Het witte fabrieksachtige gebouw lag midden in de stad. Als je de voeten buiten de deur zette, stond je meteen in het centrum.
Wegens de crisis was het gezellige buurthuis aan de linkse kant gesloten, de biljarters en de kaarters zaten thuis over de crisis en over de gemeente na te denken.
Een allang geprivatiseerde gemeentedienst, het Regionaal Archief nam nog steeds het grootste deel van de ruimte in. Daar heb ik een twintigtal jaren doorgebracht, eerst als gebruiker van de goede diensten, daarna als vrijwilliger voor de instandhouding………
Ik begon met het uitzoeken van mijn stamboom, daarna van mijn gehele kwartierstaat. Jarenlang liep ik daarvoor de archieven af in Brabant en elders. Vooral dank zij een brave neef die het beter kon als ik, was ik na een aantal jaren al ver klaar. Laat ik nou van Karel de Grote afstammen……..!
Ik ben wel een geluksvogel, want ik heb een engel die de dingen voor mij altijd in de goeie volgorde gezet heeft. En zo was ik ook op de juiste tijd bij mijn onderzoek, neergestreken in dit Tilburgse Archief, waar de ene na de andere onderzoeker toen vrijwilligerswerk ging doen. En ik aanvaardde de vriendelijke lijfeigenschap in dienst van het Regionaal Archief.
Dat is ongeveer 10 jaar geleden en ik ben nou 84 (en altijd 8 jaar gebleven). Het kan een soort van dementie zijn, of een slimmigheidje van Willem II, die dit gebouw liet neerzetten, maar hoe dan ook: ik heb na al die jaren van gezellige afstomping al een paar keer naar de uitgang gezocht. Maar die is er niet. Er is alleen een ingang, die ook als uitgang te gebruiken is……………(of toch ?)………….
Misschien denkte gij dat ik zomaar wat uit m’n nek sta te lullen. Doe ik nooit. Maar het is ook niet zo dat ik aan jou in het voorbijgaan zal vragen :”Mevrouw / Meneer / Hee gij daar / kunde gij men misschien zeggen hoe ik hier buiten kan komen ?”.
We hebben allemaal den oorlog meegemaakt ! Behalve ’t jong volk dan, maar die kunnen toch nie meepraten.
Anton van de Wiel..