Dezelfde Tilburger die me enige tijd geleden het verhaal vertelde over de Belgische radiozender tijdens de oorlogsjaren, ‘de Flitspuit’ geheten (zie desgewenst onder deze titel) vertelde me ook het volgende verhaal.
Zoals gezegd, hij is een aantal jaren ouder dan ikzelf ben, zeven jaar om precies te zijn, woonde in die tijd op d’n Heikant en moest dagelijks op de fiets naar de Ambachtsschool in het centrum van Tilburg.
Maar in de oorlogsjaren, ik praat dan over de jaren 1943/44, was dat niet altijd gemakkelijk. De kwaliteit van de fietsbanden was namelijk abominabel.
Het probleem was een tekort aan rubber. Rubber moest worden ingevoerd en dat was praktisch onmogelijk geworden. En voor zover er al rubber voorhanden was, gebruikten de Duitsers die voor hun eigen voertuigen. Derhalve hadden de Tilburgers in die tijd vaker een lekke band dan dat er met de fiets gereden kon worden.
Zijn vader had er wat op gevonden. In zijn schuur (hij was boer) had hij nog een oude autoband liggen van vóór d’n oorlog. Daar zaagde hij repen uit om die over de lengte van de velg van de fietswielen te kunnen spannen en die voorts tussen de spaken door met ijzerdraad weer aan elkaar vast te maken.
Het bleek een goeie uitvinding, want mijn gesprekspartner was praktisch de enige Tilburger die zonder problemen dagelijks met zijn fiets naar de ambachtsschool kon blijven gaan.
Wat ik mezelf herinner was, dat aan het eind van de oorlog veel mensen gewoon op de ijzeren velg alleen (dus zonder banden) bleven fietsen of met houten banden, of ze hadden een fiets met een klein stepbandje ervoor. Die hadden ze dan zelf ‘gefabriceerd’.
De voornaamste reden daarvoor was dat Duitsers begonnen waren om fietsen in beslag te nemen (voor eigen gebruik) en niet geïnteresseerd waren in zo’n ‘gekke’ fietsen of in fietsen zonder (normale) banden.
Louis Sparidans