WO I Tilburg-Poperinge

Eerste Wereldoorlog (1)

Afgelopen week verbleven mijn vrouw en ik in ‘de Westhoek’ (van Vlaanderen). We wilden ‘met eigen ogen en oren’ de herinnering aan het begin van ‘De Groote Oorlog’, dit jaar 100 jaar geleden, meebeleven. 

We bezochten daartoe o.a. Ieper, Diksmuide en Poperinge. Er zijn daar tientallen herdenkingsplaatsen en dan noem ik nog niet eens de meer dan 170 (!) voorzover gezien, zeer goed onderhouden oorlogsbegraafplaatsen. Meer dan een half miljoen soldaten verloren daar tijdens de Eerste Wereldoorlog in vier jaar tijds hun leven!  

Twee ‘dingen’ wil ik daarover op deze site kwijt. In Poperinge aten we in een restaurant waar de ober, toen hij eenmaal had vernomen dat ik van oorsprong uit Tilburg afkomstig ben, zich de naam ‘Tilburg’ nog wist te herinneren uit de verhalen van zijn grootvader. Twee vrienden van zijn grootvader waren destijds naar Nederland gevlucht en waren in Tilburg aanbeland. Hij wist dit nog goed, omdat zijn grootvader het zeer betreurde dat één van hen later niet was teruggekeerd en de andere vriend geen notie had waar hij was gebleven .....  

Opmerkelijk, wat ik weer niet wist, was dat Poperinge in die ‘Groote Oorlog’ nooit door de Duitsers bezet is geweest, maar wel regelmatig werd gebombardeerd. Juist doordat ‘het front aan de IJzer’ vier jaar lang ‘standhield’ bleef Poperinge, zeven kilometer ten westen van Ieper, vrij van enige bezetting.  

Er was in Poperinge zelfs een ‘clubhuis’ (het Talbothouse) waar (voornamelijk Britse) soldaten tussendoor terecht konden voor (relatieve) rust en ontspanning, na een geregeld verblijf in de gruwelen van de loopgraven (zie afbeelding 2).  

Een ander verhaal, wat ik in Ieper hoorde, kende ik ook nog niet.  

In het ‘Heuvelland’ ten zuiden van Ieper hielden de Duitsers vanaf het begin van de oorlog een 40 meter hoge heuvel bezet, een militair-strategisch zeer belangrijke plek omdat van daaruit goed zicht bestond op hun eigen stellingen en ze hun kanonnen trefzeker konden richten. Tot in de zomer van 1917 bouwden zij het uit tot een praktisch oninneembare vesting.  

Sinds 1916 werkten de Britten evenwel in het diepste geheim aan in totaal 24 tunnels onder die vesting, die steeds uitmondden in grote kamers waarin duizenden kilo’s springstof werden opgeslagen, volgens ‘zeggen’ in totaal ca. 500.000 kilo.  

Op 7 juni 1917 brachten ze die tot ontploffing. Vijf ‘kamers’ weigerden dienst maar de overige ‘kamers’ zorgden ervoor dat duizenden tonnen aarde, beton, stellingen, wapentuig en Duitse soldaten de lucht invlogen. De klap zou tot in Londen te horen zijn geweest .....  

Het was uiteraard geen ‘vrolijk’ bezoek. We spraken er overigens, naast Vlamingen en Nederlanders, ook veel Britten en Duitsers die allen met veel respect de plaatsen daar bezoeken.  

 

Louis Sparidans    

Tilburg Wiki

 

Media