- Geboortedatum: 1800-1900
- Sterfdatum:
Het is te begrijpen dat kinderen in de 19-de eeuw die niet naar school konden of wilden gaan, de taak van de arme, hardwerkende ouders moesten verlichten door mee te helpen. Bezigheden voor hun waren, het huis en erf schoonhouden, hout sprokkelen, denappels rapen, onkruid wieden, aardappels rooien en vee voeren. Maar ook thuis helpen met wol spinnen, wol kaarden, inslag spoelen, strengen wol haspelen, enz. voor het eigen weefgetouw thuis of als bijverdienste, samen met andere gezinsleden.
Een curieus krantenartikel uit 1875 vertelt over Cornelis van den Heuvel als kind.
"Zondag werd Cornelis van den Heuvel, ten huize van de Heer J. Diepen, in herinnering gebracht, dat hij in juni 1815, als kleine jongen, aan de hand van zijn vader (destijds meesterknecht in de fabriek op Korvel) aan het werk werd gesteld, zodat hij nu 60 jaar onafgebroken bij de familie Diepen in dienst is".
Cornelis is in 1807 geboren en is dus in 1915 op ACHTJARIGE leeftijd bij Diepen begonnen! Bij zijn overlijden in 1887 was hij 80 jaar.
Over het algemeen gingen de kinderen aan het begin van de 19-de eeuw vanaf hun achtste, en later hun tiende jaar, in de fabriek werken. In Tilburg, als eerste vanaf hun twaalfde. Dit kwam omdat de toenmalige pastoor (1832-1854) van het Heike, de latere bisschop Zwijsen, bepaalde dat kinderen pas mochten werken nadat ze hun plechtige communie hadden gedaan, en dat was pas rond hun twaalfde levensjaar.
De meeste kinderen gingen aan het eind van de negentiende eeuw nog steeds op 12-jarige leeftijd in de fabriek aan de slag en bleven hun leven lang werken.
Een bericht in de Tilburgse Courant van 17 januari 1884 geeft een beeld van de extreme werktijden voor kinderen.
"Uit het verslag van de Kamer van Koophandel d.d. 16 januari blijkt, dat kinderen tussen 12 en 16 jaar gerust op wollenstoffenfabrieken kunnen werken, mits het licht werk is, zoals draadmaker, en het ook niet schadelijk is voor de gezondheid. Er zijn fabrieken die 16 uur per dag werken, doch na veel geharrewar stelt men dat 12 uur werken per dag genoeg is.
Degenen die dat willen, mogen langer werken. Omdat dat er zo weinig zijn, verandert het gemiddelde daardoor niet. Geadviseerd wordt een werktijd van zes uur 's morgens tot 's avonds acht uur."
Zeker bij zestien uur werken bleef er maar weinig tijd over om te slapen. In de resterende acht uur moesten de kinderen nog naar huis lopen, wat eten, zes tot zeven uur slapen om dan 's morgens mogelijk nog iets te eten en terug naar de fabriek te lopen.
Wel een hemelsbreed verschil met een bijbaantje nu als vakkenvuller, of met het aardbeien plukken als vakantiebaantje voor de tieners.
Bronnen:
‘Kinderarbeid in de textielindustrie' P.J.M. van Gorp, 1979
‘Tilburg Wolstad Herinneringen aan een glorietijd' Frans Kense, 2007
Foto van draadmakertjes bij de tapijtgarenspinnerij Arnold v.d.Bosch aan de Zuid-Oosterstraat. Uit ‘Noord-Brabant's nijverheid in beeld' J.K. Mercx, ca. 1920