- Datering van de gebeurtenis: Rond 1950
In de jaren eind veertig, begin vijftig van de vorige eeuw was er aan het Besterdplein op de hoek van de straat naar de Besterdse kerk, maar misschien ook wel eerder en zeker nog een tijdje later, een kruidenierswinkel van P. de Gruyter & Zn. Er waren er meer in de stad, maar deze kende ik het beste omdat ik er elke woensdagmiddag langs liep. "Piet d'n Dief", zo noemden wij die winkels.
Mijn vader was namelijk kaderlid bij de KAB (de Katholieke Arbeiders Bond) en die stond weer achter het principe "arbeiders verenigt u, eenheid maakt macht", waardoor wij ál onze boodschappen betrokken van de "Coöperatie". Wij waren daar lid van en profiteerden zogezegd van een centrale inkoop van levensmiddelen etc. En de winkel van die "Coöperatie" was gevestigd in de Kruisstraat, een zijstraat van de Molenbochtstraat, van "ons" uit (van Theresia) gezien achter "den Besterd".
Zodoende moest ik daar elke woensdagmiddag de weekboodschappen gaan ophalen en tevens zeggen dat we de volgende weer precies hetzelfde wilden. Als er al iets anders nodig was, kreeg ik een briefje mee. Zodoende liep ik elke week langs die "de Gruyter-winkel" en keek dan schielijk naar binnen, want het was daar héél mooi.
Niet alleen omdat er een paar prachtige tegeltableaus, omringd met koperen biezen tegen de muur hingen (ik dacht toen zelfs dat het van goud was, zo mooi blonk dat allemaal) maar ........ er stond ook altijd een groot bord in de etalage met de tekst "én betere waar, én 10 % korting, dat kan alléén de Gruyter!" en daarnaast (en daar was het mij eigenlijk het meest om te doen) nog een bord met de tekst "elke week een nieuwe verrassing: het snoepje van de week voor 10 cent".
Ik kende namelijk op school een jongen die daar elke week over opschepte en de verrassing van de week meebracht: een speeltje, want het snoepgoed had hij dan natuurlijk al op. Wat zou ik graag gewild hebben dat wij ook, al was het maar één keer, de boodschappen zouden hebben gehaald bij die móóie winkel in plaats van "onze" Coöperatie-winkel, die meer op een magazijn leek. Maar nee, onze pa zei dat dat voor de middenstanders en "de kapitalisten" was en niet voor "ons soort meensen". Zodoende!
Even nog in vogelvlucht: In de zestiger jaren was De Gruyter de belangrijkste grootgrutter in Nederland en had tweemaal zoveel klanten dan Albert Heijn, met meer dan 500 winkels. Meestal zaten die winkels op een hoek, dat was een bewuste keus. Eigenlijk schreef de stichter van deze winkelketen zijn naam met "een lange ij" (Piet de Gruijter dus) maar, om te bezuinigen op het aantal (meestal grote koperen) letters op elke voorgevel van deze winkels had men ervoor gekozen de naam voortaan met "een griekse y" te schrijven.
Piet de Gruijter was al in de negentiende eeuw in Den Bosch begonnen met een koffiebranderij, een graanmolen, en voorts een handel in suiker, zout en steeds meer levensmiddelen, die hij zelf verpakte en onder de eigen merknaam verkocht. En als je de bonnetjes bewaarde kon je die één keer per maand inwisselen en kreeg je 10% van je aankopen terug. Het waren echte "toonbankwinkels", waar je kon aanwijzen wat je wilde en dan was er de winkelbediende die het voor je op de toonbank zette. Maar, in de zestiger jaren ging Albert Heijn als eerste over op supermarkten met zelfbediening. De Gruyter geloofde daar niet in, het systeem was te "nieuwer-wets" en men was bang dat de mensen iets zouden pakken zonder te betalen.
In amper tien jaar tijds ging de hele winkelketen van de Gruyter ten onder! In 1970 werd de boel verkocht aan de SHV (de zogenoemde Steenkolen Handels Vereniging, die ook eigenaar is van de Makro's) en zeven jaar later weer doorverkocht aan de winkelketen van de Spar (kopen bij de Spar is sparen bij de koop!) en zo ging het maar door.
Maar waarom dan die bijnaam van "Piet d'n Dief"? Twee redenen heb ik ooit gelezen of gehoord. Die 10%-korting was natuurlijk je eigen geld, die je in de perioden daarvóór had betaald. Intussen profiteerde de Gruyter van de rente en er gingen natuurlijk ook wel eens bonnetjes verloren, waardoor de Gruyter die 10% "in eigen zak" stak. Een tweede reden zou hebben kunnen zijn dat de Gruyter zijn suiker, meel enz. in dikke (zware) papieren zakken verkocht, die dan inclusief de zak zelf één kilo wogen. Maar, ik heb het ook maar "van horen zeggen", hoor!
Bijgaande fotootjes, waaronder een briefhoofd uit 1910, een gedeelte van een voorpui enzovoorts, heb ik "geleend" van enkele internetsites. Ik bedank daar de bezitters/eigenaren bij dezen heel hartelijk voor!
Louis Sparidans