De Trappistenkwestie (2)

  • Datering van de gebeurtenis: 1909

Op 3 juli slaagde Desmis erin afschriften van een brief van de Romeinse congregatie van religieuzen de abdij binnen te smokkelen. Volgens de brief zou de H. Stoel niet terugschrikken voor strenge maatregelen als de abt en zijn aanhangers hardnekkig in hun opstand zouden blijven volharden.

Een monnik legde afschriften op de bedden in de slaapzaal, en er brak een complete paniek los. Dertig mensen verlieten 's middags de abdij. Op 4 juli vertrokken 35 broeders, drie paters en 11 leerlingen van de oblatenschool. In deze zeer gespannen sfeer zei dom Verbruggen, wandelend in de ontvangstzaal 's middags: "Niemand hoeft meer te vertrekken. Zeg hen dat ik mij van nu af aan onderwerp; er bestaat geen enkele reden meer het huis te verlaten." Hij had, zo vervolgde hij, zojuist een brief gekregen van de bevriende abt van Chimay, die zijn bemiddeling aanboodt bij de abt van de Katsberg. Hij besloot: "Wie had kunnen denken dat men mij zoiets zou aandoen. Had ik dat voorzien, dan was ik er niet mee begonnen."

De weinige aanwezige monniken onderhielden zich dan met elkaar, iemand zorgde voor bier en sigaren. Dan brak eindelijk de ondraaglijke spanning, dom Willibrord en de anderen raakten nog een keer opgewekt in gesprek.

Op 6 juli kwamen een tweetal abten naar Berkel-Enschot, maar ze ontmoetten dom Willibrord niet. Die had Koningshoeven voorgoed verlaten en was vertrokken naar zijn geboorteplaats, Berchem bij Antwerpen. Vandaar reisde hij naar Rome, waar hij op 12 november afstand deed van zijn burgerlijk eigendomsrecht.

In de Nieuwe Tilburgsche Courant van 21 juli lazen we: "Alles wijst erop dat het zal eindigen met een failliet van den ex-abt, waarvan hij de schande alleen te dragen zal hebben en waaraan hij niet meer ontkomen kan. Zoo is dan tenslotte alles in het reine gekomen en zal deze treurige geschiedenis eindigen met den treurigen en geestelijken en financiëelen val van den ex-abt Verbruggen. Dat de man er ziek van geworden is, zooals men zegt is nogal begrijpelijk".

20 juli: Burgemeester Brenders van Berkel-Enschot regelde, samen met de sub-prior, Pater Augustinus Lauwerijssen enkele dingen m.b.t. de bierbrouwerij, de stallen, een portier, loon voor de arbeiders, de sleutels, enzovoort. Om 4 uur 's middags verliet Pater Lauwerijssen als laatste van de kloosterlingen de abdij. Het gerechtshof te Breda wees vervolgens burgemeester Brenders en advocaat J. van den Mortel (later burgemeester van Tilburg) tot bewindvoerders aan. Het werk in de brouwerij en de bierverkoop ging intussen door.

Er moest een en ander geregeld worden. Onder andere: de aflossing van de schuldenlast (die in 1922 voltooid was). En de aanwijzing van een voorlopige overste. Dat werd de latere dom Simon Dubuisson. In oktober en november 1909 keerde de kloosterbevolking terug.

Op zaterdag 20 november werd het Allerheiligste weer plechtig naar de abdijkerk overgebracht. Koningshoeven was hersteld.

Hoe verging het vervolgens dom Willibrord Verbruggen ? Als demissionaire abt woonde hij jarenlang in Engeland, Frankrijk en Zwitserland. Tegenover zijn familie liet hij niets meer van zich horen. Men vroeg zich tenslotte af, of hij nog in leven was. Wat hij deed, en waarvan hij leefde, is niet bekend.

In 1933 werd vernomen dat de demissionaire abt in Zuid Frankrijk in een kliniek was opgenomen wegens kanker aan het onderlijf. Men wist toen de zieke te bewegen om, na zijn herstel, weer monnik te worden. In 1934 werd hij, als padre Francisco, assistent van de rector bij de trappistinnen van Grotta Ferrata bij Rome. Na ruim een jaar overleed hij op 2 september 1935. Hij werd begraven op een Romeins kloosterkerkhof.

Zijn opvolger in Berkel-Enschot, Simon Dubuisson vernietigde alle nagelaten papieren betreffende dom Willibrord en liet zijn wapenschild op de abdijkerk - door Willibrord zelf gebouwd - slopen.

Om te besluiten....... Dom Willibrord Verbruggen was hoogbegaafd en bezield met grootse ideëen, waarvan een goed deel vervuld werd. Hij was ook zakenman, met uitstekende bankrelaties.
En vrijgevig; de orde zou veel aan hem te danken hebben (Maar was het onderscheid tussen eigen, en toevertrouwd geld duidelijk ?) Willibrord deed zoals hij deed, kennelijk op grond van gewetensovertuiging en zakelijke tactiek.

Dom Willibrord had stijl en leefde als een prelaat in de baroktijd (dat deden er toen meer). En hij was oprecht zorgzaam voor zijn mensen. Onder de kloosterlingen was verontwaardiging over de manier waarop hij behandeld werd. "De Fransen" kregen de schuld. Maar Willibrord was niet helemaal oprecht en hield informatie over het conflict met Rome achter.

Achteraf is vastgesteld dat Rome heel grote fouten maakte. Koningshoeven werd beschouwd als een oproerig nest, waar de kloosterlingen zich niet wilden onderwerpen aan Rome. Er is later toegegeven dat Rome te veel op afstand handelde. En degenen die door Rome naar Koningshoeven werden gestuurd stapelden het ene misverstand op het andere.

En zo kon alles gloeiend uit de hand lopen. Mijn voornaamste bron, het boek "Honderd jaar monnikenleven in Koningshoeven" van Pater Anselmus Terstegge geeft antwoord op veel vragen. Of daarbij ook echt het achterste puntje van des schrijvers tong zichtbaar geworden is, weet ik niet.

Anton van de Wiel

Tilburg Wiki:

Media