‘We delen geschiedenis, maar hebben zeker ook een gezamenlijke toekomst’

Koloniaal verleden van Tilburg – Rodgairo Dalnoot

Jongerenwerker Rodgairo Dalnoot had een fijne jeugd in Tilburg-West, maar voelde tegelijkertijd soms ook het gemis met zijn Curaçaose roots. Maar de trots op het Papiaments als zijn moedertaal maakt veel goed, zo merkte hij. Een gevoel van eigenwaarde dat hij graag overbrengt op de Caraïbisch-Nederlandse jongeren waarmee hij werkt.

Rodario-HEY_0335 kopie

Het valt Rodgairo en zijn collega’s steeds vaker op. De Caraïbisch-Nederlandse jongeren die ze vanuit hun jongerenwerk tegenkomen, beheersen de taal van hun ouders en grootouders vaak niet meer. En dat terwijl diezelfde taal, het Papiamentu, niet eens zo heel lang geleden nog erkend is als officiële taal. “Voor mij is het herkenbaar, hoor,” zegt Rodgairo. “Ik spreek het Papiamentu ook niet. Dat komt mede omdat we vroeger heel vaak te horen kregen: ‘Spreek maar Nederlands, want dat vergroot je kansen’.”

De Tilburgse jongerenwerker, die daarnaast ook stadsdichter van Tilburg is, wil best geloven dat dit klopt. “Maar,” vraagt hij zich tegelijkertijd af, “heeft het ook niet gezorgd voor te veel afstand tot onze eigen Caraïbisch-Nederlandse cultuur? Zijn we nog wel trots genoeg op waar we vandaan komen, op onze eigen taal?” Die trots wil Rodgairo de Tilburgse jongeren waarmee hij werkt weer meegeven. Misschien dat hij in de toekomst taallessen gaat aanbieden, hij weet het nog niet. Maar voor nu wil hij ze alvast het bewustzijn van een eigen identiteit voorhouden.  

Bijvoorbeeld door een eigen Caraïbisch-Nederlandse invulling te geven aan Keti Koti, de dag waarop de afschaffing van de slavernij wordt gevierd. “We merkten dat veel Antilliaanse en Caraïbisch-Nederlandse jongeren behoefte hebben aan die eigen invulling. Dus hebben de naam Keti Koti vertaald in het Papiaments, dat is Kibr'e Kadena geworden. Toevallig ook met twee K's. Makkelijk.” Het resulteerde vorig jaar tijdens de eerste editie in een gezellig Caraïbisch feestje voor de Tilburgse schouwburg. Dit jaar wordt het evenement uitgebouwd tot een driedelige talkshow. Rodgairo: “Om te kijken hoe het toen was, hoe het nu is en waar we naartoe willen.”

Wat hem betreft zeker ook vanuit het idee dat het Nederland ‘van het vaste land’ en het Nederland van de eilanden hier een gezamenlijke opdracht hebben. “Er is hier in Tilburg een stichting die heet: Gedeeld Verleden, Gezamenlijke Toekomst. En ik ben het daar eigenlijk wel mee eens. We delen geschiedenis, maar we hebben zeker ook een gezamenlijke toekomst. We kunnen dat heel politiek aanjagen en overal een strijdpunt van maken, maar we kunnen het ook heel mooi gaan vieren. En tegelijkertijd kijken hoe we de identiteit van Caraïbische Nederlanders beetje bij beetje herontdekken en vaker met trots presenteren.”

 

Tekst: Mark Mol

Foto's: Maria van der Heyden en Kas van Vliet

 

Het onafhankelijke onderzoek naar het koloniale verleden van Tilburg wordt mede mogelijk gemaakt door inwoners van de gemeente Tilburg, het Stadsmuseum Tilburg, het Regionaal Archief Tilburg en de gemeente Tilburg. Het doel van het onderzoek is om Tilburgers meer kennis te geven over de rol die Tilburg speelde in het koloniale verleden. Tilburg is een inclusieve gemeente en daar zijn we trots op. De gevolgen van het koloniaal verleden zijn tot op de dag van vandaag voelbaar en zichtbaar. Meer kennis over elkaars verleden brengt ons samen. Zo maken we de gevolgen van onze geschiedenis voor ons heden bespreekbaar. Rodgairo Dalnoot was een van de geïnterviewden bij het onderzoek naar het (post)koloniale verleden van Tilburg in 2023.

Alle rechten voorbehouden

Media