Bedrijfsleider André van der Lee

Marokkaanse gastarbeiders in Steenfabriek Udenhout

Vorige eeuw had de steenfabricage een belangrijke plek in industrie van Udenhout. Ten oosten van het dorp, aan de Ginnekenweg, vond men de Udenhoutse Steenfabriek. Deze locatie was in de jaren ’60 uitgegroeid tot een modern gemechaniseerd bedrijf. Het had echter problemen met het werven van genoeg arbeid. Daarom werd besloten tot het benutten van Marokkaanse gastarbeiders, deze konden in die periode via een overheidsregeling worden aangeworven. André van der Lee werkte vanaf 1964 in de steenfabriek en werkte zich daar op tot bedrijfsleider. Tijdens een interview heeft hij ons uitgebreid verteld over zijn ervaringen met de Marokkaanse werknemers.

Steenfabriek door W. van der Plas, 1946.

In eerste instantie kwamen vier gastarbeiders op fabriek werken, dit bleken goede arbeidskrachten te zijn. De fabriek besloot dan ook al snel om nog tien Marokkanen over te laten komen. Deze veertien arbeiders zouden de enige zijn die via de officiële weg bij het bedrijf kwamen. Meneer van der Lee vertelt dat er nog veel meer gastarbeiders de fabriek wisten te vinden, maar dat deze simpelweg 'aan kwamen waaien'. Blijkbaar beviel het werk de Marokkanen zo goed dat ze hun bekenden in het thuisland aanraadden om op eigen initiatief naar Udenhout te komen. Uiteindelijk had de steenfabriek 44 Marokkanen in dienst, wat in 1969 neerkwam op een derde van het hele personeelsbestand. De meesten van hen sorteerden of vormden de stenen. Simpel werk, maar voor de gastarbeiders stond daar een goede beloning tegenover. De bedrijfsvoering ging er van uit dat de Marokkaanse werknemers na een aantal jaar weer terug zouden keren naar het thuisland, net als eerdere generaties gastarbeiders voor hen. Maar het tegenovergestelde bleek waar, de Marokkanen bleven. Sommigen hebben tientallen jaren op de steenfabriek gewerkt.

Veel van de Marokkaanse arbeiders hadden de voorkeur om bij de fabriek te wonen, daarom verbouwde de steenfabriek in de jaren ’70 verschillende loodsen tot verblijven. Alles van slaapzalen tot woonkamers en keukens werd gerealiseerd, waar men in groepjes van vier praktisch kosteloos mocht wonen. Zo ontstond er een kleine Marokkaanse gemeenschap op het terrein. In de weekenden kwamen ook kennissen van de arbeiders naar de steenfabriek, waardoor het een soort vrijplaats werd voor de Marokkaanse lokale bevolking. Men onderhield hier ook deels de eigen cultuur. Zo werd er een oude doucheruimte ingericht als moskee, waar ook om de zoveel tijd een imam een bezoek bracht om te spreken. Ook de Ramadan werd door de meesten onderhouden, ondanks het zware werk. De fabriek probeerde op hun beurt daar zoveel mogelijk de ruimte voor te bieden. Zo leverden ze de Marokkanen vlees voor de bedrijfsfeesten waarmee ze hun eigen favoriete gerechten konden bereiden. ‘Couscous met alles er op en er aan, met kip en tomaten.’ Volgens meneer Van der Lee was er niet echt een scheiding tussen de gastarbeiders en de Nederlandse werknemers. Maar vanwege het groepsgevoel onder de Marokkanen en de taalbarrière waren de gastarbeiders toch enigszins op zichzelf. Deze situatie bleef in de eerste tien jaar grotendeels ongewijzigd. Daarna verhuisden sommige Marokkanen naar een eigen woning, als bijvoorbeeld hun gezin overkwam naar Nederland. Contact met het thuisland werd anders onderhouden in de zomerperiode, men kreeg zes weken vakantie om terug te keren naar Marokko.

Toen de steenfabriek sloot in 1993, meneer Van der Lee werkte er toen overigens zelf niet meer, was er nog steeds een flinke groep Marokkaanse arbeiders werkzaam. Velen van hen vonden elders in de omgeving werk. Terugkijkend stelt meneer Van der Lee dat de Marokkaanse gastarbeiders goede werkers waren, waarmee de contacten altijd goed hadden verlopen. Deze groep heeft zeker zijn stempel gedrukt op de Udenhoutse industrie.

 

Dit artikel is geschreven door Guido van Ee, Cultuurhistoricus - Erfgoedtalent bij Erfgoed Brabant. Van Ee en Van der Lee ontmoetten elkaar in de Bibliotheek Udenhout in het Verhalenkabinet 'Ode aan mijn vader de gastarbeider',  een project van Stadsmuseum Tilburg en Halima Özen.

Bronnen

  • Van der Lee, Over d’n Oven De geschiedenis van de leemwinning en de steenfabricage in Udenhout en Biezenmortel (Tilburg, 2009) 35-36, 90-91.
  • Gesprek Guido van Ee met André van der Lee, 25 november 2021.
Alle rechten voorbehouden

Media