Heel lang geleden, toen de Duitsers hier nog zaten, was er een drietal ingekwartierd, ergens op de Heikant.
Op Zaterdagavond, het was in oktober 1944, wilden ze het eens wat gezellig maken, en één van de drie ging naar de pastorie van de Heikant, waar de pastoor net aan zijn kop surrogaat-koffie zat. De Mof zei dat alle pastoors miswijn in huis hadden en hij wilde sofort een fles goeie miswijn hebben voor de Samstagabend.
De pastoor kon niet anders doen dan de kelder induiken en een fles miswijn meegeven………
De wijn smaakte naar meer, en nog twee keer kwam de Mof eine Flasche halen. Het pastoorke had intussen de hulp ingeroepen van een Duitse officier, die er wel eens op uit zou stappen. Want de Heikantse pastoor wist uit eigen ervaring dat het goeie koppige wijn was……..
De officier kwam bij het drietal, dat een heel klein beetje ladderzat begon te worden. Eentje had een Hitler-snorretje opgeplakt en riep alsmaar “Sieg heil !” De tweede probeerde Tilburgs te praten en zei : “Degge bedankt zèèt dè witte !” En de derde zong het liedje van Kätchen von Heilbronn………..
Tevergeefs probeerde de Duitse officier het drietal te bewegen op te breken. De Hitlersnor riep weer:”Sieg heil !”, de tweede Duitser bedankte weer op z’n Tilburgs en de derde zette een operetteliedje in: ”Das ist die Liebe, die dumme Liebe !”
De officier dacht even: “Had ik vroeger toch maar een vak geleerd, toen onze Pa dat wilde……… !” Maar toen kreeg hij een idee. Hij keek uit het raam en riep “Die Tommies sind da !.......Jetzt kommen die Tommies !”
Dat was genoeg ! De drie Duitsers waren in een oogwenk buiten, en met hun zatte koppen renden ze, schommelden, struikelend over elkaar, weg, roepend:”Die Tommies, die Tommies !”
De officier keek naar de pastoor en zei:”Het is me wat, hé !”
En de pastoor zei:”Ja jong, ge had beter een vak kunnen leren !”
Nota bene: Ik heb een heel vage herinnering aan een berichtje van ongeveer 70 jaar geleden, dat ik op mijn manier herschreven heb. En ik heb er de Heikant van gemaakt. Het had ook den Unent of Broekhoven kunnen zijn…..
Anton van de Wiel.