Uit het album van de familie Moonen
Familiegegevens
Huub Moonen werd in 1947 geboren in een bovenwoning aan de Bisschop Masiusstraat. Hij was het eerste kind van timmerman Wim Moonen en Mien van Breda. Grootvader van vaderskant verdiende de kost als sigarenmaker, die van moederskant werkte in de wegenbouw. Na de lagere school bezocht hij twee jaar de Lagere Textielschool om vervolgens, in 1962, als leerling-wever aan de slag te gaan bij AaBe, Tilburgs grootste wollenstoffenfabriek.
In 1970 besloot hij over te stappen naar de PTT. "Ik zag dat er in de textiel geen toekomst meer lag." Hij werkte jarenlang met plezier in de expeditie en sortering en ging in 2009 als postbesteller in de VUT.
Moonen trouwde in 1973 met Annemie de Laat. Het echtpaar kreeg drie kinderen en heeft twee kleinkinderen. "Wij waren met drie kinderen thuis", zegt Huub. "Bij Annemie hadden ze er veertien. Dat was wel wennen. Ik kwam er al maanden binnen en nog steeds kwam er voor mij vreemd volk over de vloer."
Familieverhaal
'Vader speelde in het eerste van Willem II'
Sinds Huub Moonen in de VUT ging, kun je hem een paar keer per week aantreffen aan de biljarttafel. Is het niet om te oefenen dan wel om een wedstrijd te spelen in de competitie van de Katholieke Bond voor Ouderen. Vroeger, lang geleden, voetbalde hij bij Hiëronymus in Tilburg-Zuid. Gewoon voor de gezelligheid. In elk geval was hij lang niet zo fanatiek als zijn vader Wim Moonen. "Die heeft nog in het eerste van Willem II gespeeld toen Willem II nog iets wezenlijks won", zegt Huub - dat laatste met iets van misprijzen in zijn stem.
Hij laat een mooie ingelijste foto zien van het jeugdelftal van Willem II, gemaakt in 1939 of daarontrent. "In het eerste was vader linksback. In 1944 heeft hij nog de KNVB-beker gewonnen - of eigenlijk was het NVB-beker want 'Koninklijk' mocht toen natuurlijk niet. Ze wonnen met 9-2 van Groene Ster." Aan de muur hangt een andere trofee uit de oorlogsjaren, in de vorm van een bord. "Dat is van het Zuid-Nederlands Kampioenschap in het seizoen 1942/43. Vader heeft bij Willem II gezeten tot 1946 toen hij een dubbele beenbreuk opliep bij een wedstrijd in Helmond."
Jeugdherinneringen
Pa Moonen verdiende op dat moment de kost als timmerman. "Bij de weduwe Vinks in de Heuvelstraat. Daar maakten ze kammen voor weefgetouwen. Omdat het meer opleverde is hij rond 1955 bij de firma Enneking gaan werken, als wever. Hij werd er prompt overspannen, maar ja, hij was een klein bedrijf gewend en bij Enneking was het een klereherrie, massaproductie en opjagerij. Desondanks heeft hij het volgehouden tot zijn dood - 53 was hij pas. Dat was eind 1973, een jaar of wat later ging Enneking failliet. Hij heeft er altijd met tegenzin gewerkt... Hij was liever bij Vinks gebleven, maar ja, daar verdiende hij minder, het was pure noodzaak."
Toen Huub Moonen bij Hiëronymus voetbalde schreef hij wel eens stukjes in het clubblad. Hij had wel ervaring. Op de lagere school moest hij vaak zijn opstel voorlezen. Ook het schrijven van levenslopen bij bruiloften van vrienden en familie ging hem goed af. En sinds een jaar of vijf levert hij regematig bijdragen voor de website van Cultureel Brabant (www.cubra.nl). Herinneringen uit zijn jeugd staan daarin centraal. "Al dan niet geromantiseerd", voegt hij er glimlachend aan toe.
Kippen
Ook Huubs vader kom je met enige regelmaat tegen in zijn verhalen. In zijn meest recente bijdrage 'Van alpinopet tot kippenbout' is dat ook het geval. Daarin gaat het ondermeer over het houden van kippen. 'Niet zozeer als hobby, maar meer uit economische overwegingen', schrijft Moonen. Kippen die 'uitgelegd' waren, werden geslacht. Moonen herinnert zich nog die ene tegenstribbelende kip waarmee z'n vader extra moeite had. En schrijft:
Na enige tijd had de kip zich verzoend met haar nakende einde en legde ze gewillig de kop op het hakblok. Toen mijn vader evenwel bleef volharden in het maken van schijnbewegingen draaide ze haar kopje weer omhoog en keek met haar ronde gele ogen vragend op naar haar ‘beul`. Mijn vader echter liet zijn bijltje zakken, schudde mistroostig nee, en plaatste de kip weer in de ren. Van pure opluchting of uit dankbaarheid voor zoveel humaniteit, is ze weer kort aan de leg geraakt.
Zeker oudere Tilburgers zullen het heel herkenbaar vinden en soortgelijke herinneringen bewaren - ook als het om konijnen ging uiteraard...