Dit interview werd 22 november 2014 afgenomen tijdens de open dag van De Kennismakerij, de bibliotheek van de toekomst, in gebouw 79 in de Spoorzone. Gesproken werd met Ad Jansen die in 1964 als 15-jarige in de opleiding B-metaal bij de NS Werkplaats in Tilburg is begonnen. Hij heeft in de loop der jaren verschillende functies in het atelier uitgeoefend.
Ik ben hier na de Ambachtschool in 1964 gaan werken. Meneer Rijns van de vakschool zei ons dat het eerste dat we moesten doen was alles vergeten wat we daar geleerd hadden. Hij zou ons wel vertellen wat metaalbewerking was. Om te beginnen moesten we in een grote blok ijzer met een lange staalbeitel en hamer gaan hakken. Daarbij kregen we ook een rubberen flap als bescherming voor als je missloeg en een krijtje om de juiste plek te markeren waar je moest slaan. Het was de bedoeling om zo’n blok tot een vierkant en uiteindelijk een achthoek te hakken. Er werd nogal eens misgeslagen en om de zoveel tijd ging je met je opgezwollen hand langs de bedrijfsarts om hem te laten verbinden. We moesten hele dagen hakken maar zo werden er wel vakmensen opgeleid!
Vervolgens moest je echte werkstukken maken die je in Rijns zijn kantoor aan hem moest laten zien. Het kantoor was hoger gelegen dan de werkplaats zodat hij en andere bazen goed konden zien waar je mee bezig was. Hij gaf de werkstukken punten voor kwaliteit, haaksheid, maat en natuurlijk ook voor de tijd die je er over deed. Voor zijn hok had hij een bord hangen met de namen van alle leerlingen en daaraan had hij een draad gespannen met rooie en groene spelden en daarmee maakte hij dan een grafiek van de hele groep. We hadden totaal eerst drie maanden opleiding in de vakschool en vervolgens een maand praktijk in de werkplaats als stagiair en tenslotte nog een maand theorie bij de LTS.
Ik heb 41 jaar bij de Spoorwegen gewerkt en na de bedrijfsschool ben ik bij de Motoren als bankwerker begonnen. Na een jaar ben ik dan als onderhoudsmonteur in Dordrecht gaan werken. Rond mijn achttiende heb ik daar mijn vingers verloren (“ze kunnen maar weg zijn, kun je ze niet meer stoten ok nie!”). Van daaruit ben ik naar werkvoorbereiding van de Hoofdverkeersleiding gegaan, de dienstregelingen dus. Dan ben ik op de tekenkamer van de Europese Spoorwegen terecht gekomen. Het ingenieursbureau daar werd vlak na de oorlog door ir. De Hollander opgezet en die wist het winstgevend te maken. Daar werden tekeningen voor wagons en dergelijke gestandaardiseerd en die moesten ook vertaald worden naar Duits, Frans en Engels en die werden dan wereldwijd verkocht. Toen waren we ook al met glasvezelkabel bezig en bruggenbouw en het schijthuiscomité voor de toiletten in de trein!
In 1983 ben ik daar overcompleet geraakt en heb ik een jaar thuis gezeten maar daarna ben ik weer terug gekomen in Tilburg. Daar kwam ik tussen jongens die al 4, 5 jaar op promotie zaten te wachten en was ik niet zo welkom.Uiteindelijk ben ik via een rotbaantje op het constructiebureau en dan bij inkoop terecht gekomen. Ik heb van alles gedaan en ken het hele bedrijf. Ik ben nu 65 en al 9 jaar thuis maar kreeg na een jaar al aanbiedingen om bij bedrijfjes op bedrijfskundig en kwaliteitsgebied wat bij te werken.
De begintijd was hard, ook de gymnastieklessen in de bedrijfsschool. Die kregen we 1 keer in de week van van Frits Weijters/Weizer/Reizer op het grasveld dat later parkeerplaats is geworden. Het leek wel Oost Duitsland! We moesten dan nummers van Circus Renz brengen en spelen. Als we niet op tijd klaar waren met omkleden stond hij met een stuk seinkabel klaar om op onze billen te slaan! We werden echt gedrild.
In de vakanties gingen we weleens met de collega’s fietsen in de buurt van Vaals en Monschau maar we waren niet allemaal even sportief en moesten tegen de bergen vaak van de fiets. Boven stond Weijters dan te wachten en zo gauw we op de top waren moesten we meteen weer verder.
We waren echt wel een familie onder elkaar. We hebben ook jarenlang een hobbyclub gehad waarvan ik bestuurslid was. Maar de laatste tijd zaten we nog maar met een man of 5, 6 bij elkaar en was het gewoon koffie drinken en verhalen ophalen en elkaar wat voor de gek houden en zo. Toen ik uit de Motoren wegging naar het productiebureau hierboven hebben ze me vastgepakt en helemaal in bruine tape gewikkeld en op een lorrie gezet met 4 van die zwenkwieltjes. Daarna werd ik de hele afdeling rondgereden en bij het kantoor afgezet. Het gebeurde ook dat collega’s in de hijskraan werden vastgebonden als ze weggingen!
Wij hadden trouwens ook een ondersteunende functie voor De Genie omdat we voor de energievoorziening van Zuid Nederland moesten zorgen. We moesten dan die aggregaten controleren en hadden dus ook een defensietaak. Toen de Russische Muur viel was dat ineens… hoep! Toen ik bij de hoofdverkeersleiding zat hebben we eens een grote landelijke oefening gehad. Er werd een heel noodplan gemaakt waarbij spoorlijnen zogenaamd werden opgeblazen. We hadden een speciale afdeling waarin twee mensen constant bezig waren om te plannen wat er zou kunnen gebeuren als de Russen kwamen!