De Tilburgsche Courant van donderdag 3 september 1914 verhaalt over nieuwe stromen vluchtelingen uit België. Zelfs de fraters uit het Belgische Maaseijk weken, op enkele na, ook uit naar Tilburg.
VLUCHTELINGEN UIT BELGIË.
Er zijn hier heden weer talrijke vluchtelingen uit België aangekomen, deels komen ze per trein, deels ook van, Baarle Nassau per rijtuig. Onder de vluchtelingen bevinden zich ook Duïtschers en Oostenrijkers die uitgeweken zijn. Deze vlucht staat voor een groot deel in verband met bet bombardement van Mechelen. De Belgen uit de omliggende dorpen vreezen, dat zij het lot van anderen zullen moeten deelen of als gijzelaars zullen worden gevangen genomen.
De Eerw. Fraters uit het Fratershuis te Maaseijck in België zijn te Tilburg aangekomen. De Eerw. Frater-directeur is met twee andere Fraters achtergebleven.
Activiteiten voor de militairen
Nederland mocht dan wel neutraal zijn tijdens de eerste wereldoorlog, toch was er grote waakzaamheid. Met name aan de grenzen; er waren in Tilburg en omstreken heel wat militairen gelegerd, vaak gehuisvest in scholen en gote gebouwen, maar ook bij particulieren ondergebracht, zoals ik al beschreef in deel 1.
Wilhelmina had laten weten i.v.m. de internationale spanningen geen prijs te stellen op al te enthousiaste viering van haar verjaardag op 31 augustus.
Dat nam niet weg dat er op zondag 30 augustus een volksconcert werd gegeven, dat ook door de in Tilburg gelegerde militairen werd bezocht. Dat dit een beetje uit de hand liep vertelt het volgende relaas uit de Nieuwe Tilburgsche Courant vanmaandag31 augustus 1914
Een relletje.
Een relletjetusschen politie en soldaten, gisteravond op den Heuvel tijdens het volksconcert plaats gegrepen, is door zenuwachtige menschen opgeschroefd tot een bloedig treffen, waarbij 10-tallen van gewonden zouden zijn gevallen. Bij nuchter beschouwen der feiten is de zaak zelf niet zoo erg geweest, echter wel ernstig genoeg om als waarschuwend voorbeeld te gelden in de toekomst.
Eenige militairen, die hunne vroolijke stemming, door te dansen en te springen, wat al te luidruchtig te kennen ga- werden door de politie die hiervoor termen aanwezig achtte aangemaand zich wat kalmer te gedragen. Een geheel gewone zaak ter wereld, waarin niets overdreven ligt.
Zoo begrepen het de militairen ook en hielden dan ook terstond met dansen op.
Een ander militair die de dappere spelen wilde, en daarbij door zijn kameraden geholpen werd, meende dat een politieagent hierover niets te zeggen had en begon nu juist wel te dansen.
Natuurlijk een hoera van de omstanders. Een tweede waarschuwing van den agent hielp niets, waarop de politie den man — al was hij dan militair — eenvoudig bij de kraag pakte en naar de politiepost wilde brengen. Daar had je de poppen aait 't dansen. Een twintig militairen trok partij tegen één politieagent, die in 't gedrang een stomp in zijn rug kreeg van een militair.
De agent laat den militaire danser los en wil den militair-in-den-rug stomper pakken, doch deze gaat op de vlucht. De rondom staande militairen nemen een dreigende houding aan tegen den agent van politie, zoodat deze, staande tegenover een groote overmacht voor zijn eigen veiligheid, de sabel trekt. Had de man zulks niet gedaan, dan was hij vlakweg onder den voet geloopen.
De vluchtende soldaat wordt bij het wachthuisje door een agent in burger gegrepen en binnen gebracht, alwaar hem verzocht wordt op een stoel plaats te nemen en zijn naam op te geven. Doch zoover kwam het niet.
De troep militairen groeide steeds maar aan en dreigde een stormloop tegen het wachthuisje te zullen ondernemen, wanneer hun kameraad niet werd vrijgelaten. De deuren werden opengesmeten en een drietal militairen drong het huisje reeds binnen
Van deze consternatie maakte de gevangen militair gebruik om te ontvluchten. Doch de politie, die uit op dit oogenblik uit vier man bestond, mocht een dergelijken brutalen inval niet dulden en joeg de geheele bijeengeloopen massa militairen en burgers met de blanke sabel uiteen. En vielen enkele klappen en natuurlijk op degenen, die met het geheele relletje niets te maken hadden. Zoo gaat het altijd; de nieuwsgierigen zijn gewoonlijk door eigen schuld de dupe.
Eenige oogenblikken later kwam er politie-versterking en rukte de wacht aan, om het geheele Heuvelplein schoon te veegen. Toen dit gedaan was, was ook aan 't relletje een einde.
Wij willen voor 't oogenblik niet meer aan ons bericht toevoegen, doch alleen de hoop uitspreken, dat dit treffen tusschen politie en militairen een op zich zelf staand feit blijve. Later komen wij hoogstwaarschijnlijk nog wel eens terug in 't algemeen op het verblijf der militairen in Tilburg.
Dit leidde ertoe dat enige dagen later een uitgebreid ingezonden stuk in de Tilburgsche Courant van zaterdag 5 september 1914 te lezen was van een “soldaat” waarin te lezen was dat niet alle soldaten van de 7e Brigade zich onbeschoft hadden gedragen en dank werd uitgesproken voor de vriendelijkheid van de Tilburgers.:
Ingezonden stuk:
Geachte Redactie!
