Door de breed opgezette herdenkingen hier in Zuid-Oost Brabant, dacht ik terug aan de oorlog en bevrijding van Tilburg, althans aan wat ik me ervan herinnerde als blaag van een jaar of vier vijf toentertijd..
Dit is dus allerminst een geschiedkundig relaas, maar misschien hebben mijn leeftijdsgenoten ook nog wel wat herinneringen om over te schrijven…
Vooraf
Mijn dorp Nuenen herdenkt vrijdag 19 september dat het 70 jaar geleden, 21 september 1944 om precies te zijn, werd bevrijd.
Overal in Zuid-Oost Brabant wordt deze week op grootse wijze herdacht dat op 17 september 1944 operatie Market Garden van start ging. Wikipedia vermeldt hierover:
Market Garden bestond uit een grootschalige luchtlandingsoperatie (Market) en een grondoffensief vanuit België (Garden). Britse, Poolse en Amerikaanse luchtlandingstroepen zouden belangrijke bruggen over Nederlandse rivieren innemen, waarna grondtroepen via deze bruggen snel zouden kunnen doorstoten naar het IJsselmeer. Daarmee zouden de Duitse troepen in het westen van Nederland in de tang zijn genomen en was er tevens de mogelijkheid om naar het oosten door te stoten, waar het Ruhrgebied lag, het industriële hart van Duitsland.
Het liep echter anders. Het belangrijkste doel, het snel innemen van de brug over de Rijn bij Arnhem, kon niet op tijd worden gehaald door de felle Duitse verdediging. Het gevolg daarvan was dat de aanval stokte en mede daardoor de oorzaak was van de Hongerwinter in het Noorden van Nederland.
Een ander doel van Market Garden was de bevrijding van Antwerpen en omgeving. Dit werd uiteindelijk wel gerealiseerd. Zodoende kon men -zowel vanuit het zuiden al vanuit het oosten de rest van Brabant- de Duitsers onder druk zetten en werd via Best en Boxtel de aanval op de Duitsers in westelijke richting worden ingezet.
Dat resulteerde in de bevrijding van Tilburg op 27 oktober 1944.
Ik was net vijf jaar toen de bevrijding kwam, dus alles wat ik me van de oorlog herinner zijn soms flarden, soms staat dat beeld nog steeds op mijn netvlies.
Zo schrijf ik elders op het Geheugen van Tilburg (Verduisteringsoefening maart 1939):
“Vaag herinner ik me nog dat we ons huis in de H.Berkvensstraat moesten verduisteren in de oorlog. Mijn vader had dik zwart papier aangeschaft dat voor de ramen werd geplakt en dan de gordijnen dicht zodat er absoluut geen straaltje meer naar buiten kon glippen.
Toen na de oorlog dat niet meer nodig was, hebben wij, de kinderen, dat materiaal nog als speelgoed gebruikt. Je kon er mooie rotsen van vormen bijvoorbeeld.”
In mijn memoires -het boek dat ik nog steeds niet af heb- schrijf ik over de oorlog en bevrijding ondermeer:
….Ineens is Pa weg. Zonder te weten wat er aan de hand is, zie ik hem ruim een week niet. “Waar is Papa” vraag ik. “Die is even een paar dagen logeren bij een tante” jokt moeder, maar ze is gespannen en gaat niet verder op mijn vragen in.
Achteraf hoor ik dat hij acht dagen in de gevangenis in Breda heeft gezeten, met nog een aantal collega’s van de fabriek waar hij werkt.
De kettingen (lengtedraden van een weefsel) van een aantal stukken, bedoeld om Duitse uniformen van te weven zijn kapot gesneden, sabotage dus, en de Duitsers wilden erachter komen wie daarvoor verantwoordelijk was. Zonder succes overigens. De halve familie is aanwezig als hij weer thuis komt. Pa is eventjes een held…..
…Het "Atelier", de Hoofdwerkplaats van de Spoorwegen in Tilburg, zal worden opgeblazen door de Duitsers om te voorkomen dat het nog bruikbaar in handen van de geallieerden komt.
We zijn daar kennelijk tijdig van in kennis gesteld, want mijn vader heeft grote kruisen van plakband op de ramen geplakt om barsten van de ruiten tijdens de explosie te voorkomen.
Ik kan me niet herinneren dat ik de ontploffingen heb gehoord, wel zie ik grote bruine roestvlokken bij ons op de plaats omlaag dwarrelen…. (afb.2)
….Het is overigens niet voor het eerst dat we de kelder moeten opzoeken als schuilplaats. Vele malen al is er luchtalarm gegeven omdat er een V1 of een V2 overkomt.
