- Datering van het verhaal: 1953-1959
Trees (1933) was van 1953 t/m 1959 groepsleidster van een meisjesclub in de Koningswei. In het wijkhuis begeleidde ze meisjes van zes tot negen jaar met spelletjes, knutselen, het verplichte bidden en op vakantiekampen. Trees had van die tijd nog verslagboekjes en een fotoalbum, aan de hand waarvan Lotte van Oudheusden met haar herinneringen ophaalde. Het interview vond plaats in het kader van de manifestatie omtrent het vijftigjarig jubileum van de sanering van de Koningswei. Deze wordt in november 2011 door Stichting Straat georganiseerd.
Iedereen kende de Koningswei. Dat was gewoon een achterbuurt. Dat wist iedereen. Ik vond dat best wel leuk. We waren met drie leidsters, de oudste, Suze Rondema, die had meer met de ouders te maken. Ik kwam daar alleen voor de kinderen. Een keer in de week voor die club. Dat was op vrijdag, van zes tot acht uur.
Er waren kinderen bij die verwaarloosd waren. In het gezin van Dal hadden ze zestien kinderen. Daar was een tweeling bij. Die heb ik ook nog op de club gehad. Dat waren van die snotneuzen. Die konden niet met z’n allen aan tafel. Dus de ene helft kreeg ’s middags warm eten en de andere helft ‘s avonds.
Tijdens de kermis, dat was toen de eerste week van augustus, stonden de kermiswagens in de Koningswei. Met de kermis moesten de kinderen de wijk uit. Dan gingen we op kamp. Dat was natuurlijk goedkoper dan de kermis. We gingen bijvoorbeeld naar een boerderij in Eersel. Van zaterdag tot en met donderdag. Slecht slapen en slecht eten. Na zo’n week was ik er helemaal aan.
In de zomer, als het lang licht was, gingen we naar de Bredaseweg, eikels rapen. Of naar het Leijpark, te voet. En in de meimaand moesten we altijd naar de kapel om het rozenhoedje te bidden. Dat was jammer, want dan was het maar heel even club.
We zijn in Biest-Houtakker geweest, in Heeze-Leende, bij Volkel. Een keer met de trein, maar meestal met open vrachtauto’s. Dat kon toen nog. Strozakken mee. Ik zie nog zo’n meisje staan met haar kartonnen koffertje.
Er waren kinderen bij, zeker als ze moesten bidden, en eigenlijk was het dan ook al bedtijd, die stierlijk vervelend konden zijn. Die je echt wel eens een keer hard moest aanpakken. Maar over het algemeen ging het heel goed. Er waren enkele brutaaltjes bij, maar de meesten waren heel lief.