- Datering van het verhaal: 30 januari 2009
Mijn ouders kwamen van boven de Lijn. Mijn vader is geboren aan het Wilhelminapark en groot geworden in het Goirke en mijn moeder precies andersom. Van beiden bestaan nog de huizen waarin zij volwassen zijn geworden en van waaruit zij in 1941 in het huwelijk traden. In die huizen ben ik vroeger vaak genoeg geweest wanneer wij op bezoek gingen bij opa en oma. Mijn moeder heeft mij eertijds het huis gewezen waarin zij is geboren. Het staat er nog. Ik ben er nooit in geweest, maar elke keer als ik er langskom kijk ik naar dit "huis van ons moeder." Mijn vader is geboren aan het Wilhelminapark op nummer 16. Toen hij een jaar of twee was, in 1916, verhuisde de familie naar een groot huis nabij het punt waar de Goirkestraat uitkomt op het Wilhelminapark. Dit huis (nummer 4) is lang geleden afgebroken. Het moest al in 1936 wijken voor de ruimtebehoefte van het familiebedrijf en dit vormde de aanleiding voor mijn opa en oma om met hun grote gezin te verhuizen naar de Goirkestraat. In die voor de textielindustrie moeilijke jaren besloot mijn opa ook om zakelijk iets anders te gaan doen. Het werd voor onze familietak dus een dubbel afscheid van het Wilhelminapark. Misschien hebben wij wel daarom zo weinig gehoord over de periode die toen werd afgesloten. Dat boek was dicht. Er was in elk geval helemaal geen goed beeld bewaard gebleven van het verdwenen huis, ook niet in het fotobestand van het Regionaal Archief. Wel zag ik op een oud briefhoofd van Thomas de Beer dat het samen met het pand Wilhelminapark 6 een monumentale entree moet hebben gevormd van de fabriek. In het huis met nummer 6 woonde vroeger de oudste broer van mijn opa, Lambert. Enkele jaren na diens dood in 1931 werd het als kantoor bij de fabriek betrokken en tegenwoordig is de politie er voor een deel in gehuisvest.
Kort geleden kwam deze geschiedenis onverwachts toch tot leven toen wij op bezoek waren bij mijn hoogbejaarde heeroom Herman, de jongste broer van mijn vader en sinds kort de enige overlevende uit het oorspronkelijke gezin aan het Wilhelminapark. Heeroom is altijd pastoraal actief gebleven maar de laatste tijd laat zijn fysieke gesteldheid hem toch wat in de steek en daar baalt hij eigenlijk behoorlijk van. Kennelijk heeft hij nu wat meer tijd en rust om terug te denken aan zijn jonge jaren. "Zijn Tilburg" is het Tilburg van voor de oorlog, immers in 1942 werd heeroom tot priester gewijd en daarna volgden aanstellingen in Mill, Oisterwijk en Boxtel. Wij hebben hem in recente jaren weleens de stad laten zien en bezoeken gebracht aan het Textielmuseum en Peerke Donders, maar het Tilburg van onze tijd doet hem verder weinig. Bij ons meest recente bezoek aan heeroom in Boxtel bleek hij warempel een foto te hebben gevonden van het verdwenen huis dat in 1917 zijn geboortehuis is geweest. Een kast van een huis met een grote voordeur waarnaar je 3 à 4 treden omhoog moest, een fraai balkon daarboven, een markant torentje en aangrenzend een tuintje voor de entree van de fabriek. Hij vertelde erbij hoe mooi het ook van binnen was. In de vergroting is het huisnummer 4 nog te zien en met een beetje goede wil tel je ook vier verdiepingen, de kelder niet eens meegerekend. Ik herinner me hoe in de negentiger jaren van de afgelopen eeuw aan de rechterkant onder protest enkele oude herenhuizen zijn gesloopt om plaats te maken voor een nog altijd te realiseren "poortgebouw" voor het De Pont museum. Wat moet deze uitloper van het Wilhelminapark een fraaie aanblik hebben geboden toen al deze huizen er nog stonden! Doodzonde dat daarvan nu niet meer dan een groot gat over is, maar het mag nu duidelijk zijn dat dit niet geheel en al is toe te schrijven aan het laatste kwart van de vorige eeuw!