- Geboortedatum: 0280
- Sterfdatum:
Sinterklaas, weet u nog wanneer u voor het eerst in Tilburg kwam ?
Ach, ik ben al zo oud. Zo oud als Methusalem. - Hoe ze aan die uitdrukking komen, snap ik overigens niet. Ik ben tenslotte veel ouder dan die oud-Bijbelse figuur. Maar alla. - Ik denk dat ik zo rond 1850 voor het eerst in Tilburg en omsteken kwam. Dat kwam eigenlijk omdat het vervoer naar Nederland toen een stuk gemakkelijker werd. De eerste stoomboten verschenen toen en ik ging eerst naar Amsterdam, Harlingen en andere plaatsen die makkelijk over het water bereikbaar waren. Natuurlijk kenden de Nederlandse kinderen mij al vele eeuwenlang en zongen op school, thuis en op straat uit volle borst de vele sinterklaasliedjes. Een Amsterdamse schoolmeester heeft rond die tijd ook een nieuw, toepasselijk lied geschreven: ‘Zie ginds komt de stoomboot'. Nu - de 21ste eeuw - kent 94 procent van de Nederlanders dat liedje !
Maar naar Tilburg ging ik vroeger altijd vanaf het water - in Zeeland of bij de Amer - over het nog onontgonnen land per paard verder. Soms per postkoets, als het weer al te slecht was. Alle pakjes, geschenken en gedichten waren onder de hoede van al mijn Pieten.
Maar hoe kregen de Tilburgse kinderen dan hun presentjes ?
Natuurlijk zoals ook in al die liedjes bezongen wordt: 's nachts over alle daken, de pakjes in de schoorstenen. Zonder gezien te worden, want mijn liefdadigheidswerken doe ik eigenlijk het liefst anoniem. "Zachtjes gaan de paardenvoetjes, trippel-trippel-trippel-trap" . Soms kon Piet het niet laten om toch ergens aan te kloppen als hij een olielampje zag branden. Bv. bij die kleine huisjes in de Heikant, waar we Tilburg binnenkwamen. Of op het Heike of Oerle... Ja dan hoorden we al snel binnen zingen: "Hoort wie klopt daar kinderen ? " Met al die Herdgangen toen, we moesten een flink eind lopen en de maan scheen vaak door de bomen ! (grapje, Sint lacht) Maar Tilburg werd groter en groter en groeide al snel aan elkaar. Er kwam steeds meer wolindustrie, zodat ze erover gingen nadenken of er geen kanaal moest komen, voor al die wol, stenen, graan, wijn die toen nog steeds met kar en paard werden aangevoerd. Daar werd al vanaf 1890 over gepraat en veel vergaderd.
Hebt u dat zelf gezien, dat ze gingen graven ?
Ja zeker, toen ik in 1917 in Nederland aankwam hoorde ik dat ze vanaf de Amer al een heel stuk kanaal hadden gegraven, helemaal tot aan Oosterhout. Daar ben ik natuurlijk even gaan kijken toen ik eind november in Nederland was. Met de hand deden die mannen dat zware werk. Soms hadden ze kleine graafmachientjes. Met een zijkanaal naar de stad, zodat Oosterhout ook een haventje kreeg. Tilburg moest toen nog een paar jaar wachten. Toen ik daar in 1922 nog over land aankwam, waren ze nog volop aan het graven aan de haven. Die had toen trouwens nog geen naam... Die heeft-ie pas jaren later gekregen, hoorde ik. Omdat Paus Pius toen zo'n populaire paus was én omdat er ook al een Piusstraat was, vlakbij de haven.
Je moet je voorstellen, dat in dat stukje Tilburg nog bijna geen mensen woonden en er waren ook nog weinig of geen bedrijven. De Armhoefse Akkers, de Oisterwijksebaan, het oude ziekenhuis, zijn allemaal in de jaren twintig gebouwd. Broekhoven I, II en II nog veel later, net als Fatima.
Hoe vond u uw eerste intocht in die nieuwe Tilburgse haven in 1923 ?
Het was een hele verandering met al de jaren daarvoor. Nu stond ik volop in de publiciteit en deftige heren van het Sint-Nicolaascomité stonden mij in jacquet op te wachten op de kade. Zij verwachten van mij, dat ik meteen een rit te paard zou maken. Maar ... dat was natuurlijk overdag. Ik was altijd gewend om 's nachts door de straten van Tilburg te rijden. Een hele verandering, maar volgens mijn PR-Piet was dat wel goed voor mijn populariteit en naamsbekendheid. Al die Tilburgse kinderen die ieder jaar weer mijn intocht in de nieuwe Piushaven wilden meemaken, dat was toch wel heel schattig. Al waren er wel veel bij die door ouders en schoolmeesters bang waren gemaakt.
"Pas op, Sinterklaas ziet alles, als je stout bent moet je mee in de zak naar Spanje..." Ik speelde het spelletje mee, maar vond het pedagogisch eigenlijk onverantwoord. Vanaf 1900 bestond er in Tilburg een echt Sint-Nicolaas-comité, later zelfs twee. En die organiseerden voor mij ook elk jaar enkele rondritten: in Zuid en in Noord, onder en boven de spoorlijn, die Tilburg in tweëen snijdt. Er gaan verhalen, dat die twee sinten elkaar bij de spoorwegovergang onmoet hebben en elkaar in de ogen hebben gekeken. Maar dat kan natuurlijk niet, dat is een echte Tilburgse legende aan het worden.
Hebt u ook hulpsinterklazen in Tilburg ?
