We stonden vanmorgen in de supermarkt bij de kassa en mijn vrouw pakte een zakje kruidnoten uit het impulsaankopen-rek, maar legde dat weer terug met de woorden “Het is nog lang geen Sinterklaas”.
De voor ons staande mevrouw reageerde daar instemmend op en een hele discussie ontstond over dat verschijnsel en dat je tegenwoordig ook al paaseitjes kunt kopen tijdens de carnavalsdagen en ook dat sommige tuincentra nu al bezig zijn met hun kerstartikelen. Gelukkig was die mevrouw toen aan de beurt zodat nog meer wetenschappelijk betoog mij bespaard bleef.
Dat Sinterklaasfeest is niet alleen bij de kassa onderwerp van discussie; bijna elke dag is Sinterklaas en vooral zijn zwarte pieten weer een item dat tot felle betogen leidt in de media.
In Eindhoven moeit zich bijvoorbeeld de plaatselijke politiek zelfs met de vraag of Sinterklaas wel of niet met de boot moet aankomen en Amsterdam heeft besloten de in tocht van de Sint gewoon te laten doorgaan, zelfs nu Prem Radhakishun in De Wereld Draait Door een relletje veroorzaakte door te gillen dat Sinterklaas niet bestaat.
Ik moet al is het pas half oktober, dan toch weer denken hoe het er in mijn eigen jeugd aan toeging. Ik heb het dan over de tweede helft van de veertiger jaren. Hieronder een klein stukje uit mijn memoires:
Als het tegen Sinterklaas loopt krijgen we cadeautjes van Oma mee, die de Sint bij de schoorsteen voor ons heeft "gereden". Deze verdwijnen in de tas van moeder en we zien ze op zes december pas terug. Dan blijken dezelfde cadeaus weer gereden te zijn.
Dat geldt trouwens ook voor de cadeaus die ik eigenhandig van de "echte" Sinterklaas van de fabriek (L.E. van den Bergh) heb gekregen. Elk jaar wordt er een middag voor alle kinderen van de arbeiders georganiseerd. Iedereen moet naar voren komen om een cadeautje te halen, ook voor de broertjes en zusjes die er niet bij zijn.
Met armen vol speelgoed en taaipoppen kom je dan bij Pa aan die alles in een grote boodschappentas doet en zegt dat Sinterklaas het niet goed vindt dat we er al mee gaan spelen Voordat hij, op 6 december, jarig is.
Zo lijkt Sinterklaas toch nog wat, temeer omdat er ook nog speculaas en snoep wordt gereden.
Op de verjaardag van de goedheilig man treffen we, meestal in alle vroegte; we zijn tóch benieuwd, breed uitgestald de cadeaus aan, die we ondertussen al kennen, tussen het snoepgoed. Voor alle duidelijkheid: pakjesavond kennen we niet en de Sint is écht op 6 december jarig.
Nieuwsgierig geworden keek ik maar weer eens in de kranten van honderd jaar geleden hoe Sinterklaas –toen nog Sint Nicolaas- in Tilburg gevierd werd.
Duidelijk was dat de optocht van de Goedheiligman vooral bedoeld was om geld in te zamelen voor de minder bedeelden en van zwarte Pieten was er, althans In Tilburg nog geen sprake.
Tilburgsche Courant maandag 1 december 1913
SINT NICOLAASOPTOCHT.
Evenals andere jaren, had ook thans het bestuur van Harmonie „Orpheus" gezorgd voor een schitterende Sint-Nicolaas optocht. Het vrij gunstige weer heeft ook veel bijgedragen tot het slagen van deze Sint-Nicolaas collecte, die gehouden werd ten bate der arme kinderen.
En het succes is dan ook niet uitgebleven! Een aardig sommetje van f 458.08 is bijeengegaard; terwijl verschillende pakjes gedurende den rondgang, zijn opgeborgen in het wagentje van „de Regenboog" hetwelk de firma Janssen en Bierens geheel vrijwillig voor dit schoone doel had beschikbaar gesteld.
Wat de stoet zelf betreft, deze was dit jaar schitterender dan ooit te voren.
Gestoken in een aardig livrei kondigden twee herauten te paard met krachtig hoorngeschal de komst van Sint-Nicolaas aan; die op een prachtige praalwagen gezeten en getooid in vol ornaat, de omstanders vriendelijk groette.
Vooral de kinderen keken bewonderend op naar den goeden Sint, die hen over eenige dagen wederom aardige verrassingen zal bereiden.
Behalve de verschillende grootere en kleinere pakjes, die bij dezen rondgang zijn bijeenverzameld, is door het damescomité dat zorg draagt voor de kleedingstukken, enz. voor den Sint-Nicolaas der arme kinderen, van de goede voor dit doel ontvangen, de navolgende kleedingstukjes vervaardigd. 00 capes, 100 kleedjes, 120 schorten, 100 rokken, 50 jongensbroeken en 30 jongens blouses.
Ook wil ik u de bijzonder fraaie sfeer tekening over Sinterklaas uit de Tilburgsche Courant van 5 december 1913 niet onthouden hij is te mooi en té tijd gebonden om er ook maar iets aan te veranderen.
ST. NICOLAAS.
Er is wel geen huiselijker, geen gemoedelijker feest dan dat van den lieven kinderheilige.
Onze voorouders hadden er behoefte aan om den langen, stillen wintertijd af te wisselen en vierden Sint Nicolaas, het eerste in de rij, dan Kerstmis, Drie Koningen, Vastenavond om met het H. Paaschfeest den langen tijd te besluiten.
