In het dagboek, het zogenaamde ‘cronykje’ over de periode 1774-1830 van de heren L.D. Lelie en J.B. de Beer met de nodige curieuze berichten, staat ook het volgende:
‘1818. Op 9 januari is hier overleden in de ouderdom van 80 jaren Petronella van de Kerkhof weduwe van Hendrik van Akkerveeken. Zij was geboren te Helmond en nog jong zijnde was zij sterk en groot van persoon, zodat zij in hare jongheid te Nijmegen dienst nam als grenadier, en heeft in die kwaliteit de Hoog Mogende Heren Staten ruim een jaar gediend.’
Petronella van de Kerkhof
We veronderstellen dat Petronella zich tijdens de diensttijd Peter van de Kerkhof liet noemen. Bij gebrek aan detailgegevens zullen we nog meer moeten aannemen en veronderstellen.
Zeker is dat Petronella op 17 juli 1768 in Tilburg trouwde met Hendrik van Akkerveeke. Een naam die nog steeds voorkomt in Tilburg. Bij haar trouwen gaf zij op dat zij toen 27 jaar oud was, dus geboren in 1740 of ’41. Als dit klopt dan zou zij dus bij haar overlijden in 1818 ofwel 77 of 78 jaar hebben moeten zijn en geen 80 jaar. Hoe dan ook is ze tussen 1837 en 1841 in Helmond geboren, als dochter van Peter van de Kerkhof en Johanna van Hoof.
We mogen ervan uitgaan, dat onze ‘Peter’ rond ‘zijn’ twintigste in dienst was, dus rond 1760.
Als Tilburgs echtpaar Akkerveeke-v.d. Kerhof hebben zij geen kinderen nagelaten.
De grenadiers
De meerderheid van de soldaten was fuselier en daarmee voorzien van een geweer.
Grenadiers waren de traditionele fors-gebouwde granaatwerpers. In de loop van de tijd werd het belang van de grenadiers minder, maar zij bleven bestaan als ‘elitecorps’, bekend om hun fors postuur. Grenadiers bestaan nog steeds maar zijn nu internationaal meer bekend om hun berenmutsen.
De kleding van de fuseliersen grenadiers was vergelijkbaar. Voor het Hollandse leger was er een lichte crèmekleurige broek met een blauw jasje. Het meest opmerkelijk was het verschil in hoofddeksel. Had een fuselier een driekante steek, een grenadier droeg, om onbelemmerd een granaat te kunnen werpen, een ca. 50 centimeter hoge, smal toelopende muts (als afb. 1).
Jaar diensttijd
In de tientallen jaren rond het midden van de achttiende eeuw was er geen sprake van veldslagen van het Nederlandse leger. ‘Peter’ hield zich zodoende ‘te Nijmegen’ onledig met de gebruikelijke opleiding en legeroefeningen.
Het blijft gissen of zij, ca. 250 jaar geleden, maar één jaar in dienst is geweest omdat men haar vermomming ontdekte of dat zij zelf tijdig besloot om haar diensttijd te beëindigen.