die is ontzettend ver van mij verwijderd. Ik kan haar wel zien, maar niet knuffelen. De bij is mijn zoon, omdat hij - net zoals een bij rondom de bloemen vliegt - altijd bij mij in de buurt blijft. De vlinder tenslotte ben ik zelf. In mijn gehaaste leven ben ik van hot naar her gevlogen, van Indonesië naar Nederland. En nog steeds vlieg ik alle kanten op.”
Devi is er trots op, dat ze onderdeel heeft mogen uitmaken van Bindweefsel. “Ik heb hier veel geleerd. Niet alleen de technieken, nieuwe mensen en taalervaring. Maar ook het inzicht wat een project als dit teweeg kan brengen. Nu kan ik aan mensen in Indonesië laten zien hoe het ook kan. Mijn geboorteland beschikt over zóveel grondstoffen, maar er zijn maar weinig mensen die ervan profiteren. En de politici vragen ons wel om onze kennis in praktijk te brengen als we terugkomen, maar in de praktijk gebeurt er niets. Nu kan ik laten zien hoe het wél kan. Mensen in Indonesië moeten ook gratis taalles kunnen krijgen of de mogelijkheid hebben om naar een voedselbank te gaan. Zodra ik terug ben, ga ik me daarvoor inzetten.”
Foto's door Kevita Junior i.o.v. TextielMuseum. Interview en tekst Theo van Etten. ‘Bindweefsel’ wordt mede mogelijk gemaakt door Fonds voor Cultuurparticipatie, Prins Bernhard Cultuurfonds en Provincie Noord-Brabant, Fonds Erfgoed Tilburg.