Van al deze feesten heeft het St. Nicolaasfeest zijn oude bekoring van innige huiselijkheid wel het meest behouden.
Tegen Sinterklaas.
Er zit muziek in dat woord voor grooten en kleinen. Voor de grooten van zoete herinneringen, en stil genieten om de vreugde der jongere generatie; voor de kleinen van blij verwachten.
Als met tooverhand vervormt de goede heilige de algemeene stemming. Eerst langzaam, weken te voren, wan- neer de verwachting ontluikt, dan sterker en sterker, totdat het zijn hoogtepunt vindt en oplossing op den Sintermorgen, waarop antwoord gegeven wordt op de stoutste verwachtingen.
Die tooverhand voelt men nu in de stad! Hoe heel anders is Tilburg nu, dan gewoonlijk.
Hoe glinstert in elk oog het verlangen van stil verwachten en blij verrassen. Je herkent de menschen niet meer zij zijn in hun Zondagsche stemming.
Leuk en gezellig is het nu in de vroege schemering des middags, door de overvolle winkelstraten te slenteren, in geur van boter- en banketletters, waar het bonte winkellicht nevelkringen vormt in den mist en dansend weerkaatst in de modderige straten !
Er zonden nu heel wat mooie snapshots te maken zijn: van begeerige kindergezichtjes, die bewonderend en hunkerend niet weg te krijgen zijn van voor de winkelruiten, waarachter veel moois als uit een toovertuin van vaders en moeders, die neuzen voor de winkels om te zien welke verrassingen zij hun dier baren zullen bieden.
Zij zien er beslist met Sint Nicolaas veel opgewekter uit dan anders,
Van oudjes in den avond huns levens, die op stap gaan en onderzoekend rondzien en dan opeens blij lachend vertellen dat zij vonden wat zij zochten en het elkaar met de vingers aanwijzen achter de dikke spiegelruiten.
Daar heerscht een opgewekte stemming in deze dagen. Daar is de wil van te geven in de hoop ook van te krijgen. Doch dit laatste mist alle idee van inhaligheid.
Sint Nicolaas biedt zulk een schoone gelegenheid om op kiesche wijze aan de dierbaren te vertellen en te toonen hoezeer hij bemind worden; zulk een schoone gelegenheid ook om wel te doen.
Zou op andere tijden gevreesd worden dat een gift iets krenkends heeft, daaraan behoeft met Sint Nicolaas niet gedacht. De goede Sint weet immers alles en geeft overvloedig. Hier kan in toepassing komen: Laat uw linkerhand niet weten, waf de rechter doet!
En dan ten slotte: Het zit 'm niet in de hoeveelheid of de hoedanigheid van de geschenken. Wat meer waarde hecht aan de goede gaven, dat is: het hart, de liefde waarmee het gegeven wordt.
Geeft al is het weinig, geeft met een opgewekte, en liefdevol hart.
Dat is juist de aangename herinnering uit onze jeugd, dat wat wij vonden op Sint Nicolaasmorgen, het moge dan veel of weinig geweest zijn, maar immer was het gegeven met een blij hart.
Niet de portemonnaie dus, make de Sint Nicolaas tot een feest; maar het hart. Iedereen vinde dan op Sint Nicolaasavond een geschenk, dat met liefde is gegeven, en hij late niet na om, waar hij kan, ook een gift met liefde te geven.De genoegens hieraan verbonden zijn in geen goud te schatten.En wie van zijn overvloed kan missen, hij geve aan de minder ruim bedeelden !
Prachtig toch? En wel of geen zwarte Pieten doet er wat mij betreft niet toe, maar ze zijn niet echt nodig om dit weer tot een echt “kinderfeest” te maken.
En dan nog iets uit dezelfde krant van die dag dat u belsist moet lezen. Ik kreeg er ook een beetje een“Kerstgevoel” bij.
DE EERSTE SNEEUW.
St. Nicolaasavond bracht de eerste sneeuw.
Te ongeveer 12 uur hedenmiddag dwarrelden de eerste vlokjes, geruischloos door de lucht en vielen op de aarde neder om aanstonds in den water- en modderpoel waarmede het met wanhoop slaande najaarsweer, ons zegent, te verdwijnen.
Maar weldra zwol de witte vlokkenmassa zoo overweldigend aan, dat allengs ook over straten en pleinen zich een smetlooze sneeuwdeken uitspreidde; de daken en boomen torsten reeds lang hun donzen vacht.
Heerlijk schouwspel. Verrukkelijk natuurverschijnsel. In eenmaal rijst voor aller oogen een Wintergezicht op.
Die de stad moeten doorkruisen, trekken de hoed diep in het gelaat, duiken weg in hun jaskragen en plonsen de handen tot op den boden der zakken.
Alles om hen heen ziet koud, en daartegen zoekt ieder zich onwillekeurig te beschermen. De binnen zittenden onderbreken een enkel oogenblik den arbeid om de eerste voorboden van den winter bewonderend te begroeten... Dan fluks een schepje op het vuur, want het is koud. Daarbuiten valt de sneeuw.
Echt Kerstmisweer zeggen de menschen.
Maar allengs houdt de vlokkenregen op, en verdwijnt ook het verblindende wit, dat ons oog geboeid hield. De sneeuw smelt weg, druipt in watermassa's van boomen en daken en herschept de straten in een zoo mogelijk nog grooteren vijver van water en modder...
De eerste sneeuw is weer verdwenen.
Henk van Mierlo
Nuenen.
Advertenties komen uit de Nieuwe Tilburgsche Courant van 29-11-1913