- Datering van de gebeurtenis: 1968-Carnaval
Het jaar 1968 was het jaar van de Feestneuzen.
Vier weken lang, van 3 t/m 24 februari stond Toon Hermans bovenaan op de Nederlandse hitparade met zijn nummer ‘Mien waar is mijn feestmuts’, met als eerste meezinger, het couplet:
Mien waar is m'n feestneus, Mien waar is m'n neus
Waar is m'n feestneus gebleven
Ik moet 'm hebben als ik naar een feesie ga
Ik zag 'm net nog leggen in de la la la la la la
Mien waar is m'n feestneus, Mien waar is m'n neus
Waar is m'n feestneus gebleven
In 1968, het vierde jaar van het openbaar carnaval in Tilburg, was er hier nog geen motto, die kwam pas het jaar erop in 1969. Maar er was ook geen behoefte aan een motto want heel Nederland zong over Mien. 1968 was ook het begin van de regeerperiode van onze Prins Joep d’n Irste (Joep Verheggen), die dankbaar gebruik kon maken van de zo populaire feestneus van Mien.
Hoe Joep met zijn Raad van Elf het heeft versierd om een locomotief ter beschikking te krijgen is niet meer bekend, maar de Raad kwam binnen in Tilburg in bijgaande FEESTNEUZENCARNAVALSTREIN.
Onze bekende Tilburgse kunstenaar en kunstenmaker Kees Koster, kon zich nu voor het eerst uitleven op het ontwerpen en decoreren van een locomotief, met neus. Ongetwijfeld is dit de enige trein met feestneus ter wereld ooit.
Foto’s uit 1968, met dank aan Kees Koster.