Gutjesnonnen, Clarissen en Ursulinen

  • Datering van de foto: jaren 50, 60 20ste eeuw
  • Wie staan erop: * Zusters van de vele verschillende orden in Tilburg, verbonden aan onderwijs, gezinszorg,ziekenzorg etc. *

Gutjesnonnen, Vliegkappen, Juliaantjes en Ursulinen *)

Orde, vlijt en netheid. Daarvoor kregen we als meisjes een punt op ons rapport van zuster Swiberta, zuster Benediktien of zuster Laeta. Op de lagere school waren rekenen, taal en lichamelijk oefening heel belangrijk, maar voor ouders, ooms en tantes telden de andere punten ook zwaar. "Beter je best doen", was het als je niet aan de verwachtingen voldeed. Dan kreeg je een dubbeltje minder dan bij een ‘goej rapport'.

Op de kleuterschool hadden we ‘nonnen' van de orde Onze Lieve Vrouw van Goede Bijstand. Een mondvol. In de volksmond werden ze ‘zusters van de rooi harten' genoemd. Of nog korter: de ‘Gutjesnonnen'. Hun witte hoofdkap op hun zwarte sluier had de vorm van een hart. Een gootje. Nog geen rapporten voor de kleuters, maar speelhoek, keukentje op kleuterformaat, poppenhoek en poppenkast. Schortjes moesten we dragen over onze kleren en overschoenen van stof. Ik speelde vooral in de poppenhoek, samen met mijn zusje, dat een jaar later in dezelfde klas bij zuster Gielberta kwam.

Na de zomervakantie - in mijn herinnering altijd zonnig en vrolijk, met onweersbuien in de vooravond - begon de school op 1 september. Vaste prik. Het hoofd van de school was een ‘gutjesnon', net als de onderwijzeressen van de vierde, vijfde en zesde klas. Er gaven ook ‘gewone mensen' les aan onze Mariaschool, ongehuwde dames. Juffrouw Van Rijswijk in de eerste klas, juffrouw Smits en jufrouw Van Meerendonk in de tweede en derde.

Samen liepen we 's morgens naar school. Langs de bakker, de slager, de sigarenboer, de fietsenmaker én de apotheek. Zagen we de twee stenen leeuwen voor de kerk op de Broekhovenseweg, dan wisten we dat we er bijna waren. Vaak klommen we op de leeuwen en voelden ons dan als een ontdekkingsreiziger in Afrika. Een echte leeuw hadden we nog nooit gezien. In het Dierenpark aan de Bredaseweg hadden ze wel wolven, beren en flamingo's.

Jaren 60
De nonnen bleven me achtervolgen. Op het Theresia-Lyceum zwaaiden de zusters van Liefde de skepter. Ze hadden in dezelfde straat op de Oude Dijk hun klooster, dat door monseigneur Zwijssen was opgericht in 1832. Dertien nonnen waren er in 1832 en de Congregatie van OLV van Barmhartigheid groeide uit tot 2.150 zusters rond 1900. Zij legden zich vooral toe op onderwijs en ziekenzorg, zoals in het Sint Elisabeth Ziekenhuis.

Vijf jaar lang droegen we elke dag op school ons uniform. Klinkt saai, was het ook: donderblauwe rok, lichtblauwe bloes en grijze trui. Zelf vond ik ‘t wel makkelijk: 's morgens hoefde ik niet te denken "Wat zal ik vandaag aandoen ?"

Jaren 70, 80
Gutjesnonnen, Vliegkappen, Ursulinnen, Juliaantjes, zusters van Visitatie... Als kind kon je ze niet uit elkaar houden. Hoefde ook niet, want meestal had je maar met een orde te maken. Op straat kwam je ze wel eens tegen, waar je eerbiedig op afstand naar keek. Verwonderd hoe ze zouden leven. Hoe zouden ze slapen, eten, naar de wc gaan ? Later verdwenen de nonnen uit het straatbeeld. Niet meer herkenbaar, in hun burgerkledij. Of soms toch wel, als ze nog een klein zwart kapje droegen. Maar orde en netheid bleven ze uitstralen.

Bronnen: o.a. RAT, boek Tilburg, een levend verleden (pag. 322, 323)

Mieke-Nelie van der Heijden

 

*) Non of zuster: (vlg. de Dikke van Dale) "vrouwelijke persoon die de kloostergelofte heeft afgelegd; kloosterzuster".
(d.w.z. de drie geloften van gehoorzaamheid, armoede en kuisheid).

 

Media