- Datering van de gebeurtenis: 1887
De Fraters van Tilburg, oftewel de Congregatie van Fraters van O.L. Vrouw van Barmhartigheid, zijn bijna 110 jaar op Curaçao werkzaam geweest en wel, zoals in Nederland en elders, voornamelijk in het onderwijs.
Zoals in de eerdere bijdragen onder dezelfde titel al is gememoreerd, kwamen de eerste drie fraters op 13 november 1886 op Curaçao aan, terwijl de laatste fraters op 20 december 1995 naar Nederland terugkeerden.
De laatsten keerden uiteraard (in één dag) terug per vliegtuig; de eersten, het kon ook niet anders, reisden er gedurende enkele weken naar toe, maar dan per boot. Ik heb me eerder vergist, de reis duurde niet 19 dagen maar een week langer, d.w.z. 26 dagen in totaal.
Frater Pancratius was de eerste frater-onderwijzer die deze reis in 1887 ondernam en ook de eerste die daarvan schriftelijk verslag deed. Dit verslag verscheen in de Tilburgsche Courant van 21 juli 1887. Na de vorige delen hieruit volgt thans weer een vervolg.
Maandag 23 Mei.
De hevige wind en tengevolge daarvan de hevige schommelingen van eergisteren avond bleven gisteren aanhouden en hebben mij zeeziek gemaakt, zoodat er gisteren van schrijven niets kwam.
Na de lunch was in eenige oogenblikken alles uitgeworpen wat ik gebruikt had. Dit geschiedde zonder het minste gevoel van ziekte; maar juist de leegte in de maag maakte mij onpasselijk. Om 4 uur ging ik naar bed en bleef er tot vanmorgen 5 uur, welken tijd ik echter grootendeels slapeloos heb doorgebracht.
Dezen morgen hadden wij weder het geluk de H. Mis te hooren. Verder hebben wij den geheelen dag niets gezien. Gisteren middag 28 gr. 8 min. Noorderbreedte en 37 gr. 11 min. Westerlengte. 60 mijlen afgelegd. Vandaag 25 gr. 38 min. Noorderbreedte en 40 gr. 3 min. Westerlengte. Slechts 54 mijlen afgelegd wegens tegenwind.
Dezen morgen heb ik met den tweeden machinist de machine eens afgezien. Zij werkt met twee cilinders: één met stoom voor hooge drukking en één van lage drukking. De stoom, die in den eenen cilinder heeft afgewerkt (vertelde mij de gids), wordt naar den andere gevoerd. De Maatschappij is bezig met den bouw eener vierde boot, welker machine zal werken met drie cilinders: nl. voor hooge, middelbare en lage drukking.
De machinist leidde mij ook door den tunnel, waardoor de werk-as loopt, 't Is daar natuurlijk helsch donker. Daarom ging de machinist voorop met eene lamp. De as is ongeveer 2 dM. dik en wit geverfd tegen het roesten. De tunnel zelf is maar 4 of 4,5 voet hoog en altijd staan er waterplassen in, zoodat men omhoog moet zien om het hoofd niet te stooten en ook omlaag om niet te nat te worden. Deze gelegenheid kan ik nu wel te baat nemen om u mede te deelen, wat ik wegens de afmetingen der boot gehoord heb. Ze is 248 voet lang en 34 of 35 voet breed.
Toen we uit Amsterdam vertrokken lag ze 19 voet onder water, doch nu is zij reeds 1 voet opgelicht door het verbruik der steenkolen. De twee masten zijn ieder meer dan 100 voet hoog (De eene misschien wel 120 voet). De onderste helft (geheel ijzer) is wel twee voet dik. De schoorsteen heeft een middellijn van wel meer dan anderhalven meter.
Dinsdag 24 Mei.
Dezen morgen was de zee zoo kalm, dat ik een oogenblik gedacht heb, dat ik zou moeten intrekken wat ik over de spiegelgladde zee geschreven heb. Golven als, die welke door den wind worden te weeg gebracht, waren in 't geheel niet te bespeuren. Alleen eene zachte deining was te bemerken en nog wel meer door de eigenaardige lichtstrepen (door de weerkaatsing der zonnestralen voortgebracht) dan door het zien der beweging. Een frissche regenbui van slechts een paar minuten maakte het geheele dek nat en deed het water bij beken wegstroomen.
Na de H. Mis en Communie was het weder helder en op den dag steeg de thermometer tot 80 gr. Geen wonder ook: de zon stond vanmiddag om 12 uur nagenoeg loodrecht boven ons hoofd.
Dezen avond zien we voor den eersten keer de maan met haar hoornen recht in de hoogte achter den horizon verdwijnen. Het halve licht der maan heb ik in Holland nooit zoo duidelijk kunnen onderscheiden. Eergisteren was het nieuwe maan. Dezen middag 22 gr. 21 min. Noorderbreedte en 42 gr. 14 min. Westerlengte. 58 mijlen afgelegd.
Woensdag 25 Mei.
De zee is wel niet zoo stil als gisteren morgen, maar wij mogen toch over het aangename weder Onzen Lieven Heer bedanken. We hebben verscheidene vliegende visschen gezien, 't Zijn mooie beestjes, ze glanzen als zilver en vliegen bijna zoo snel als een zwaluw. Denk niet aan 't fladderen van een vleermuis, maar eerder aan 't strijken van een zwaluw. 19 gr. 21 min. Noorderbreedte, 44 gr. 59 min Westerlengte. 59 mijlen afgelegd.
Donderdag 26 Mei.
Dezen morgen hebben wij wederom de H. Communie kunnen ontvangen. Reeds zeer vroeg toonde Broeder Leo ons een paar vliegende visschen, die op het dek gevlogen waren. De een was met zulk eene vaart tegen een stuk ijzer gevlogen, dat zijn kop aan den eenen kant geheel verbrijzeld was. Van een oog was aan dien kant niets meer te bespeuren. Hij was zoo groot als een haring, maar veel dikker (bijna rond als een aal). De buik was spierwit, de rug prachtig blauw. De vlerken waarvan hij zich bedient, zijn de vinnen bij den kop, welke tot den staart toe verlengd zijn en uitgespreid nog al een heele oppervlakte vormen.
De warmte was, zooals men denken kan bij loodrechte zonnestralen. Toen ik dezen morgen opstond liep het zweet mij bij stralen van 't hoofd en toch kan ik over de hitte niet klagen. Ze is integendeel heel wel uit te staan. 16 gr. 12 min. Noorderbreedte en 47 gr. 30 min. Westerlengte. 59 mijl afgelegd.
Vrijdag 27 Mei.
Er worden reeds toebereidselen gemaakt voor de aankomst te Paramaribo. De groote ankers hangen reeds aan den voorsteven. Sommige wit geverfde staven zijn reeds opnieuw overgehaald. 13 gr. 7 min. Noorderbreedte en 49 gr. 59 min. Westerlengte. 58 mijl afgelegd.
Zaterdag 28 Mei.
Vandaag veel beweging in de zee en ook in de boot. Frater Pantaleon en Broeder Leo en ook Soeur Laurence waren minder frisch. Een ferme, recht Surinaamsche regenbui brengt de zee tot bedaren. 10 gr. 6 min. Noorderbreedte, 52 gr. 36 min. Westerlengte. 60 mijlen afgelegd.
Bijgaand nog een oude landkaart van Curaçao uit 1836. Wordt vervolgd
Louis Sparidans, Grave