In maart 1913 kreeg Tilburg voor het eerst een volwaardige bibliotheek, dus een boekenuitleen, met daarbij een leeszaal om rustig naslagwerken te bestuderen maar ook om daar kranten en tijdschriften te kunnen lezen. Deze ‘RK Openbare Leeszaal Sint Dionysius’ was gevestigd op de bovenverdieping van een sfeervol nog bestaand pand bij de Markt, op de hoek van de Heuvelstraat met de Langestraat. Afb. 1 en 2.
De ruimte was al snel te klein en binnen tien jaar verhuisde men naar Willem-II-straat 23, het nog bestaande pand naast de hoek met de Poststraat. Ook daar was er een comfortabele leeszaal, gelegen aan achterzijde op de begane grond, afb. 3.
Van de totaal honderd jaar bibliotheek, heeft men daar in de Willem II-straat het langst gebivakkeerd, namelijk 50 jaar, tot 1972. Tussentijds, in 1962, kocht men het naastliggende pand op de hoek Poststraat (nr. 21, afb. 4), waardoor er weer even wat ruimte vrij kwam.
Uit deze Willem II-straat-periode bestaan er nog bijzondere persoonlijke ervaringen (1).
‘Dat ging dan zo: je sloot je aan bij een der rijen wachtenden in de midden hal. Na enige tijd was je aan de beurt en stond je voor een soort reuzeloket, waarachter enkele bibliotheekassistenten ijverig heen en weer draafden. Je zei dan bijvoorbeeld tegen zo'n mevrouw: 'Ik wil graag een paar gezellige boeken' Zij haalde uit de achterliggende boekenrekken een stapeltje pretentieloze lectuur tevoorschijn en daaruit mocht je drie werkjes kiezen. Desnoods, maar dat gebeurde niet vaak en werd ook nauwelijks op prijs gesteld, kon je in de kaartcatalogus de boeken opzoeken die je wilde hebben en dan de nummers op een briefje schrijven voor de bibliothecaresse.’
Tot in de zestiger jaren werd het beleid nog gekenmerkt door ‘de houdgreep der roomse rechtzinnigheid ‘. Of in de woorden van een bibliothecaresse uit die tijd:
‘Ook kwam het wel eens voor dat de mensen wilden lezen uit de collectie 'voorbehouden lectuur' Men moest dan een formulier invullen 'met redenen omkleed', waarom men dat boek wilde lezen. Het formulier werd door de censor nagekeken, die besliste of de lezer het desbetreffende boek wel of niet mocht lezen. Als jong meisje mocht je dan tegen volwassenen gaan vertellen: ‘Nee, mijnheer dat boek mag u niet lenen'. Op de voorbehouden boekenlijst stonden bijvoorbeeld werken van Couperus, Zola, Walschap en ook het bekende boek 'Doctor Vlimmen' van Roothaert.’
Toch werd in de loop van de zestiger jaren de ‘index’ van gecensureerde boeken al wat minder streng gehanteerd.
In 1972 kwam de nieuwbouw aan de westkant van het Koningsplein gereed, waar de lezer nu zelf de boekenrekken af kon struinen op zoek naar geschikte lectuur, afb. 5.
In 1992 kwam het huidige pand Koningsplein 10, afb. 6 en 7, als ‘Openbare Bibliotheek Tilburg’ in gebruik waar men nu ‘haast op de ontwikkelingen vooruitloopt’ met het aanbod van actuele elektronische media. Gezien de huidige discussie over de Spoorzone lijkt het wel zeker dat onze bibliotheek Tilburg Centrum, als onderdeel van ‘De Bibliotheek Midden-Brabant’ binnen enkele jaren aan een vijfde locatie toe is.
(1) Uit: ‘Openbare Bibliotheek Tilburg 1913-2003, Schatkamer voor cultuur en informatie’, van Henk van Doremalen uit 2003. Met op pagina 64 de ervaringen van Paul Vroom en Petra Nass.