- Datering van de gebeurtenis: Jaren veertig en vijftig van de 20e eeuw
Nog niet zo lang geleden zaten we weer bij elkaar, de nichten en neven behorend tot de familie van Iersel. Mijn moeder was namelijk 'een van Iersel' (uit de Hasselt). De aanleiding was, zoals helaas (bijna) altijd de laatste jaren, dat er wéér een nicht van ons was overleden. Ik schreef er al eerder over.
Ja, dat krijg je, als je steeds ouder wordt en we inmiddels hoegenaamd allemaal de zeventig ruimschoots zijn gepasseerd; ongeveer de helft zelfs al de tachtig!
Toch lukt het ons steeds om niet alleen maar verdrietig te zijn maar ook om vooral 'de leuke dingen' aan vroeger in onze herinneringen op te halen. En vaak komen we dan uit op onze familiefeestjes van vroeger.
Tante Marie (van ome Willem) had een warme en zuivere stem en kon goed solo-zingen. Soms zong ze dan, meestal pas na lang aandringen, het ontroerende lied 'Hallo Bandoeng'. Iedereen luisterde dan ademloos en probeerde zich een voorstelling te maken van wat ze zong.
Daarvoor is het nodig om de achtergrond van het lied te kennen. Aan het 'Geheugen van Nederland' ontleen ik het volgende.
'Hallo Bandoeng' is geschreven toen de eerste telefonieverbinding met Nederlands-Indië een feit was, januari 1929. Daarvóór stond men uitsluitend met elkaar in verbinding middels brieven en telegrammen. De draadloze, kortegolf telefonieverbinding maakte een direct telefonisch contact mogelijk.
In plaats van een loflied op de technische vooruitgang is 'Hallo Bandoeng' een smartlap geworden. In dit lied hoort een oma in Den Haag voor het eerst de stem van haar kleinkind in Indië en is het dramatisch hoogtepunt de suggestie, dat deze emotie de dood van oma tot gevolg heeft.
Uiteraard heb ik geen opname van het lied zoals onze tante Marie dat zo ontroerend kon zingen. In plaats daarvan voeg ik een audio-bestand aan dit verhaal toe zoals Willy Derby, een van de vroegere populairste artiesten, het destijds zong.
Ook Wieteke van Dort kon dit lied enkele jaren geleden prachtig vertolken. Hier volgt háár tekst:
't Oude moedertje zat bevend Op het telegraafkantoor Vriend'lijk sprak de ambt'naar Juffrouw, aanstonds geeft Bandoeng gehoor
Trillend op haar stramme benen Greep zij naar de microfoon En toen hoorde zij, o wonder Zacht de stem van hare zoon
Refrein: "Hallo! Bandoeng!" "Ja moeder hier ben ik!" "Dag liefste jongen", zegt zij met een snik "Hallo, hallo! Hoe gaat het oude vrouw?" Dan zegt ze alleen: "Ik verlang zo erg naar jou!"
Lieve jongen, zegt ze teder Ik heb maandenlang gespaard 't Was me om jou te kunnen spreken M'n allerlaatste gulden waard
En ontroerd zegt hij dan: "Moeder Nog vier jaar, dan is het om Oudjelief, wat zal 'k je pakken Als ik weer in Holland kom!"
refr.
"Jongenlief", vraagt ze, "hoe gaat het Met je kleine bruine vrouw?" "Best hoor", zegt hij, "en we spreken Elke dag hier over jou
En m'n kleuters zeggen 's avonds Voor het slapen gaan een gebed Voor hun onbekende opoe Met een kus op jouw portret"
refr.
"Wacht eens, moeder", zegt hij lachend " 'k Bracht mijn jongste zoontje mee" Even later hoort ze duidelijk "Opoe lief, tabeh, tabeh!"
Maar dan wordt het haar te machtig Zachtjes fluistert ze: "O Heer Dank dat 'k dat heb mogen horen..." En dan valt ze wenend neer
"Hallo! Bandoeng!" "Ja moeder hier ben ik!" Ze antwoordt niet. Hij hoort alleen 'n snik "Hallo! Hallo!..." klinkt over verre zee Zij is niet meer en het kindje roept: "Tabeh"...
Tot slot. Tante Marie en ome Willem waren de ouders van mijn neven Walter en Piet van Iersel, beiden in Tilburg goed bekend.
Walter van de vele 'Van Iersel's bakkerijwinkels' en Piet van de gelijknamige fietsenhandel in de Enschotsestraat.
Louis Sparidans, Grave