Jeannette van Mierlo

  • Geboortedatum: 05-06-1961
  • Sterfdatum: 3 april 2010

Het was 5 juni 1961, we woonden vanwege de woningnood in bij onze Pa aan de H.Berkvensstraat 11, een kamertje onder de dakpannen van nauwelijks zes bij drie meter vloeroppervlak en een schuin dak.

Joleintje onze oudste, was even op de andere kamer gestationeerd omdat mijn vrouw om de 10 minuten weeën kreeg en inmiddels de verloskundige (d'n baker toen nog) , Mevr. Ramperti was gewaarschuwd.

Ze kwam binnen, keek Annie aan, en zei "dat gaat nog efkes duren".

Uit haar tas kwam een kruiswoordpuzzel en een potlood. Ze wilde net gaan zitten toen de bevalling begon. Tien minuten later stond ze met een wolk van een baby van maar liefst acht pond in haar handen. Jeannette moest ze gaan heten, naar de oudste zus van Annie.

Jeannette was door de snelheid van de geboorte en haar gezicht een beetje "opgeblazen".

Ze had wat kleine bloedinkjes op haar bolleke en zag een beetje geel.

Pastoor Koos Verschuuren van de Theresiaparochie kwam hoogst persoonlijk op kraamvisite en zei dat ons kindje geelzucht had.

Toen Ramperti weer langs kwam zeiden wij tegen haar wat de pastoor gezegd had.

"D'n pastoor moet z'n èège mar meej z'n kèèrsen en de heiligen bemoeien" was haar kordate antwoord. (afb. 1)

In 2001 werd bij Jeannette borstkanker geconstateerd. Even dacht ze nog dat alternatieve geneeskunde haar zou helpen, maar nadat we samen de Anthony van Leeuwenhoek kliniek in Amsterdam hadden bezocht voor een second opinion, heeft ze zich bij de onvermijdelijke amputatie neergelegd; de tumor zat op een dusdanige plek dat gedeeltelijk verwijdering onmogelijk was.

Daarna kwam de chemotherapie en het (mooie) kale kopje (afb. 2), wat stilaan weer aangroeide. haar borst werd gereconstrueerd en alles leek goed te gaan tot in september 2005 opnieuw de kanker werd waargenomen, ditmaal zo ernstig dat de oncoloog de woorden "ongeneeslijk" en "opgegeven" in de mond nam.

Even dacht ik dat Jeannette de strijd zou opgeven, maar nadat we haar ervan overtuigd hadden dat wij haar nog niet kwijt wilden, ging ze opnieuw de o zo zware chemotherapie aan.

Ditmaal met de ijskap, die voorkwam dat haar haar opnieuw uitviel.

Ik ben een paar keer met haar mee geweest en ik vond het een crime. Die kap moest een uur van tevoren op om haar hoofd af te koelen, en na de infusie van de Chemo moest die nog een uur blijven zitten. Zo was ze al gauw 3,5 uur bezig.(afb.3)

En door die onderkoeling van je hoofd word je zo duf.

En dan de nawerking: ziek zwak en misselijk zoals ze zelf placht te zeggen.

Na afloop van die therapie (haar lokken bleven behouden) kwam een hormoonkuur, die gelukkig aansloeg en bij de zoveelste controle werd nog wel iets gezien, maar het was bijna weg. Ze liet weer van foto's van zichzelf maken en noemde zich "de nieuwe Jeannette" (afb. 4)

In mei 2008 opnieuw een tegenslag het was weer aangegroeid en wéér een chemotherapie, maar nu zonder de ijskap.

Januari 2009, zijn de uitzaaiingen weer met meer dan de helft afgenomen en is Jeannette weer aan een nieuwe hormoonkuur begonnen.

In december 2009 werd ze drie weken opgenomen om vocht uit haar long en rond haar hart te verwijderen en onderging ze ook een operatie waarbij een “luikje” in haar hartzakje, moest voorkomen dat het vocht zich opnieuw zou ophopen. (Ik ben overigens maar een leek dus wat ik hier schrijf is niet wetenschappelijk verantwoord). Daarna werd de chemotherapie weer hervat, maar na controle amper twee maanden geleden weer gestopt toen geconstateerd werd dat deze geen effect meer had (Je gaat eerder dood aan de chemo, dan aan de kanker had de oncoloog gezegd), er werden ook uitzaaiingen in lever en ruggenmerg geconstateerd.

Ze kon ook niet meer goed wandelen, een van haar grote hobby”s, dus kocht ze maar een autootje om nog een beetje mobiel te zijn. Half januari 2010 is ze nog bij mij in Nuenen op bezoek geweest. 

maandag, 29 maart 2010 wilde ze, samen met haar moeder, nog een paar daagjes naar Frankrijk, maar haar toestand liet dit niet meer toe. Er werd ook al ’s nachts bij haar gewaakt. In de nacht van woensdag op donderdag kreeg ze het zo benauwd dat haar zus Helma de dokter heeft gebeld en ze per ambulance naar het ziekenhuis is vervoerd. 
Al snel bleek dat vocht uit haar slechte long halen niet meer mogelijk was omdat die verkleefd was. Ze kreeg morfine toegediend om de benauwdheid te verlichten, maar ze bleef het heel moeilijk houden.
Ze leed enorm en was uitgeput. Goede Vrijdag 2 april om een uur of vijf kreeg ze op haar verzoek een slaapmiddel toegediend. Ze is niet meer ontwaakt. 3 april 2010, Paaszaterdag. om 5.25 uur stopte ze met ademhalen en overleed.

Henk van Mierlo,

Nuenen

Media