- Datering van het verhaal: 1955-1964
Loes Martens (1955) woonde vanaf haar geboorte in Kortestraat 7. In 1964, toen ze negen jaar was, verhuisde het gezin Martens naar de Veestraat. Tijdens een interview met Lotte van Oudheusden voor Stichting Straat vertelde ze over haar kinderjaren in de Koningswei.
"De Kortestraat dat waren van die hele kleine huisjes. Je kwam met de voordeur meteen binnen. Je had geen gang. Dan stond je in het woonkamertje, heel klein. Dan hadden we een keukentje daarachter, koudwaterkraantje en butagas. Een trap naar boven, en dan sliepen we met zijn vijven op het zoldertje. Dus we hadden geen eigen kamers.
Een keer in de week, op zaterdag, gingen we met zijn allen badderen. De teil kwam dan in de keuken en dan mocht mijn zusje eerst en dan ik en dan mijn broer en dan de ouders. Daarna gingen we in onze pyjama naar Bossers. Zij waren de enigen die tv hadden in de Kortestraat. Alle kinderen uit de straat kwamen daar en dan kregen we pinda’s met chocolade eromheen.
Er was heel veel saamhorigheid. Alleen je mocht niet, je kon niet buiten de grenzen komen. Met kinderen van daar buiten mocht je niet omgaan. Dat was not done, dat deed je niet.
Akela Eijgenraam dat was een lief mens. Zij zorgde dat kinderen iets hadden. Dat die het leuk hadden. Als het zeer deed thuis dan wist je dat je bij haar terecht kon. Wie je trouwens niet moet vergeten: Van Beurden. Die speelde elke woensdag voor ons poppenkast en dan kregen we ranja en dat soort dingen. Zij waren een beetje de rijkeren van de Koningswei.
Als er iets van buiten kwam dan stond je op één lijn. Dan wist je dat je geborgen was, dat het goed was. Dat is natuurlijk een vreemd gevoel; intern kon er van alles gebeuren, ruzie en drank en je weet niet wat, terwijl als er van buiten iets kwam dan stonden de rijen aaneen.
Wij zijn daarna naar de Veestraat gegaan. Je werd echt verdeeld. Een deel ging naar de Veestraat, een deel naar Broekhoven, een deel naar Jeruzalem. Dat was ook het pijnlijke, dat voelde ik als kind al. Waarom willen ze ons nou splitsen? Maar ja, toen kregen we een huis met een gang en drie slaapkamers en een geiser en een douche. Toen hadden we ineens een huis, daarvoor hadden we gewoon een krot. Maar daar waren we wel gelukkiger.
Mijn zusje is alle diertjes gaan redden in de Koningswei. Er werden bij de sloop hondjes achtergelaten, konijnen, en daar kwam zij dan mee thuis toen we in de Veestraat woonden. Zij kon geen afstand nemen van de Koningswei. Zij wilde daar niet weg. Dat wilde trouwens niemand.
Dit (geborduurde Ave Maria) heeft mijn oma of moeder nog gemaakt. Volgens mij heeft iedere vrouw die in de Koningswei heeft gewoond zo’n ding. Grappig hè?"
Afbeelding 1: Loes staat uiterst rechts met familieleden en buurtgenoten uit de Koningswei; foto omstreeks 1961 achter een vervallen en dichtgemetseld huis
Afbeelding 2: Loes Martens met de geborduurde Ave Maria