Tekst Lia van Tongeren
Later hoorde ik dat men zich afvroeg, hoe dat allemaal in dat huisje paste. We hadden geen badkamer, gingen op zaterdag in bad in de teil in de keuken. Het was geen luxe, maar het was er knus en warm. We hadden ook een zolder, daar stond een oude dressoir, daar overwinterde onze schildpad. En ieder voorjaar als we boven hoorden rammelen was de schildpad wakker geworden en werd hij naar het plaatsje achter ons huis gebracht waar hij dan rond liep. Het was een klein plaatsje met een bijkeukentje, waar Oma frietjes bakte op een tweepits gasstel en waar mijn moeder de was deed. Ook was er een kolenhok, dat kwam buiten op het plaatsje uit.
Achter ons huis liep een poortje en daarachter was de hele grote tuin van het grote huis van Dr. Sint-Nicolaas aan het Wilhelminapark. We leefden in de keuken en s ’avonds mochten we in de huiskamer, voor die tijd heel normaal denk ik. Met kerst was het enige moment dat er in de huiskamer werd gegeten. Bakkerij Van de Westen was bij ons naast het poortje, waar wij dan ook wel met opzet de bal over de muur schopten, dan mochten wij door de winkel via de bakkerij zelf de bal halen en viel er altijd wel iets te snoepen. Het rook er ook altijd heerlijk naar vers brood, er werden daar door ons melk ‘scheurmikjes’ en ‘strontjes’ (bolussen) gekocht en met Kerst verse broodjes. De bakker en de melkboer kwamen aan de deur.
Op de hoek schuin tegenover ons was het politiebureau, dat vonden we erg spannend. Er werd bij ons wel eens gedreigd als we niet luisterden dat we dan naar het spinnenkot moesten. Stoffenwinkel Staps (Smidspad 99) daar naast had ik niet zo veel mee, in mijn beleving was het een deftige familie. Tegenover ons zat Hopmans de groenteboer (Smidspad 97). Ik speelde veel met hun dochter Helma.
De verdere winkels waar wij kwamen: De Vink (Smidspad 91) want mijn Oma breide veel voor ons en dat garen kocht ze daar. Het waren strengen garen die nog opgerold moesten worden. Wij moesten dan zo’n streng om onze handen doen en oma rolde dan de bolletjes ervan. Wij meiden konden allemaal al breien voor we naar de lagere school gingen.
Schoenen werden gekocht bij Termeer (Smidspad 69) en het speelgoed bij Broers van Kempen (Smidspad 61-65). Dat was de favoriete winkel waar wij als kinderen ons aan de etalages vergaapten en zeker met Sinterklaas en Kerst dan waren deze met sfeer ingericht net als alle andere winkels in de straat dat in die tijd deden. Er zat ook een of andere (baby)winkel nog voor de VéGé, met een grote tuin daar achter met fruitbomen, door een gat in de schutting konden wij in de tuin komen en haalden daar peertjes weg. Ik als kleinste van de vier was aan de beurt en hoorde opeens roepen; ‘Hij komt eraan!’ Peertjes in mijn rokje en rennend naar huis. Onderweg de peertjes verliezend stond de goeie man even later bij ons aan de deur. Het gevolg was: een week lang na het eten naar bed.
Op zaterdag mochten we bij de Vegé snoepje van de week kopen. Een papieren zakje met snoep erin. Onze ouders rookten en regelmatig moesten wij dan sigaretten halen bij Foussier. Daar hing ook een automaat met sigaretten buiten. Dochter Miriam zat bij ons op school (Goirke). Daarnaast zat Bertens, meubels en vloerbedekking en achteraan in het Smidspad hadden ze nog een pand. Het straatje daarnaast (Goirkezijstraat) daar was een houtzagerij of opslag met planken waar wij graag op speelden.
Was de fiets kapot dan ging deze naar Donders in mijn herinnering was daar een grote groene poort. Deze lag in het voor ons achterste stukje tussen of voor Simons (servieswinkel) en Duitsman (juwelier) in. Op het hoekje bij de Leo XIII-straat zat Kuntje Kelder en later de Witte Hoek (Smidspad 24-26) waar frituur en ijs werd verkocht. Ik weet nog dat er gratis ijs werd uitgedeeld en dan kreeg je een stempel op je hand. IJsje op, stempel eraf wrijven en dan gingen we nog een keer terug. Het lukte ons om twee ijsjes te scoren. Dan had men nog Frutje Maos (Maas heeft het) die ijzerwaren en gereedschap had. In hetzelfde portiekje zat ook een zaad- en dierenwinkel waar we vogelvoer gingen halen. Maar in dat zelfde stukje had nog een frietzaak gezeten, waar altijd een pot met zure bommen op de toonbank stond, of deze later naar de overkant is gegaan weet ik niet. Wij meiden zaten ook op de gym bij Dionysius. Ieder jaar werd er van daar uit carnaval georganiseerd bij Café van Broekhoven (Smidspad 42) midden in het Smidspad.
Het Smidspad was een drukke straat met veel verkeer. Op zondag was het rustig en mochten wij kinderen buiten in de buurt fietsen. Ik weet ook nog dat de straat werd opengebroken, want het riool moest vervangen. Dat was voor ons kinderen toen erg leuk. De geur van het zand en riool ken ik nog en wil het soms oproepen. Er werd een opening naar de Dr. Nolenstraat gemaakt.
De eerste gastarbeiders kwamen wonen in een pand naast die opening op een zolder. Deze mannen zaten vaak buiten op het muurtje te roken. Ik weet niet of ze daar illegaal woonden. Ik weet dat er in de straat regelmatig vuilnisbakken verdwenen die daar dan weer terug gevonden werden. Dat vrouwtje die de gastarbeiders op zolder had kreeg als snel de bijnaam vuilnisbakkendief.
Als kind hebben we er een hele mooie tijd gehad met zo veel herinneringen, te veel om allemaal op te schrijven. Dit is een klein stukje ervan. In 1968 zijn wij verhuisd. Het stukje van het Wilhelminapark heb ik maar weg gelaten, maar eigenlijk hoorde dat voor mijn gevoel en beleving ook bij het Smidspad.
Voor het gebied tussen Wilhelminapark, TextielMuseum en De Pont museum is (onder andere door de twee musea en de gemeente) de Gebiedsagenda Museumkwartier gemaakt. Belangrijk punt in die agenda is het aangenamer maken van routes in het gebied voor wandelaars, bijvoorbeeld door meer aandacht te geven aan groen, erfgoed en cultuur. Het Smidspad is een van deze routes. in september-oktober 2023 vertellen we enkele verhalen over het Smidspad.