Tot en met 1958 heeft ‘Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, Tilburg’ het tijdschrift ‘De Engelbewaarder’ uitgegeven. Er zijn twee versies. Een voor de jongere lezertjes (onderbouw basisschool) en een voor de grotere lezers (bovenbouw basisschool). Vaak laat men de losse afleveringen van een jaargang door genoemde drukkerij inbinden. Een mooie groen linnen band met een ‘gouden’ afbeelding van een engelbewaarder is het resultaat.
In jaargang 58 (1947-1948) voor de grotere lezers vinden we op blz. 56 en 57 een verhaal over Tilburg. De titel luidt: “De stad van Willem II”. De auteur is Loyola. Wellicht een pseudoniem.
Willem II wordt afgeschilderd als een zeer beminnelijk man. De inwoners van Tilburg dragen hem op handen zoals uit onderstaand fragment blijkt.
Eens was de Koning ernstig ziek geweest. Toen hij na z’n herstel zich voor ’t eerst weer in het openbaar vertoonde, spande het Tilburgse volk de paarden van de koets, om zelf het rijtuig met hun dierbare Vriend verder voort te trekken. Een sprekend bewijs van hun aanhankelijkheid!
De vriendschap van Willem II met pastoor Zwijsen wordt natuurlijk ook belicht.
“Ik verwacht morgen enkele vorstelijke gasten, mijnheer Pastoor. En U weet, dat mijn woning niet op zulke logé’s berekend is.” “Geen nood, Sire! Mijn pastorie staat ten allen tijde ter Uwer beschikking.” De Pastoor sliep dan maar enkele nachten op zijn kantoor; de kapelaans in het klooster op de Ouden Dijk; en de hoge gasten in de Roomse pastorie.
Maar wellicht nóg frappanter is het volgende stukje tekst.
Kijk je ’s Maandags wel eens in de krant naar de voetbaluitslagen? Dan weet je ook zeker dat de Tilburgse club “Willem II” ieder jaar mee naar het kampioenschap dingt.
‘Willem II’ dingt mee naar het kampioenschap. Daar moet je vandaag de dag eens om komen…
De twee illustraties die het verhaal sieren zijn alleraardigst. Het zijn afbeeldingen van het Paleis Raadhuis en het standbeeld van Willem II op de Heuvel. Onder de laatst genoemde tekening is vermeld: KM ’47. KM zijn de initialen van de Tilburgse kunstenaar Kees Mandos (1913-2001).
Afbeelding 1: Ingebonden Engelbewaarder Jaargang 58 (1947-1948)
Afbeelding 2 en 3: Illustraties van Kees Mandos (1947)
Jos Naaijkens