Het is al heel lang geleden dat ik het voor het laatst hoorde ….. tot vorige week!
Het liedje: ‘Ik heb een pôtje met vet; ik heb een potje, potje, potje, potje vèhehèt, al op de táááfel gezet. Ja ja ja, pôtje met vet; ik heb een pôtje met vet …‘
En ….. , ga zo maar door, het zit ‘m juist in de herhaling. In mijn jonge jaren (in Tilburg) was het ‘strijk en zet’. Er kon geen feestje voorbijgaan of het werd tenminste één keer door iemand ingezet. Maar ook tijdens (stevige) wandelingen, om het marstempo aan te geven.
Zelf zing ik het soms ook nog wel eens, als ik thuis, voorafgaand aan een broodmaaltijd de tafel dek en een potje ‘Schmalz’ op tafel zet. ‘Schmalz ?’ hoor ik iemand vragen. ‘Wat is dat?’
Nou, wij aten dat vroeger bij ons thuis geregeld, althans tijdens de wintermaanden. Gewoon, als smeersel voor op de boterham. Het was eigenlijk uitgebakken varkensvet met kaantjes.
Van ons eigen varken. Want onze pa hield in de jaren tijdens en na de oorlog (de Tweede Wereldoorlog) ieder jaar opnieuw een varken in onze achtertuin, in een varkenshok uiteraard. In het voorjaar bij een boer in ‘d’n Udenhout’ als biggetje in een fietstas gehaald om tijdens de rest van het jaar te worden vetgemest resp. in november te worden geslacht, enzovoorts.
Sommige mensen kennen het smeerseltje als reuzel met kleine spekbakseltjes erin, d.w.z. de niet smeltbare restjes, de zogenoemde kaantjes. Bij ons thuis noemden we het smeltsel-goedje smals of ‘smout’. Zogezegd: een potje vet.
Mijn vrouw en ik vinden het af en toe nog steeds lekker, dun gesmeerd op een (bij voorkeur licht- geroosterd) sneetje roggebrood, vooral vanwege die kaantjes; heerlijk! Alhoewel, het is tegenwoordig op steeds minder plaatsen verkrijgbaar. Ik begrijp dat wel; het is immers toch dierlijk vet. Ofschoon dat niet wil zeggen dat het dan ‘per definitie’ ongezond zou zijn.
Ik ga ervan uit dat slager Lejeune het nog wél verkoopt. Dat is immers al vier generaties lang (sinds 1906) de bekendste ambachtelijke slager in Tilburg! Hij maakt, tijdens het seizoen, zélf ook nog bloedworst en balkenbrij. Ook zo lekker!
Louis Sparidans