- Datering van het verhaal: jaren '50 en '60
Henk Teunissen (1951) woonde met zijn ouders in Tilburg-Noord en zij bezochten regelmatig Henks opa in een logement in de Anna Paulownastraat. Opa was vrijgezel en bezocht slagers om hun zagen te vijlen. Henk gaf tijdens een interview voor Stichting Straat enkele typeringen van het logement en de Koningswei. Dit interview vond plaats in het kader van de manifestatie die in november 2011 aan de wijk gewijd wordt.
"Mijn ouders zijn rond 1950 naar Tilburg gekomen omdat de vader van mijn vader in een logement zat in de Koningswei. Bij Anneke Snels en ‘Blinde Piet’. Mijn opa en opoe waren gescheiden. Die hadden altijd op de kermis gestaan. Waarschijnlijk is ie zodoende in Tilburg en dat logement terechtgekomen.
Dus ik ben daar wel eens op bezoek geweest, als kleine jongen. Een van de verbazingwekkende dingen die ik daar tegenkwam was het gezelschap: marskramers, allerlei lieden van verschillende pluimage, een soort scharrelaars.
Het interieur bij Anneke Snels was van een soort ruw getimmerd hout. Zijn kamertje in de houten schuur achter het huis was een soort chambrette. Met een kleine afscheiding. Het was een open zolder met van die ruimtes erin, waar de mensen een beetje afzonderlijk sliepen, maar toch allemaal in één grote ruimte.
In het voorhuis was een soort gemeenschappelijke huiskamer, met simpel, degelijk meubilair. Je kwam daar op bezoek. ‘Wil je een kop thee of een kop koffie?’ Dat werd dan ingeschonken en dan moest er meteen twee cent per kop betaald worden. Dus niet de hele pot, maar drie kopjes. Dat was zes cent. Als kind vond ik dat verbazingwekkend. In een café iets betalen, dat gaat wel. Maar bij iemand op bezoek, dan meteen klinkende munt op tafel? Dat herinner ik me nog goed.
Anneke Snels was in mijn beleving al een oud vrouwtje, met een grijs knotje. En Piet, haar broer, was blind. Die maakte borstels. Die maakte hij beneden in het schuurtje.
In het logement was het een hele verzameling vreemde snuiters. Die mannen hadden heel indrukwekkende verhalen. Ik was vier of zo. Iemand vertelde dat hij met een leeuw gevochten had, aan de staart opgetild en rondgedraaid…
Ze zagen er ook een beetje anders uit dan anderen. Iemand met rode koontjes, alsof ie ze met lippenstift bijschilderde. Ze gingen met de gekste dingen langs de deuren; garen, band, ondergoed. Daar trokken ze mee van stad naar stad. En dan waren ze een paar dagen hier in zo’n logement. Een gemeenschappelijke deler was dat ze graag een neut lustten.
De Koningswei kun je wel als ruig bestempelen. Mensen met drankproblemen. Een lagere sociale status. Daar werd een beetje op neergekeken, zeker door de gegoede burgers."
Afbeelding 1: veelzeggende advertentie met foute spelling van Anna Paulownastraat; ook de tram was destijds nog een optie
Afbeelding 2: Anneke Snels met haar broer 'Blinde Piet'
