Maar…sinds de uitbraak van Corona zijn er grote veranderingen ontstaan. De behoefte van de cliënten is in de meeste gevallen hetzelfde gebleven maar de invulling is drastisch veranderd. Niet alle oudere cliënten snappen wat er aan de hand is waardoor het moeilijk kan zijn om afstand te bewaren.
‘Wandelen met een cliënt is toch wel heel anders geworden,’ zegt Marie-José. ‘Was het eerst nog gezellig gearmd of naast elkaar een ommetje maken dan is het nu met anderhalve meter ertussen. Mevrouw wandelt op de stoep en ik loop op straat. Iemand meenemen in een rolstoel kan ook niet meer, omdat dat een risico met zich mee brengt. Als degene in de stoel niest en ik loop er achter dan krijg je daar allicht wat van mee. Sinds kort kom ik bij een mevrouw waar net een rolstoel voor georganiseerd was. Ze was al zo lang niet meer buiten geweest. En nu mag het niet. Zo sneu, maar wel begrijpelijk. Het risico voor besmetting is te groot. Zowel voor de cliënten als voor mij als zorgverlener.’
Marie-José vervolgt haar verhaal: ‘De zorg om besmettingsgevaar blijft. Daarom zijn er in deze Coronatijd nog een aantal activiteiten van het lijstje verdwenen. Wat dacht je van Rummikub of een potje kaarten? De bekende aai over de hand. Dat mag en kan allemaal niet meer. Het is beter om op safe te spelen. Het klinkt misschien wel wat overdreven maar ik wil niet op mijn geweten hebben dat ik iemand besmet doordat ik het van één huis meeneem naar een ander huis. Dus afstand houden, heel vaak de handen wassen en zelf privé mij zelf ook goed aan de regels houden, dat is het minste wat ik kan doen. We kunnen nu beter voorzichtig zijn dan straks spijt hebben.’
Toch gaan mensen heel verschillend om met het besmettingsgevaar, zo merkt Marie-José. Ze komt bij mensen die niemand ontvangen, alleen de hulpverleners. Als er al iemand komt dan is dan op grote afstand in de tuin. Er zijn ook adressen waar wat nonchalanter over de anderhalvemeterregel gedaan wordt en visite ontvangen wordt als voorheen.
Dat maakt het werk ook moeilijk want stel dat er iemand ziek wordt daar in huis. Ben jij dan die hulpverlener die het door gegeven heeft? Of komt het toch van familieleden die op visite waren? Dat geeft spanning en belangrijk is om dit altijd te kunnen bespreken met de organisatie. ‘Ik merk,’ zegt Marie-Jose, ‘dat veel mensen na al die weken binnen blijven er toch wel een beetje doorheen zitten, zeker de mantelzorgers die onder hetzelfde dak wonen. Belangrijk is dat ze even tijd voor zichzelf kunnen nemen maar ook dat wordt beperkt door alle regels. Even ergens op visite terwijl zij in huis is, is ook beperkt. Hoe graag ga ik weer op pad met mijn cliënten: gewoon gearmd een rondje door de wijk, een kopje koffie op een terrasje of samen een plantje kiezen in het tuincentrum. Of dat praatje aan de keukentafel zonder anderhalve meter uit elkaar te zitten, een spelletje kaart of fotoboeken bekijken. Je beseft nu dat als hele gewone dagelijkse dingen niet meer mogelijk zijn, geluk in kleine dingen kan zitten zoals mooie tuintjes in de buurt waar je langs wandelt, of vogeltjes die fluiten.’
Dit verhaal behoort tot de reeks Tilburg in tijden van Corona. Op basis van interviews worden mensen in gemeente Tilburg gevraagd te vertellen over hun ervaringen met het coronavirus. Dit verhaal is geschreven door Ans Holman, 4 mei 2020.