Natuurlijk, maar de Intocht en Rondritten doe ik echt zelf ! Al dat andere werk moet ik wel eens uitbesteden, maar ook mijn vele Pieten nemen mij veel werk uit handen. Zo ben ik natuurlijk heel veel dank verschuldigd aan Bart Mutsaers, Frie en Dré van Moorsel. En Jan Oosterbaan, Don van Gijzel en Willem van Heijst niet te vergeten. En de Fraters van Tilburg, met hun eigen drukkerij, het RK Jongensweeshuis, Zij gaven bijna elk jaar wel een nieuwe bundel met verhalen over mij en mijn Zwarte Pieten geschreven, die in het hele land werden gezongen. Die fraters hebben in het hele land invloed gehad. Ik vond het prachtig.
Is er veel veranderd in de Piushaven in de afgelopen 85 jaar ?
Zeker ! De eerste tien jaar werd er volop gebouwd : woonhuizen en bedrijven. Ik zag ook dat er riolering rond de haven werd aangelegd en in het huisje van de Havenmeester - een alleraardigste man trouwens, die ik vaak heb ontmoet - werd een waterleidingpomp aangelegd. Meneer van Geloven had er een gebouwtje op nummer 22 waar hij drank mocht schenken - een borreltje gaat er bij mij ook wel in - en in 1929 zag ik dat er een mooi booglamp was gemaakt. Zo herinner ik me ook, dat in 1935 of 1936 een gashoofdleiding is aangelegd van de Piushaven naar de Hoogvensestraat. Dat was natuurlijk een hele verbetering voor Tilburg. En ik zag steeds meer bedrijven verrijzen, met hoge hijskranen en graansilo's. Heel indrukwekkend, voor een eenvoudig man als ik. Die mevrouw van Schraven-Eijsbouts, Maria heette ze, die heeft in 1924 de eerste steen gelegd voor het magazijn aan de Piushaven. En zo gebeurde er natuurlijk nog veel meer.
Kwam u ook naar Tilburg tijdens de Tweede Wereldoorlog ?
Over die droevige dagen spreek ik eigenlijk liever niet. De Duitse bezetter ging zich zelfs met mij bemoeien en verbood mij vanaf 1943 om mij hier te laten zien. Maar stiekem ging het sinterklaasfeest bij de mensen en kinderen thuis natuurlijk toch door: met zelfgemaakte speculaas, pepernoten, lootjes trekken, gekke surprises, pakjes en gedichten... Vooral spotdichten natuurlijk, soms over de moffen.
Hebt u ook de hoogtijdagen meegemaakt van de haven , in de jaren vijftig en zestig ?
Ik zag natuurlijk alleen die ene zondag in november de Piushaven, en dan werd er niet gewerkt bij Van Raak, Eijsbouts, de confectie-industrie enzovoorts. Iedereen was die dag vrij om met de kinderen - het was de tijd van de babyboom - naar de intocht te gaan. Maar ik zag en hoorde wel, dat het goed ging met de handel en wandel in Tilburg. De mensen kregen ook steeds meer geld voor dure cadeaus. De traditie van het ‘op de tafel rijden' - een echt Tilburgs fenomeen, dat werd minder omdat de kinderen op pakjesavond mochten opblijven en dan hun cadeaus al kregen. Ja, tradities zijn mooi maar ze veranderen ook wel in de loop der tijd. Dat heb ik de afgelopen eeuwen wel gemerkt natuurlijk.
In de jaren zestig zag ik veel jongens en meisjes bij de intocht die van Broekhoven I en van Fatima kwamen. Ze woonden vlak bij, kwamen vaak met hun vader of moeder aan de hand naar de Piushaven. Ik herinner me Bonne nog en Pieter, van de familie Van der Heijden uit de Van Hessen Kasselstraat. Ja, die herinner ik me nog heel goed. Later kwamen ze met hun vriendjes, alleen. Weer veel later kwam Toon van der Heijden terug met zijn kleinkinderen, Kirsten en Roland en Sabine. Ik ben wel oud, maar namen onthouden kan ik goed...
Sinterklaas, hoe ziet u de toekomst, in de 21ste eeuw ?
In de jaren negentig kreeg ik veel concurrentie van de Kerstman, maar gelukkig kwamen veel Tilburgers daar tegen in opstand. Of zij vieren het allebei: mijn verjaardag op 6 december met pakjesavond daarvoor én het Kerstfeest op de 25e en 26e. Jammer genoeg gaat het daarbij bij veel mensen meer om de cadeaus en het diner dan om de Komst van het Kerstkind, dat vind ik als katholieke bisschop toch wel jammer. Maar ik denk dat daar ook nog wel een omslag komt: de mensen gaan wel minder naar onze kerken, maar ik blijf vol hoop, dat religie en het hogere weer terug komt....
Ik blijf gewoon volhouden: elk jaar blijf ik naar de Tilburgse Piushaven komen, ik hou van mooie tradities. Die intocht zelf met de boot wordt trouwens steeds mooier: het kanaal, het zijkanaal en de Piushaven worden steeds groener en mooier. Dus ik blijf gewoon komen ! Tot ziens in de Piushaven !
Foto 1: Bisschop Sint Nicolaas op jongere leeftijd
Foto 2: Aankomst Sint bij de brug Hoevenseweg Tilburg
Foto 3: Aankomst Sint bij café HAVENenZICHT aan de Piushaven
Foto 4: Havenstraatje tijdens een winters bezoek van Sint in de sneeuw
Interview: Mieke-Nelie vd Heijden in 2008 voor het boek
'HAVENgeZICHTen, mensenverhalen rond de Tilburgse Piushaven' (2011)
Foto's : RAT en Internet