- Datering van de gebeurtenis: 27 november 1954
Het was zaterdagavond 27 november 1954, er was nog geen tv en we luisterden op de radio naar de opening van het wekelijkse KRO-programma "Negen heit de klok" (met de Boertjes van Buuten en Gait-Jan Kruutmoes en vele anderen). We zaten in de keuken, want daar stond ons "luistervinkje" (een klein radiootje) in de hoek van het aanrecht tegen de keukenkast aan, onder het pijpenrekje van mijn vader met de tekst "het is geen man die niet roken kan".
Het was al eventjes donker buiten en daarom verbaasde het ons dat er een rode gloed door het keukenraam scheen, vergelijkbaar met een (prachtige) zonsondergang. Ik ging daarop naar buiten, op onze binnenplaats (de plôts), en zag meteen dat het om een gigantische brand moest gaan in westelijke richting van ons huis aan de Minister van Sonstraat (Theresia). Ik liep meteen door naar de zolder om door een piepklein uitzetraampje te kunnen zien wáár de brand was en concludeerde dat het wel eens in de buurt van Lauwke Tod kon zijn.
Terug beneden, riep ik meteen "ik ga kijken" want wat wil je als 16-jarige liever zien dan een forse brand op een zaterdagavond, helemaal voor niks. Een spektakel toch? Maar iedereen thuis trok meteen z'n jas aan en zo spoedden we ons gezamenlijk in een stevige tred op weg in de richting van "de gloed". Stel je eens voor dat het afgelopen zou zijn als wij eraan kwamen!
Maar eenmaal aangekomen op de hoek van de Lange Nieuwstraat - Gasthuisstraat (thans Gasthuisring) tegenover de Philips Vingboomstraat, waren er al veel meer mensen op de been. We mochten zelfs niet eens verder: de Wollenstoffenfabriek van Janssens van Buren stond volop in de fik! En dat was de fabriek waar mijn vader al ruim 40 jaar werkte! Zelfs zijn vader (mijn grootvader) werkte er al, toen mijn vader destijds als 14-jarige mee naar de fabriek ging/moest.
In de volksmond heette Janssens van Buren "Lauwke Tod", genoemd naar een van de stichters, ene Laurens Janssens als ik het goed heb. Vandaar!
De fabriek, althans het midden-gedeelte, een gebouw met meerdere verdiepingen, stond in lichterlaaie. Het was een deel dat al uit de 19e eeuw stamde, zoals volgens mij nagenoeg het gehele complex (zie bijgaande afbeelding). Kun je nagaan hoe die houten vloeren doordrenkt zullen zijn geweest van olie en vetten, vanwege het jarenlange onderhoud aan al die machines. Het brandde als een fakkel en je kon de hitte, ook al was de afstand zeker 150 meter, goed voelen. En dan dat lawaai bij het instorten van de verdiepingsvloeren met al die machines daarop!
Ofschoon er volop brandweerlieden en -auto's aanwezig waren had de Brandweer kennelijk besloten de zaak maar te laten uitbranden en hun aandacht vooral te richten op de huizen aan de Philips Vingboonstraat, door die goed nat te houden om het overslaan van de brand, vanwege de enorme vonkenregen in die richting, te voorkomen.
Mijn vader had de tranen in z'n ogen. Niet vanwege de hitte, maar hij zag als het ware een levenswerk vernietigd worden! We bleven tot na middernacht kijken en nóg hield het niet op. Ook de zondag daarop werd er nog volop nageblust maar op maandagochtend ging mijn vader, plichtsgetrouw, om tien voor half acht naar de fabriek om daar te vernemen dat er uiteraard niet gewerkt kon worden. Zo stonden ze "even" met een paar honderd mensen op straat, totdat ze een week of wat later (tijdelijk) op een andere fabriek weer aan het werk konden.
Enkele weken later lazen we in "Het Nieuwsblad van het Zuiden" dat kortsluiting de vermoedelijke oorzaak was geweest en dat de schade enkele miljoenen guldens bedroeg, een onvoorstelbaar bedrag in die tijd. Een paar jaar later gingen er ook in de Goirkestraat nog twee textielfabrieken in de fik, maar daar weet ik te weinig van. Misschien dat een andere (oud-)Tilburger daarover nog iets kan schrijven?
Louis Sparidans
Afb. 1 Het briefhoofd van de firma Janssens van Buren, met daarop het gehele fabriekscomplex aan het begin van de 20e eeuw
Afb. 2 Een foto van mijn vader, Sjaak (Jacobus Cornelius Maria) Sparidans op een leeftijd van omstreeks 50 jaar; hij is in 1987 overleden