Urine in de textiel

  • Datering van de gebeurtenis: 1600-1800

Urine in de textiel

Over het toenmalige gebruik van urine (de zeik) in de textiel bestaat geen twijfel. Er zijn diverse vermeldingen dat urine gebruikt werd voor het wassen, het verven en het vollen van de wol.
Normale mensenurine bestaat voor 93.3 % uit water en voor 6.7 % uit vaste stoffen. Van die vaste bestanddelen is ongeveer een derde deel ureum en daar gaat het om. Het proces is complex, maar het zorgt ervoor dat ammoniak ontstaat.
Rottende urine krijgt in bepaalde verbindingen de werking van zeep. Op die manier is vuil op te lossen. Voor het wassen gebruikte men verouderde urine. In een verhouding van één deel urine op twee delen water liet men het 's nachts in kuipen staan. Vervolgens werd het mengsel tot ongeveer 50 graden verwarmd en werd de wol daarin gewassen. Ten slotte moest de wol met veel water worden uitgespoeld.

In Tilburg gebeurde het wassen al in de zeventiende en achttiende eeuw in de zogeheten spoelen of spulen. Kuilen gevuld met water die op verschillende plaatsen in de stad voorkwamen op plaatsen waar door de samenkomst van enkele wegen een (driehoekig) plein was ontstaan. In het huidige straatbeeld zijn die plaatsen (soms) nog terug te vinden. Ze bestonden onder meer op de Veldhoven (thans Wilhelminapark), het Goirke (thans Julianapark), Oerle (thans Transvaalplein), de Hasselt (waar de Hasseltse kapel staat) en Korvel (nog steeds Korvelplein); maar ook op niet meer in het moderne straatbeeld terug te vinden plaatsen als de Hoeven, de Reit, Herstal en Stokhasselt. Kortom overal op het Tilburgse grondgebied.

Bron: Henk van Doremalen en Paul Spapens, Kruikezeikers. Mythe en werkelijkheid van een Tilburgs fenomeen (Tilburg, 2004).

afb. 1: De verver aan het werk op een 18e-eeuwse prent uit het boek ´De Volmaakte Verwer´.
afb. 2: De wolwasser op een prent van Jan Luyken omstreeks 1690.
afb. 3: De spuul voor de Hasseltse kapel in 1927.

Alle rechten voorbehouden

Media