Familie Meeus-van Dongen

  • Datering van de foto: Diverse dateringen
  • Wie staan erop: Zie onderschriften.

Uit het album van de familie Meeus-van Dongen

Familiegegevens

Corrie Meeus - de burgerlijke naam van zuster Birgitte - werd op 10 juni 1938 geboren in Tilburg als dochter van Riekus Meeus en Liesbeth van Dongen. Vader verdiende de kost als opzichter bij de gemeente Tilburg. Beide ouders waren afkomstig uit West-Brabant en hadden een boerenachtergrond. "De vader van mijn moeder is naar Tilburg verhuisd toen hij werk kreeg op de gasfabriek", vertelt zuster Birgitte. "Mijn moeder is een tijdlang hulp in de huishouding geweest bij een joodse familie in Breda. Daar heeft ze ook mijn vader leren kennen, in danszaal Thalia.". Het echtpaar kreeg zes kinderen. Corrie was de op een na jongste.

Familieverhaal

Van de textielfabriek naar het klooster

Op 1 augustus 1958 werd in Tilburg een fraai bedrijfsboek uitgebracht bij gelegenheid van het 150-jarig betaan van de N.V. Wollenstoffenfabriek Gebroeders Diepen. Het fraaie zit hem niet op de laatste plaats in de kleurenfoto's die blijkens het colofon vervaardigd waren door Martelhoff's Circuline. Niet alleen de gebouwen en machines komen in beeld, maar ook de werknemers en directie. Op één van die foto's zien we een aardige blonde stopster aan het werk, voorovergebogen over een stuk.

De stopster heeft een heldere schort aan waarop de initialen G D staan. Haar eigen naam wordt niet vermeld. "Dat ben ik", zegt zuster Birgitte die toen nog Corrie Meeus heette. Voor hetzelfde geld was ze in de textiel gebleven en was ze getrouwd en moeder geworden. En aanvankelijk leek het daar ook wel op.

Geboren in de Tilburgse Boekweitstraat ging ze na de lagere school naar de Huishoudschool en vervolgens naar de Mater Amabilisschool. Die was gevestigd in de Kloosterstraat, niet ver van het Moederhuis van de Zusters van Liefde aan de Oude Dijk. "De Mater Amabilisschool was bedoeld voor een stuk vorming. Je kreeg er ondermeer iets van pedagogiek, naailessen, koken en muziek. Daarna ben ik naar de Textieldagschool gegaan, aan de . Lange Schijfstraat, waar ik heb leren noppen en stoppen." Zo kwam ze terecht op de stoppage van de Gebroeders Diepen aan de Korvelseweg. "Dat heb ik een paar jaar gedaan."

Gekke bekken

Maar er lag een andere roeping in het verschiet. Een eerste aanzet daartoe lag in de jeugdherbergvakanties van een clubje vriendinnen. "Met een man of vier uit dat clubje fietsten we elke maand op zondagmorgen naar het Cenakel. Uit de gesprekken die we daar met Mère Pampus hadden, vloeide weer voort dat we op retraite gingen."

Al tijdens die bijeenkomsten voelde Corrie Meeus zich thuis in het klooster, al zou ze voor een andere congregatie kiezen. Haar ouders zagen het aanvankelijk met lede ogen aan. "Bij mij thuis waren ze heel vroom, een broer van vader was Witte Pater. Elke maand moesten we biechten en 's avonds was het rozenhoedje bidden met de blote knieën op harde kokosmatten. Als we dan weer eens gekke bekken aan het trekken waren, zei ons vader tegen ons moeder: 'Moeder, het worden allemaal communisten!'. "

Een vriendin van Corrie was al ingetreden bij de Franciscanessen van Etten-Leur en zelf voelde ze zich ook steeds meer aangetrokken tot een leven als religieus. "Terwijl ik toch al vriendjes had gehad." Met name het idee om je samen met andere geestverwanten in te zetten voor 'minderbedeelden' sprak haar aan.

In 1960 trad ze in bij de Zusters van Liefde. "Ik had het eerder gewild maar mocht niet van mijn vader. 'Zo'n levenslustig kind gaat zich toch niet opsluiten?', zei hij. En het mooiste is dat ik op Bevrijdingsdag ben ingetreden! Op 5 mei 1960. Ik had mijn vader nooit zien huilen, maar toen huilde hij. 'Als je het niet vol kunt houden', zei hij, 'de deur blijft altijd voor je openstaan.' Maar dat is niet nodig geweest." Birgitte werd haar kloosternaam.

'Een hel'

Het was hard aanpakken, die eerste tijd.'"We moesten meewerken in de huishouding. Gangen schrobben, celletjes schoonmaken, beelden kapot gooien. Van die zoetsappige heiligenbeelden, ze stonden op zolder maar in de weg." Ja, ook bij de Zusters van Liefde brak in de jaren zestig een nieuwe tijd aan.