Je staart in de helblauwe lucht en ziet een klein vurig puntje achter een raket en je hoort een zoemend geluid. Als dat geluid ophoudt, beginnen de mensen te roepen: "Onze Lieve Vrouwke, gift 'm nog ‘n douwke".
Soms duikelt dat ding dan een eind naar beneden en begint de motor op mysterieuze wijze weer te lopen.
Maar vaker komt het voor dat mijn vader naderhand weet te vertellen waar de 'bom' is te neergekomen en wie er door zijn getroffen…
….De oorlog is in Tilburg al voorbij sinds 27 oktober 1944. Boven de "pisbak" in de Koestraat hangt een als SS-er verklede pop aan een galg. Aan de hand van mijn vader gelukkig, huiver ik, hoewel ik de bedoeling van die uitstalling niet begrijp, maar de mensen kijken opgelucht. Weken eerder hebben we nog in ons keldertje gezeten, pannen op ons hoofd, matrassen voor het raampje en zoveel mogelijk onder de trap omdat het daar het veiligst is.
Maar nu is er opluchting, een kinderlakentje is met oranje verf tot vlag omgedoopt en aan een bezemsteel uit een slaapkamerraam gehangen.
Achter bij ons op het pleintje, staan grote groene tanks met mannen die alleen mijn moeder kan verstaan.
Later heb ik nog een boek van haar gevonden met de veelzeggende titel "Do you speak English?" Ook heeft ze een insigne op dat aangeeft dat zij ook het Esperanto machtig is.
Op een keer is er ook een Canadees bij ons binnen. We krijgen chocola van hem, terwijl hij probeert met mij te praten maar daar begrijp ik natuurlijk geen snars van….
Op 22 maart 1945 overlijdt mijn moeder als gevolg van de (dood)geboorte van mijn zusje Corrie.
Wij, de kinderen, worden ondergebracht bij tante Nel en ome Jan in Riel.
Zij wonen in bij Opa, vlak naast de melkfabriek aan de Tilburgseweg.
We gaan er te voet heen, mijn kleine broertje in de kinderwagen, jongste zusje op een plankje dat op de kinderwagen is gemonteerd.
Mijn oudste zusje en ik lopen naast de door Pa voortgeduwde wagen, ons stevig vast houdend aan de stangen van het stuur.
….Toen vielen me alleen de schuttersputten op aan weerszijden van de Rielseweg, als stille herinnering aan de gevechten die er enkele maanden eerder hadden plaatsgevonden. We zullen enkele maanden in Riel blijven wonen.
Mei 1945 wordt de bevrijding opnieuw gevierd. Nu omdat heel Nederland vrij is. Oom Christ is bij de Binnenlandse Strijdkrachten en staat, fier in het uniform -een soort blauwe overall met een Engelse helm en een oranje armband- met de rest van de familie voor het huis naar de optocht te kijken, die ter wille van dat feit was georganiseerd.
Een van de wagens beeldt de overwinning uit op de Duitsers.
Een man in het Weermachtuniform zit geknield en gebonden op de paardenkar en wordt geslagen met een bos stro. Ik kruip uit angst achter de rok van mijn tante, niet wetend wat de bedoeling van die uitbeelding is. Dat beeld ben ik nooit meer kwijtgeraakt….
En dan nog wat:
Bij het lezen van de historische kranten via Delpher.nl kwam ik toevallig een speciaal Bulletin van het Parool van 15 september 1944 tegen waarin Prins Bernhard de bevolking waarschuwt geen bloem en versnaperingen naar de militairen te gooien omdat dit wel een verkeerd begrepen kon worden.
Vandaag de dag begrijpen we beter waarom…
Het Parool Speciaal Bulletin vrijdag 15 september 1944
Er is, in verband met den intocht van onze bevrijders in Nederland, door Prins Bernhard een waarschuwing gericht tot het Nederlandsche volk. Onze bevolking wordt hierin met de meeste klem ontraden om van hun vreugde blijk te geven door het aanbieden of toewerpen van bloemen, vruchten en andere voorwerpen. Geschiedt dit toch, dan is het mogelijk, dat de geallieerde troepen het vuur zullen openen.
De aanleiding tot deze waarschuwing, die ons wellicht wat nuchter op de maag valt is, dat er in het verleden bij dergelijke gelegenheden door misdadige elementen wel eens explosieve ladingen in de bloemen of vruchten werden verstopt. Om dit te voorkomen was het noodig om een dergelijke krasse waarschuwing tot ons volk te richten.
Henk van Mierlo
Nuenen
Foto’s (2,3,4) met dank van Beeldonline RAT.en ons huis in de H.Berkvensstraat