Geen schrijver te zijn en toch te moeten schrijven is voorzeker een van de moeilijkste zaken welke een gewoon sterveling kan overkomen. Doch ik wil — en meerderen met mij—, aan de goede inwoners dezer stad doen weten hoe dankbaar wij zijn voor de behandeling en verzorging welke we van hun kant ondervinden, en vaak doet het ons leed, dat We niet door een of andere gave van onze dankbaarheid kunnen doen blijken.
We zijn dankbaar voor, de ontvangst en medewerking welke wij van alle zijden ondervinden.
Hoe menigmaal hooren we niet,de hulpvaardigheid roemen en dan gevoelen we den diepen inhoud van het woord Vaderlandsliefde.
Gij hebt, goede Tilburgenaren ons veel leeds verzacht; gij hebt aan menig onzer vergoed hetwelk wij moesten missen. Ge verzacht het leed hetwelk ons drukt en ge verplaatst ons door Uwe vriendelijke liefde in een toestand waarin we gedacht hadden nooit te komen.
Wat al vreemde gedachten hebben wij die uit het Noorden des lands kwamen niet gehad over het donkere Zuiden.
En zie ,we kwamen, en in plaats van donkere zielen vonden we licht en leven, vonden we een ieder bereid om ons te helpen en te steunen en arbeidende met alle kracht om ons het leven dragelijk te maken.
Thans is de 7e Brigade bijna 14 dagen bij u lieden en er ontstond een innige band, een band waarvan we hopen dat ze zal blijven en groeien. Zijn er wanklanken gehoord? Natuurlijk! Doch geen uwer zal ooit van den boer hebben gehoord dat er geen kaf onder het koren schuilde.
Overal in onze maatschappelijke samenleving vindt men goed en kwaad, lief en lede, kaf en koren, Zoo ook onder ons.
Zoo graag zagen we uitgewist de smet die men ons zoo, vaak aanwrijft, als zou bij de 7e Brigade menschen zijn waarmede niet valt te redeneeren en te handelen,
Neen, we moeten in deze dagen een scherp protest doen horen tegen deze aanklacht en zullen dit doen door overal te verkondigen dat Tilburg en z’n bewoners ons hebben ontvangen prettig en medelevend.
Wij hopen als straks het uur van scheiden staat en we of huiswaarts of ten strijden trekken, bij U geen blijdschap zal zijn over ons heengaan.
Wij soldaten zijn dankbaar, en zoudet ge 's avonds na binnenkomst eens de gesprekken kunnen beluisteren, ge zoudt kunnen hooren dat we Uwe vriendelijkheid op hoogen prijs stellen.
Mijnheer de Bedacteur wij danken U voor Uwe bereidwilligheid voor de plaatsing en hopen dat Tilburgs inwoners zullen willen aanvaarden, de langs dezen weg uitgesproken dank, Welke namens zeer velen wordt uitgesproken door een
SOLDAAT.
Ondertussen werd er van alles ingezameld om het de militairen zo aangenaam mogelijk te maken:
Uit de Nieuwe Tilburgsche Courant van zaterdag 5 september 1914
Voor onze jongens aan de grenzen.
De commissie, welke zich bereid verklaarde Donderdag en gisteren voor de inzameling van tabak, sigaren, chocolade, pijpen, Lectuur, gezelschapspelen enz. kan met voldoening op haar werk terugzien. Een enorme massa van een en ander is voor dit doel door de bewoners van het Zuidelijk deel der stad afgestaan waarvoor soldaten aan de grenzen en zeker dankbaar zullen zijn. Maandag en Dinsdag wordt de collecte voortgezet in het Noordelijk gedeelte van Tilburg.
En uit de Tilburgsche Courant eveneens van zaterdag 5 september 1914
VOOR ONZE JONGENS AAN DE GRENZEN.
De toevoer van allerlei goede gaven blijft op verblijdende wijze aanhouden. Bereids zijn zendingen geschied naar Chaam, Hooge Mierde, en Baarle-Nassau De geldcollectie bracht in enkele dagen reeds f200.— op. Maandag en Dinsdag is de beurt aan het Noordelijk gedeelte.
Ook werden autobezitters (en dat waren er toen niet zoveel) opgeroepen om militairen die van verlof terug kwamen naar hun legeringsplaatsen te vervoeren, zoodat ze niet dat hele eind naar Moergestel of Diessen hoefden te lopen.
Nieuwe Tilburgsche Courant zaterdag 5 september 1914:
Rijtuigen en Auto's voor Militairen.
Het comité voor de lees-, schrijf- en conversatiezalen alhier neemt de vrijheid zich tot sommige ingezetenen te wenden met het volgende verzoek. Vele militairen uit het Noorden, die des avonds laat met den trein aankomen op verlofdagen en dus een groote reis achter den rug hebben, moeten daarna nog een langen marsch afleggen naar Moergestel, Diessen enz. Daarom verzoekt het comité beleefd of u rijtuig of u auto ter beschikking wil stellen voor deze militairen en op welke voorwaarden. Wij verzoeken dit met te meer aandrang omdat minder aangenaam weer voor de deur staat en het vooral bij nat en guur weer zoo vermoeiend is voor deze militairen hun inkwartiering te bereiken onder zulke omstandigheden. Rij voorbaat dankt het comité voor Uwe bekende welwillendheid.
Het comité voornoemd
Dr. PITERS Voorz.
DE BRUIN Secr.
Overigens werd er ook een voetbal wedstrijd georganiseerd tussen Willem II en een militair elftal waarvan de opbrengst naar het Tilburgsch steunfonds (voor de armste inwoners) ging. (zie de advertentie uit de Tilburgsche Courant )
In een volgend deel hoop ik enkele resultaten van deze acties te kunnen weergeven.
Henk van Mierlo
Nuenen