Bevrijding en wat er aan vooraf ging
De geallieerden waren in aantocht. Uit alle bleek dat de Duitsers nerveus waren. De bruggen over het Wilhelminakanaal werden opgeblazen; kortom het was héél spannend.
Toen was het voor de kinderen ook echt oorlog. Er werd geschoten en er vielen bommen. Er moest geschuild worden. De schuilkelders die op verschillende plaatsen in Tilburg op straat stonden waren in de loop van enkele jaren in onbruik geraakt. De schuilkelders die de mensen (buurtvereniging) zelf in de achtertuin gemaakt hadden waren er (o.a. door spelende kinderen) nog slechter aan toe. Textielfabrieken en grote gebouwen stelden hun kelders beschikbaar om te schuilen. Wij gingen naar het dichtstbijzijnde textielfabriek waar we in een grote kelder werden ondergebracht. Er werden slaapplaatsen gecreëerd en zo brachten we de nacht door met veel buurtbewoners begeleid door een ‘Blokhoofd’ een man die de leiding bij dergelijke activiteiten op zich had genomen.
Op zijn huis stond dan ook een bordje Blokhoofd of een bordje EHBO als iemand uit de buurt de eerste hulp kon verlenen. Als de sirenes het signaal ‘veilig’ gaven konden we weer naar huis.
Toen werd het 27 oktober 1944. We waren bevrijd!! Voor ons een raar, fijn, nerveus en ongelovig gevoel. De mensen gingen de straat op met (goed verstopte) vlaggen en oranje sjerpen. De kleine babytanks, legerwagens en veel jeeps reden door de straten; een heerlijke chaos! Wij stonden bij de nieuwe Bosscheweg en daar werden we wel gewaarschuwd want er zat nog een mitrailleursnest in de toren van de sacramentskerk en daaruit werd nog geschoten. Maar wij hadden feest. Mijn moeder kreeg verslag van ons. Zij was thuisgebleven; haar feeststemming was vermengd met andere emoties die zij alleen wilde verwerken.
Het leven was op slag veranderd. Feestende, zingende en dansende mensen met veel Engelse en Schotse soldaten op straat die we vrijwel niet konden verstaan maar ze waren allemaal erg vriendelijk. Op het plein waar ik woonde stond het vol legerauto’s en daar kreeg ik van een ‘Tommy’ een grote metalen kroes met Engelse thee met suiker en een soort koffieroom(melk) uit een blikje. Ik herinner me nu de smaak nog. Ik kreeg ook nog een stukje echte chocolade!
We leefden in een roes. Overal versierde straten; er werden tenten opgezet en er werd gezongen en gedanst op Engelse muziek. De tommy’s leerden ons Engelse liedjes en dansjes zo in de trant van wat we nu kennen als de Vogeltjesdans. Voorbeelden daarvan zijn:
· Hands-knees and Boompsa-Daisy
· The Hokey-Pokey Dance
Het waren Engelse kinderliedjes maar groot en klein deden er aan mee. We spraken met ‘handen en voeten’ met de bevrijders maar mensen die de taal wat beter spraken liepen rond met een wit rond speldje.