Jos Naaijkens
Op zekere dag in de jaren ’50 van de vorige eeuw worden op de Pius X-school in de Theresiastraat te Tilburg alle oude schriftjes die maar te vinden zijn bij elkaar gezocht. De kaftjes worden eraf gehaald om gebruikt te worden voor tekenpapier. Geen wit tekenpapier, kleurpotloden of gummen meer. Alleen een kaftje van een schriftje en oliekrijt komen er aan te pas.
De eerste tekenles in de tweede klas verloopt als volgt.
Het onderwerp wordt ‘krabbel’ genoemd (zie afbeelding 2).
Elke leerling beschikt over oliekrijt en het groene kaftje van een schriftje.
Er wordt met een zwart oliekrijtje over het gehele ‘papier’ een flinke krabbel gemaakt. Deze krabbel is bij iedereen anders. Daarna worden alle vakjes met kleuren ingevuld. De zwarte lijnen trekt men nog eens goed over.
De krabbel wordt uitgeknipt en op een wit A4’tje geplakt. De resultaten worden op een prikbord gehangen.
De derde tekenles in de tweede klas krijgt de naam ‘hoeken’ (zie afbeelding 3).
Men beschikt over een liniaal, oliekrijt en een groen kaftje. Schuin over het ‘papier’ worden met een zwart krijtje en liniaal lijnen getrokken. De vakken die ontstaan vult men met kleuren in. De zwarte lijnen worden nog eens overgetrokken.
In de vijfde en zesde klas wordt in plaats van oliekrijt plakkaatverf gebruikt.
Op de afbeeldingen 4 t/m 7 zijn de resultaten van enkele leerlingen die volgens de opvattingen van frater Jérôme hebben gewerkt te zien.
Afb. 1: Frater Jérôme Gerritse (1955).
Afb. 2: Les 1 in de tweede klas.
Afb. 3: Les 3 in de tweede klas.
Afb. 4: Monster tweede klas oliekrijt.
Afb. 5: Glas in lood vierde klas oliekrijt.
Afb. 6: Oude stad vijfde klas plakkaatverf.
Afb. 7: Venetië zesde klas plakkaatverf.
Bronnen.
Archief Fraters Tilburg.
N.N., Ontmoetingen (3). Tijdschrift van de fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid, Tilburg, 1959.
F.M. Jérôme Gerritse, Tekenen, Tilburg. z.d.
