Familie Schuurmans-Hendrickx

f1

Uit het album van de familie Schuurmans-Hendrickx

Familiegegevens Boy Schuurmans werd in 1946 te Tilburg geboren als vijfde van de zes kinderen van Bernard Schuurmans (1900-1962) en Toos Hendrickx (1904-1968). "Er waren nog twee kinderen, maar die hebben maar even geleefd", zegt hij. Zijn ouders runden een café en 'bodehuis' aan de Monumentstraat, tussen de Heikese kerk en de toenmalige tuin (nu : Willemsplein) voor het Paleis-Raadhuis. Zelf heeft Boy ondermeer als ontwikkelingseconoom op het Tropeninstituut in Amsterdam gewerkt en als coördinator van La Poubelle, een kringloopbedrijf dat hij eind jaren zeventig samen met Willemijn Mulders en Rogier Fokke uit de grond stampte. Schuurmans heeft twee kinderen en een kleindochter.

Familieverhaal

Duitsers en NSB`ers waren niet welkom in Café Achterom

"We hadden zo'n café waar de klanten als ze 's avonds niet kwamen, even langs kwamen om te zeggen dat ze niet zouden komen", zegt Boy Schuurmans lachend. Ja, Café Schuurmans aan de Monumentstraat moet iets van een thuis geweest zijn voor menige Tilburger. Tót 1965 toen het roemloos ten onder ging onder de slopershamer.

Boy's zus Mariëtte heeft wel eens een stukje historie van het café op papier gezet. Die geschiedenis gaat terug tot 1840 toen er achter de Heikese kerk sprake was van 'een pleisterplaats voor bodediensten, uitgebaat door onze overgrootvader v.d. Sande. Zijn dochter (onze oma Schuurmans) trouwde met Janus Schuurmans, en samen zetten zij het café en bodehuis voort.  In 1935 nam ons vader de zaak over van zijn moeder, die inmiddels weduwe was geworden'.

"Dat bodehuis moet je je voorstellen als een soort Van Gend & Loos in het klein", legt Boy uit. "Aanvankelijk gebeurde alles nog met paard en wagen. Als een pakket bijvoorbeeld van Hilvarenbeek naar Groningen moest,werd het eerst uit Hilvarenbeek naar ons gebracht en daar werd het weer overgenomen door een voerman die naar het noorden moest. Achter het café stonden schuren en stallen, de voerlui die van ver moesten komen, stalden er hun paarden en bleven soms ook slapen. Maar op een gegeven moment zijn ze overgeschakeld op vrachtwagens - dat was al vóór de oorlog."

Bordje

Hij laat een foto zien van het café; uit welke tijd is niet duidelijk. Op de zijkant van het pand staat 'Bodehuis - Vervoer naar alle richtingen'. En: 'Café Schuurmans'. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg het café een andere naam: 'Café Achterom'. Hoe zat dat? Geven we weer het woord aan Boy's zus Mariëtte: 'Het bordje ACHTEROM prijkte op de voordeur van het café. (...). Door onze locatie naast het Paleis-Raadhuis wilden veel N.S.B’ers en Duitsers, na een daar gesloten huwelijk, het feest verder voortzetten in het daarnaast gelegen café. Daar had ons vader niet zoveel zin in. En door de voordeur te sluiten liepen de meesten van de niet welkome bruiloftsgasten door. De voordeur ging verder alleen nog open voor de huisarts (die vertikte het om achterom te komen) en met de jaarlijkse Tilburgse kermis.'

Na de oorlog bleef de familie Schuurmans op de twee paarden van café en bodehuis wedden. Maar de gemeente had andere plannen. "De zaak werd onteigend en gesloopt", vat Boy samen. "Mijn vader was toen al een paar jaar dood. Mijn moeder heeft nog wel een aanbod gehad om een café te beginnen op een andere plek, maar geen van mijn broers had zin de zaak over te nemen."

 IJsstaaf

Boy Schuurmans bewaart dierbare herinneringen aan het café. "Ik kon heel goed biljarten", vertelt hij. "Als een klant geen tegenstander had, werd ik er bijgehaald. En kaarten vond ik ook heel interessant, vooral hoogjassen en klaverjassen. Er waren bij ons twee biljartclubs thuis, eentje voor de middenstanders - zeikerds, vond ik - de ander voor arbeiders, daar ging het veel ruiger toe, veel gezelliger."

Af en toe moest hij ook meehelpen. "We hadden geen koeling - m'n ouders wilden niet moderniseren vanwege die saneringsplannen waar de gemeente al voor de oorlog mee bezig was - en elke ochtend moest ik vóór de school begon eerst naar de melkfabriek in de Koninsgwei om op m'n fiets een ijsstaaf op te halen. Daar werd dan de drank mee gekoeld. Een andere taak was de lege fleskes opruimen."

Die moesten naar het flessenhok achter het café waar ook het bodehuis en diverse bijgebouwen en schuren lagen. 'Voor ons kinderen was het één groot speelterrein', schrijft Boy's zus Mariëtte in haar herinneringen. 'Een hele grote plaats, heel levendig door het bodehuis (...), duivenhokken, groot speeltoestel met schommel, ringen en rekstokken. Altijd honden, kippenhok, garages waar je heerlijk kon rolschaatsen en spelen.Een heus varkenshok, waar tijdens de oorlog een varken huisde.(...) Verder was er nog de fietsenstalling, niet alleen een ruimte waar de duivenmelkers hun duiven brachten om ze te laten inmanden, maar ook een heel fijne speelruimte.' Tijdens de kermis konden de kinderen en logees een zakcentje bijverdienen door op de fietsen te passen.

Paleisvijver

"Er zaten in ons café twee postduivenverenigingen en één sierduivenvereniging", vult Boy aan. "Die sierduiven, dat was iets voor rijke mensen."

Nu hij nog eens de oude familiefoto's terugziet, komen meer herinnneringen op. "Wist je dat er vroeger een vijver lag voor het Paleis-Raadhuis? Daar gingen wij wel eens zwemmen." Ook denkt hij weer aan de tekenleraar die wel eens met een clubje studenten in het café kwam. "Terwijl hij borrelde, gingen zijn studenten de klanten tekenen."

Even later: "Dit is Mientje, ons dienstmeisje, ze heeft 25 jaar bij ons ingewoond. Ze kwam uit Baarschot, daar ging ik wel eens logeren." Hij weet niet of hij het moet zeggen, maar van Mientje heeft hij meer liefde gekregen dan van zijn moeder. "Die was steeds met de zaak bezig."

Arme frater

Opmerkelijk is de foto van een man die een dak lijkt te beklimmen.   "Dat is ome Jan, een broer van mijn moeder ", zegt Boy.  "Een bijzondere man. Hij deed veel in neonreclame. Zo heeft hij onder meer meegewerkt aan de neonreclame op de Eiffeltoren en bij het diorama van AaBe aan de Heuvel, Ik vermoed dat de foto dateert uit de jaren dertig en dat hij gemaakt is vanaf het dak van de Heikese kerk. Op de achtergrond meen ik het oude gemeentehuis te herkennen."

En dan is er nog naar aanleiding van een groepsportret het verhaal van een andere broer van zijn moeder, frater Lauran Hendrickx. "Vlak voordat hij zijn zilveren kloosterjubileum zou vieren, kwam hij de familie vertellen dat hij uit zou treden en zou gaan trouwen. 'Niks ervan, eerst feest', zeiden z'n zussen. En zo is het ook gegaan. Eenmaal getrouwd wilden sommige familieleden geen contact meer met hem."

Tilburg Wiki