Zuster Birgitte moest de mulo doen, maar maakte die niet af. Liever ging ze op de ziekenafdeling van het Moederhuis werken. Ze volgde een opleiding tot ziekenverzorgster in Amsterdam, werkte daar aanvankelijk in een huis van de congregatie, kreeg heimwee en vond emplooi het Westendziekenhuis in Den Haag. Nog wel op de kinderafdeling, wat haar het mooiste leek. Maar het pakte anders uit. "Er gingen zoveel kinderen dood, ik huilde iedere dag." Het was niet vol te houden. Beter voelde ze zich op haar plaats in een kinderdagverblijf van de Kinderbescherming, ook in de Hofstad.

Maar na een jaar of vier had de congregatie voor haar iets anders in petto: groepsleidster worden in Huize Agnes, een voogdij-internaat van de Zusters van Liefde in Den Bosch. "Ik heb het 9 maanden uitgehouden, het was een hel. Ik had de zorg over 14 kinderen uit twee gezinnen, kinderen van 4 tot 17. Ze vochten als ketelboenders, gooiden met messen, scholden... Het was niet te doen. Ik wilde resultaat zien, nou, je had daar geen resultaat. Ik ben daar volledig over m'n toeren geraakt."

Ziekenverpleging

Ze kwam weer tot rust bij de Benedictinessen van de Vlaamse priorij Schotenhof en maakte een nieuwe start in het Bossche Carolusziekenhuis. En daar kon ze zich eindelijk ten volle ontplooien in de ziekenverpleging. "Ik heb er 27 jaar gewerkt, de laatste zeven jaar als assistent van de KNO-arts. Het was een prachtige tijd."

Ze bleef er ook na haar VUT als vrijwilligster hand- en spandiensten verrichten. "Ik woonde in die tijd in een boerderijtje naast St. Stanislaus in Moergestel." Helaas moest het boerderijtje plaats maken voor nieuwbouw van wat oorspronkelijk een kloosterbejaardenhuis was van de congregatie en tegenwoordig een verzorgingshuis.

Sindsdien woont zuster Birgitte elf hoog op een appartement in de Tilburgse binnenstad. Op loopafstand van het Moederhuis. En daar is ze ook vaak te vinden. Zo verzorgt ze de bloemen van de kapel, geeft rondleidingen in het beeldenmuseum van Jesualda en begeleidt oudere zusters bij bezoek aan ziekenhuis en tandarts. Ook de familie kan op haar rekenen. En ze zingt graag in het Tweestedenkoor, net zoals zuster Francis van Kempen, die we in de vorige aflevering van het Tilburgs familiealbum tegenkwamen.

Zuster Birgitte denkt weer terug aan de tijd kort voor haar intrede, nu meer dan een halve eeuw geleden. "Als ik een klooster binnenging, dacht ik: hier zou ik ook willen zijn. Alleen het koorgebed, daar had ik moeite mee, ik vond het maar kattengejammer. Maar later ben ik het zelf ook gaan doen en nu vind ik het heerlijk, Gods lof zingen."

Fotobijschriften

1 Trouwfoto van Riekus Meeus en Liesbeth van Dongen, de ouders van zuster Birgitte, eind jaren twintig.

2 Corrie (l) met haar zusjes Joke, Clazien en Jeannie, ca. 1942.

3 Deze groepsfoto van de families Meeus en Goossens werd rond 1946 in Tilburg gemaakt tijdens het verlof van heeroom Bart Meeus, Witte Pater te Tanzania. Corrie zit op de voorste rij, tweede van rechts.

4 In 1958 ging Corrie als stopster bij de Gebroeders Diepen op de foto ten behoeve van het bedrijfsboek dat bij gelegenheid van het 150-jarig bestaan van deze textielfabriek werd uitgebracht.

5 'Afscheidsfoto' van Corrie, kort voor haar intrede bij de Zusters van Liefde op 5 mei 1960.

6 Op 19 november 1967 deed zuster Birgitte haar Eeuwige Gelofte en bekrachtigde dat met het zetten van haar handtekening.

7 Zuster Birgitte (l) op het Kinderdagverblijf Saskia van de Kinderbescherming in de Haagse Schildersbuurt, begin jaren zeventig.

8. Zuster Birgitte met een tweeling op de kraamafdeling van het Bossche Carolusziekenhuis, ca. 1975.

9. Zuster Birgitte bracht vele wandelvakanties door in Oostenrijk en Zwitserland. Deze foto werd in 1992 genomen in de omgeving van het Oostenrijkse dorp Gargellen.

10 In 2007 deed een groepje Zusters van Liefde mee aan een KRO-wandeling in Deventer. Zuster Birgitte loopt voorop, direcht acter haar zuster Francis van Kempen.