Een Vlaams altaar in een Tilburgse huiskamer

Sebastiaan is een verzamelaar. Zijn woonkamer is behangen met krantenberichten en posters van iconische gebeurtenissen. Eén wand is volledig gevuld met legobouwwerken, waaronder een gigantisch model van de Titanic. Ergens tussen al die voorwerpen staat een oud kloosteraltaar.

Foto Maria van der Heyden

Een kleine tien jaar geleden zag hij voor het eerst. Tijdens een van zijn tochten in Vlaanderen. Sebastiaan heeft namelijk nóg een hobby: urbex fotografie. Samen met vrienden gaat hij op zoek naar oude verlaten gebouwen om er foto’s van te maken. Zo komt hij terecht bij het voormalige kasteel van Mesen in Oost-Vlaanderen. Terugdenkend hieraan zegt hij: “Het stond daar gewoon wat te staan. Niemand wilde het blijkbaar hebben. Uiteindelijk heb ik me er maar over ontfermd. Zoiets moois mag toch niet verloren gaan?”

Met ‘daar’ bedoelt Sebastiaan een middeleeuwse kasteelruïne van de Heeren van Lede. Eind negentiende eeuw kwam er een kostschool voor meisjes in, later werd dit een gewone onderwijsvorm. In 1971 stopten de activiteiten en werd het terrein ontruimd. Door totale verwaarlozing ontstond de huidige ruïne, waarvan de laatste restanten geconserveerd zijn in het landschap.

Dreigende taal

In een van de vervallen ruimten ontdekt Sebastiaan een meubelstuk dat ooit als altaar dienst moest hebben gedaan. Na wikken en wegen besluit hij een paneel mee naar huis te nemen inclusief enkele losse tegels die ooit deel uitmaakten van de monumentale vloer. Bij een volgend bezoek constateert hij dat het altaar er nog altijd staat. Samen met een vriend sjouwt hij het via een raam naar de kelder, van waaruit zij het later per auto naar Tilburg vervoeren.

Sebastiaan is trots op zijn vondst en plaatst een foto op Facebook. Maar dan zijn de rapen gaar. De Aalstenaren reageren furieus: zij zijn van mening dat alle voorwerpen in het kasteel moeten blijven. Er volgen zelfs dreigementen aan het adres van Sebastiaan dat zij de overheden zullen ingeschakelen. Deze reageert echter nuchter: “Als zij dit object zo belangrijk vonden, waarom hadden ze het dan al niet veel eerder gered? Ook de plaatselijke heemkundekring had al van alles uit het gebouw gehaald, maar dit altaar vonden ze blijkbaar niet belangrijk genoeg. Uiteindelijk bleef het bij dreigementen.”

Hedendaagse functie

En zo siert het oude altaar tegenwoordig de huiskamer van Sebastiaan. Erop staat een glas-in-loodraam dat afkomstig is van de Tilburgse Sacramentskerk. “Gekregen van de sloper in ruil voor een doosje donuts,” lacht hij. Aan weerszijden van het raam staan twee heiligenbeelden in een stolp en ook de tegels zien we terug. Op het altaar een foto van Sebastiaan met zijn oma, een trouwfoto van zijn ouders en een van zijn poes. “Mijn oma en ik hebben veertig jaar lang onze verjaardag op dezelfde dag mogen vieren. In 2019 is ze helaas overleden. Mijn vader is al veel langer dood en mijn moeder vecht momenteel tegen kanker. Die poes heb ik zeventien jaar lang gehad. Toen ik ze moest laten inslapen heb ik ze op dit altaar opgebaard. Voor hen brand ik regelmatig een kaarsje op deze plek. Zo krijgt dit meubelstuk weer een hedendaagse functie.”

 

 

Het TijdLab (De Bibliotheek LocHal en Stadsmuseum Tilburg) doet onderzoek naar immaterieel erfgoed van inwoners van Tilburg, Berkel-Enschot, Udenhout en Biezenmortel. Bovenstaande tekst en foto's zijn onderdelen van het programma ‘Deze en gene zijde’, over dood en rouwcultuur. Stadsmuseum Tilburg registreert het erfgoed door de verhalen te bewaren in deze website. Regionaal Archief Tilburg bewaart de foto's in de Beeldbank. 

De foto's zijn van Maria van der Heyden; de interviews zijn geschreven door Theo van Etten.

 

Alle rechten voorbehouden

Media