In september 1940 arriveert de Duitse familie Leopold vanuit Hellevoetsluis in Tilburg. Door een maatregel van de bezetter moeten ze binnen enkele dagen vertrekken uit deze kustplaats waar ze in 1938 neergestreken zijn als vluchtelingen in afwachting van emigratie naar Amerika.
Vader, moeder en twee volwassen zoons gaan in de Korte Schijfstraat wonen. De keuze voor Tilburg heeft er vast mee te maken dat Herta Gottschalk haar tante Ida en ome Lion Leopold heeft kunnen helpen aan een woonadres.
In november 1941 trouwt de oudste zoon Hugo met een Oostenrijkse vluchtelinge die met haar ouders in Amsterdam woont, Franciska Wohlmuth. In februari 1942 wordt hun eerste kind geboren.
Door dreigende razzia’s in Amsterdam en de dreiging van deportaties komen Max en Malvina Wohlmuth naar het relatief rustige Tilburg.
Om deportatie te ontlopen duikt de hele familie, zes volwassenen en een baby, in november 1942 onder.
Na allerlei verwikkelingen en zelfs twee maal gezinsuitbreiding kunnen ze na bijna twee jaar onderduik zich weer vrij bewegen.
Door Ans Holman