- Datering van de gebeurtenis: 1963
15e vertelling
Kom op Adje . . .
In 1963 was het een strenge winter, ook in Tilburg, waardoor alle stilstaand water was dichtgevroren. Dientengevolge werd er op het Wilhelminakanaal een schaatswedstrijd georganiseerd. De tocht ging over ongeveer 45 kilometer van Tilburg naar Dongen, sluis II, en terug om dan weer verder te rijden naar Biest-Houtakker en dan weer om te draaien en koers te zetten op de finish in Tilburg. Ik vond het als schaatsliefhebber geweldig en schreef me als jonge jongen van 17 jaar in voor deze prestatietocht, samen met Adje Herijgers. Met Adje had ik al veel geschaatst en ook als hulpje in de banketbakkerij van Van Sprangs gewerkt. Iedereen noemde hem toen Adje in plaats van Ad. Ik denk omdat Ad niet zo groot was, net zo min als ik. Enfin, de meeste mensen startten voor de lol en reden dus op kunst- of ijshockeyschaatsen. Een enkeling reed op noren, dat waren de lange afstandschaatser met een speciaal schaatspak. Aan de start zag ik het al, er stonden een paar van die hardrijders voor ons. Toen we goed en wel weg waren werd het al duidelijk. Op glad en egaal ijs namen die jongens een voorsprong op ons omdat ze grote klappers konden maken met hun rechte, vlakke noren. Maar waar de wind het oppervlak van het ijs had vervormd tot ribbelijs of er scheuren in het zeven centimeter dik ijs zaten, daar waren wij in het voordeel met onze korte, licht gebogen ijzers. Ook als er wat riet was ingevroren of andere obstakels op het ijs lagen konden wij beter uit de voeten, onze wendbaarheid was immers groter. Ook vielen die gasten vaker dan wij. Het resultaat was dat wij zeer goed konden aanklampen bij die hardrijders, die we alsmaar naar elkaar hoorden schreeuwen wie de kop moest nemen. Volgens mij waren het geen Brabanders, want die hebben een andere manier van roepen. Ondanks het feit dat het een prestatietocht betrof en geen wedstrijd, was het onze eer te na om deze groep te laten gaan, dus ook wij maakten er een race van. Vanaf Biest-Houtakker ging het er om spannen wie er al eerste over de Tilburgse streep zou komen. Uiteindelijk was het een groepje Friezen en eindigden Adje en ik op de tweede plaats. Ik nam me vol trots de medaille in ontvangst van deze geweldig enerverende schaatstocht. Aangezien het vriesweer aanhield trok ik opnieuw mijn schaatsen aan pakte mijn ijshockeystick en speelde met Adje en anderen onderling wedstrijdjes op het Baksche Ven of op de bevroren ijsbaan bij de speeltuin van de parochie Theresia. Waar inmiddels de bodem was gelegd om het ijshockey te doen herleven in ‘de ijshockeystad' Tilburg.
JKw (uit Bouwjaar 1945 memoires van Jan Kwantes)